Soms bekruipt hem 't gevoel dat hij de kantjes ervan af loopt.
14
Zijn grootste angst
was dat ze hem
met fluwelen
handschoentjes
zouden aanpakken
Later las hij dat je
eerst on fire moet
zijn geweest
om burned-out
te raken
symbolische dag. Toen de kanker
uit zijn lijf was, had de arts gezegd
dat hij tot tien jaar na de diagnose
onder controle zou staan. Die peri
ode wilde hij maar wat graag af
sluiten.
'De kanker is terug.' Dat denk je
dan, als je lijf plots onverklaarbaar
pijn doet. Natüürlijk spookte dat
meteen door zijn hoofd. Hij plande
een controle, en er werden - geluk
kig - geen verkeerde cellen gevon
den. Raemakers dacht: ik neem
een paar weken rust en ga weer
aan de slag, op een wat lager pitje.
Met Raemakers arbeidsethos
was nooit wat mis. Hij zegt sinds
hij een jaar of 16 was min of meer
hetzelfde ritme te hebben gehan
teerd: de wekker om 06.30 uur,
rondje rennen en dan werken tot
23.00 uur. Als Pauw en Witteman
begon, zette hij zijn computer uit.
Meestal sliep hij vijf of zes uur per
nacht. Veel te weinig ja, maar zo
had hij het zichzelf aangewend.
En het werkte. Als student in
Tilburg en Maastricht, als ambte
naar, als gemeenteraadslid in Leu-
dal. Maar als Kamerlid niet meer.
Kon hij eerder altijd al het werk af
krijgen in zijn 'werkdag', nu lukte
dat niet meer. Er waren altijd nog
stukken te lezen en debatten voor
te bereiden. Dus werd 23.00 uur
middernacht, middernacht werd
01.00 uur. Zijn toch al korte nach
ten werden steeds korter. Op
'Haagse dagen' sliep hij maar 4,5
uur per nacht.
Als een collega-Kamerlid een
keer een laat debat had, brandde in
J215 - zijn werkkamer - nog licht.
Letterlijk iedereen uit de fractie,
denkt hij zelf, moet hem wel een
keer hebben gewaarschuwd. Ga
naar huis! Maar wat zei Raemakers
dan? 'Ik ben jong en fit en ik kan
dit wel.' Het werk vond hij immers
heel leuk.
Weinig kinderen zullen zeggen
dat ze al op de basisschool 'kabine
tje' speelden. Raemakers wel.
Waar andere jongens een baan als
voetballer of brandweerman am
bieerden, was Tweede Kamerlid
worden zj jeugddroom. Nooit
had hij gedacht dat hij al op zijn
25ste op de D66-kandidatenlijst
zou terechtkomen en helemaal
nooit dat hij op die leeftijd ook zou
worden geïnstalleerd als Kamerlid.
Hij leek daarom een extra gel
dingsdrang te voelen, al noemt hij
dat zelf liever 'enthousiasme', 'per
fectionisme' of misschien 'plichts
besef. Sowieso had hij na zijn kan
kerdiagnose, toen hij na twee jaar
van behandelingen weer kon stu
deren, het gevoel dat hij de verlo
ren tijd moest inhalen. Speelde dat
nog steeds in zijn achterhoofd
mee? Misschien.
In elk geval wilde hij - als jong
ste Kamerlid - de kloof tussen jon
geren en de politiek dichten. Voor
jongeren, vindt hij, is politiek vaak
nauwelijks te begrijpen. De taal is
te moeilijk, de inhoud vaak wollig.
Dus wilde hij op sociale media
ook laten zien wat hij deed, maar
dan wel zo dat het jongeren echt
aanspreekt. Voor elk sociaal me
dium bedacht hij een andere
boodschap: LinkedIn vraagt im
mers om een andere toon dan
Snapchat. En alles moest hij zelf
doen. De fractie heeft beleidsme
dewerkers die de Kamerleden on
dersteunen en keihard werken,
maar, vond Raemakers, daar zijn
er te weinig van. Maar eigenlijk
wilde hij het ook allemaal zelf
doen. Kreeg hij van één van hen
een prima debatvoorbereiding,
dan ging hij zelf toch nog aan de
slag om de tekst nóg beter te ma
ken. Want dat kon. En dus moest
het.
Eind november 2019 ging Rae-
makers weer aan het werk in de
Tweede Kamer. Bijgeslapen, li
chaam verlost van de pijn. Hij kon
weer aan de slag toch? Bovendien
voelde hij zich schuldig, die we
ken op de bank in Neer. Daar was
hij geen volksvertegenwoordiger
voor geworden. Maar de twee we
ken rust bleken niet genoeg. Rae-
makers, altijd al een workaholic,
merkte dat hij het werk helemaal
niet meer los kon laten. Was hij
grensrechter bij een voetbalwed
strijd, zijn hobby, dan checkte hij
tijdens de wedstrijd nog zijn mo-
biel als er een mailtje binnen
kwam. Ging hij met vrienden
naar Berlijn, dan zat hij achterin
het busje zijn honderd ongelezen
mails te beantwoorden. Slapen
lukte ook niet meer. Toen kwa
men die pijnen terug. En toen
ging hij de link leggen met zijn
werk. Maar echt begrijpen, deed
hij het niet.
Hij had net een initiatiefwet ge
schreven die de kinderopvang
het recht geeft om niet-gevacci-
neerde kinderen te weigeren. Dat
leek een succes te worden, een
meerderheid gloorde. Hij tikte al
les binnen. Hj Bereikte dingen!
Later las hij ergens dat je eerst on
fire moest zijn geweest om bur
ned out, opgebrand, te raken.
Toen begreep hij het.
Niet dat het herstel makkelijk
was. Hij bleef na overleg met frac
tieleider Rob Jetten thuis. Neem
je tijd, zei die nog. Maar Raema-
kers wilde na het kerstreces weer
aan het werk. Het bleek te posi
tief. Hij bleef gekke klachten hou
den: de ene keer had hij enorm
last van oorsuizen, de andere keer
speelde zijn hoofdpijn weer op.
Bovenal was hij vreselijk moe en
kon zich niet concentreren. Een
voetbalwedstrijd volgen? Vergeet
het maar. De krant lezen? Nope.
En toen kwam het moeilijkste
moment voor hem: ziekteverlof
aanvragen. Een Kamerlid mag
zich tijdens ziekte of zwanger
schap laten vervangen voor een
periode van zestien weken. Het
klonk hem eindeloos in de oren.
Dan zou hij pas na het meireces
weer terugkeren. Maar hij wist
ook dat er kort na het kerstreces
gedebatteerd zou worden over
zijn initiatiefwet. Dat, wist hij,
kon hij nog niet aan.
Op 14 januari twittert hij: 'He
laas loopt het leven niet altijd zo
als je hoopt: het valt me zwaar om
wegens een burn-out mijn werk
als Kamerlid tijdelijk neer te leg
gen.' Natuurlijk heeft hij overwo
gen de reden van zijn afwezigheid
stil te houden. Het is immers ook
privé. Marianne Thieme en Esther
Ouwehand, beiden van de Partij
voor de Dieren, waren ook lange
tijd uit de running zonder opgaaf
van redenen. Gefluisterd wordt
dat ook zij te maken kregen met
een burn-out. Maar Raemakers
wist ook dat bekend was dat hij
kanker heeft gehad - hij schreef er
in 2018 een boek over - en was
bang dat iedereen de conclusie
zou trekken dat d^e ziekte terug
was. Dus wilde hij helderheid ge
ven. En waarschuwen: dit kan ie
dereen overkomen.
Politiek en voetbal, dat waren
zijn twee hobby's. Die twee vie
len in één klap weg. Het was win
terstop in de voetbalcompetitie en
daarbij: hij kon als ziek gemeld
Kamerlid toch moeilijk wedstrij
den gaan fluiten. Daar zat hij
weer, daar op de bank in Neer. Ka-
mervoorzitter Khadija Arib en mi
nister Kajsa Ollongren stuurden
bloemen. Minister-president Mark
Rutte schreef een brief. Minister
Hugo de Jonge stuurde een kerst
kaart. Fantastisch, vond hij het.
Maar de tijd ging er niet sneller
door. Hij staarde naar de klok, de
uren krópen voorbij. Nog maar
een koekje dan. En, vooruit, óók
een chocolaatje. Zo kon hij toch
geen zestien weken doorbrengen?
Hij pakte het dagboek erbij van
toen hij kanker had en in totaal
honderd dagen doorbracht in het
ziekenhuis. Wat dééd hij in die
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 2020 GO
VERVOLG VAN PAGINA 3
ILLUSTRATIE STUDIO VONQ