'Over het zusje
dat bij de
boerderij was
verdronken,
werd nauwelijks
gesproken'
3-jarige leeftijd bij ons kwam wonen. Toen ze 17 was,
is ze naar Suriname gegaan om haar biologische fami
lie te zoeken. Het boek gaat over hoe je afkomst invloed
heeft op wie je bent. Door haar ben ik gaan inzien dat
bloedbanden relatief zijn. Ik heb net zo veel liefde voor
haar als voor mijn broer. Ook al kom je niet uit dezelf
de baarmoeder, dan nog kun je helemaal naar elkaar
toe groeien. Zonder haar was het veel saaier geweest.''
,,Mijn vader kreeg veel vrijheid van zijn vader. In
dat grote gezin waren opa en oma vooral bezig met de
koeien en met kaasmaken, dus moesten de kinderen
elkaar opvoeden. Hij gaf die vrijheid aan ons door.
Ik heb lang vermoed dat hij liever had gezien dat ik
iets bèta-achtigs was gaan studeren, maar ik koos voor
de toneelschool. Wat ik nooit zal vergeten: ik speelde
ooit in een voorstelling een valse nicht, een rol die ver
van me af stond. Na afloop pakte mijn vader me bij
mijn schouders vast. 'Jochie, ik wist helemaal niet dat
je dat kon!' zei hij trots.
Mijn moeder is warmbloedig, ongegeneerd, maar
ook zuinig. Dat laatste heb ik ook. Als mijn kinderen
een ijsje willen, vind ik dat in eerste instantie onnodig.
Dan moet ik mezelf corrigeren en bedenken dat iets
gewoon lekker mag zijn.
Van mijn moeder heb ik ook het creatieve. Ik heb
veel getekend en geknutseld. Mijn broertje en ik speel
den allebei met Lego; Joep met piraten- en ridderlego
en ik met technisch Lego. We vonden elkaar als ik voor
hem elektrisch aangedreven martelwerktuigen maakte
om zijn soldaten te onthoofden.
We woonden in een boerderij in De Meije, in de
buurt van Gouda. In mijn eentje in de tuin, tegeltjes
oplichten en kijken welke beestjes eronder zaten.
Pissebedden, duizendpoten, kevers, salamanders. Ik
woonde ver van mijn vriendjes; we waren import in
het dorp. De eenzaamheid thuis kon ik goed verdra
gen. Astrid Lindgren heeft dat mooi gezegd: een mens
heeft de taak te leren eenzaam te zijn. Ik kan dat aardig.
Hier in de Kennemerduinen, waar ik tegenwoordig
woon, loop ik vaak hard in mijn eentje en dan ben ik
met mezelf in gesprek. We proberen onze kinderen
ook te leren zichzelf te vermaken. Als ze niet meer op
een scherm mogen, zul je zien dat ze die kartonnen
doos verbouwen tot een hut of onderzeeër.''
begraven. Ik was een jaar of 19 en paste op het huis
van mijn ouders. Op tafel lag een briefje: Siem, het
schaap heeft het toch niet gered. Zou jij het even willen
begraven? 's Nachts, want officieel mocht dat niet.
Dus ik in het donker, in de stromende regen, een gat
graven. Het schaap in de kruiwagen gesleept, met een
grote wond vol maden. Toen vond ik het heftig, nu
ben ik dankbaar dat ik zo leerde niet alleen met mijn
hoofd te leven, maar ook met de fysieke natuur.''
,,Een belangrijke persoon in mijn leven was mijn
leraar Latijn. Hij leerde me hoe fijn het is oude verha
len te kennen en te kunnen vertellen. De klassieke
mythen natuurlijk, later ben ik zelf in de Noorse my
then gedoken. Ze zitten als het ware in mijn lichaam,
ik kan ze oproepen als ik ze nodig heb. Bij het schrij
ven, maar ook om ze bij het kampvuur te vertellen.
Niets leukers dan dat. Ik maak me dan ook zorgen om
de toenemende ontlezing. Verhalen en boeken zijn
voor kinderen zo belangrijk om het echte leven te kun
nen oefenen, te begrijpen. Dat je emoties kunt beleven
door in een boek te duiken is zo essentieel. Vandaar dat
wij onze kinderen, 11 en 8 nu, nog steeds elke avond
voorlezen.''
,,Ik mag er dan niet uitzien als een rebel, mijn werk is
zeker niet braaf. Het zijn kinderboeken die de randjes
opzoeken, ook als het eng, verdrietig of vies wordt.
Buitenlandse uitgevers vinden dat af en toe te span
nend. In sommige andere landen schijnt kinderlitera
tuur meer 'moedergestuurd' te zijn, zoals ik eens hoor
de, beschermend.
Het interessantst vind ik het schrijven voor groep
6,7, 8 en voor brugklassers. Op die leeftijd staan kinde
ren nog half in de kindertijd, maar ontdekken ze ook
steeds meer van de volwassen wereld, en worden ze
zelfstandiger. Ook verandert de relatie tussen jongens
en meisjes. Vriendschap is niet meer zo vanzelfspre
kend, er komen elementen als jaloezie bij kijken.''
,,We zijn al maanden bezig ons ouderlijk huis leeg
te halen, want mijn moeder verhuist naar de stad. Dat
is verdrietig. Ze heeft alles bewaard, van de tientallen
sportmedailles van mijn vader tot mijn rekenschriftjes
en de brieven die ik in mijn puberjaren kreeg. Een duik
in een andere tijd, soms best gênant. Zo las ik net een
brief waarin ik tussen de regels door zie dat de afzend
ster iets meer voor me voelde dan ik toen doorhad.
(Lacht.) O, had ik maar!''
,,Wat ik nooit zal vergeten, is het schaap dat ik heb