75 jaar Bevrijding 10 NIEUWS De capitulatie van Japan (15 augustus 1945) maakte een eind aan de Tweede Wereldoorlog, maar bracht voor (Indische) Nederlanders geen bevrijding. De strijd om de onafhankelijkheid van Indonesië ging door. De broers Ron en Henk Beijen verloren hun vader, een Knil-militair. De liefde van papa heb ik nooit gekend. Ik weet niets van hem Bergen op Zoom ls een kostbare schat haalt Ron Beijen een enve lop uit een plastic mapje en onthult de inhoud. Het is een flinterdunne steel van een papajaplant met een klein verfrommeld handgeschreven briefje. De tekst op het kwetsbare pa pier is nauwelijks leesbaar, maar de woorden van hoop, gemis, verlangen, troost en liefde komen hard binnen. Het is een ontroerende brief van Rudolph Beijen, - koosnaam 'Baasje' - aan zijn 'liefste schattie', echtge note Greet. 'Schat wat was ik blij jou en de kinderen te zien. Ik kreeg een hartklopping', schrijft hij. De sergeant-majoor van het Ko ninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (Knil) schreef het briefje vanuit het krijgsgevangenenkamp in Buiten zorg, op Midden-Java. Daar zat hij geïnterneerd sinds de Japanse invasie op 8 maart 1942. Contact met zijn ge zin was nauwelijks mogelijk. Heel soms vingen ze een glimp van elkaar op door het hek van het kamp. ,,Hij heeft die brief in het eerste kamp waar hij gevangen zat stiekem geschreven en over het hek gegooid met het verzoek die aan zijn vrouw Greet te geven'', vertelt zoon Ron. ,,Het briefje zat opgerold in een steeltje van een papajablad. Het klei nood kwam uiteindelijk via kennis sen bij mama terecht.'' Het moet ergens in het najaar van 1942 zijn geweest. Vader Rudolph schrijft over zijn tekortkomingen als echtgenoot, spreekt zijn vrouw moed in en drukt haar op het hart te blijven bidden en goed voor zijn 'drie schat- jes' te zorgen. 'Wees flink, ook ik wacht geduldig de tijd af. Maar het valt me zwaar als ik je zie, dan is het ofik geen moed meer heb, dan verlang ik er zo van door te gaan. Begrijp je me schattie en wacht geduldig de tijd af tot ik weer bij je ben. Een vast vertrouwen en spoedig weerzien. Innig gekust, Baasje.' Het is zijn laatste teken van leven, onbedoeld een afscheidsbrief. Twee jaar later komt de Knil-militair om als het Japanse vrachtschip Junyo Maru, waarop hij met duizenden an dere krijgsgevangenen en dwangar beiders vervoerd wordt, door gealli eerden wordt getorpedeerd. Voor Ron (80) en zijn boer Henk (77) Beijen is het briefje de meest waardevolle tastbare herinnering aan hun vader. Dichterbij hem kun nen ze niet komen. Ron was slechts 2 jaar oud toen de oorlog begon en hun vader uit het gezin werd gerukt. Henk werd geboren toen hun vader al ruim een halfjaar ge vangen zat. Ze hebben geen herinneringen aan hem. „Onze va der is een witte vlek gebleven", zegt Henk. „We misten hem, maar er werd niet over gespro ken." Ze weten alleen dat hij een knappe verschij ning was, erg sportief. „Mama heeft altijd voor ons gezorgd, maar nooit verteld over de oorlog", zegt Ron. „De liefde van papa heb ik nooit gekend. Ik weet niets van hem. Eigenlijk ben ik hem nog steeds aan het zoeken." Als Ron het over zijn vader heeft, schieten de tranen in de ogen. De oorlog in Nederlands-Indië is geen geliefd gespreksonderwerp bij de broers. Dat voelt ook als een tekort koming naar hun eigen kinderen, met wie ze niet praten over hun pijn en verdriet. Daarom hebben ze mee gewerkt aan het boek De verzwegen oorlog van journalist Willem Jonge- neelen en beeldend kunstenaar Sjoerd van den Boom, dat recent is verschenen. Om hun kinde ren toch iets mee te geven van die peri ode. De bundeling van levensverhalen van Indische Nederlanders is ge maakt in opdracht van Tante Louise. De Brabantse zorginstelling heeft in Bergen op Zoom een 'Indische wo ning' waar twaalf Indische en Mo lukse ouderen samenwonen. De In dische zwijgcultuur over de oorlog in Nederlands-Indië is de rode draad in het boek. Zelden praten overleven den over de ontberingen tijdens de Japanse bezetting. Uitputting Duizenden Nederlanders, Indo-Eu ropeanen, Molukkers en Menadone- zen - zowel burgers als militairen - belanden tijdens de oorlog in over volle Japanse interneringskampen met een hardvochtig regime en een groot gebrek aan voedsel, medische zorg en hygiëne. Velen sterven door uitputting, honger en ziekte. Vrouwen en meis jes worden gedwongen tot prostitu tie of laten zich misbruiken om aan eten en medicijnen te komen. Oran jegezinde gevangenen worden ont hoofd als ze weigeren over de Neder landse vlag te lopen of publiekelijk gemarteld of geëxecuteerd als ze pro beren te vluchten. Een deel van de krijgsgevangenen wordt naar andere bezette gebieden gestuurd om voor de Japanners dwangarbeid te verrichten. Zo ver trekt militair Rudolph Beijen medio september 1944 met de Junyo Maru, met 4200 Javaanse 'werksoldaten' en donderdag 20 augustus 2020 GO 'Mama zorgde altijd voor ons, maar zweeg over de oorlog' Tonny van der Mee - Ron Beijen A Broers Ron (links) en Henk Beijen. foto KOENVERHEIJDEN

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 10