'Nederland is voor mij te 'af', ik word meer aangetrokken door plekken waar avontuur te beleven valt' Vrijdagmiddag 15.00 uur, de afge sproken tijd voor het interview in een café in het centrum van Amsterdam, maar geen spoor van Thomas Erdbrink. Terwijl hij nog had laten weten op een steenworp afstand hiervandaan te wonen, op een woonboot. Om 15.15 uur nog niet. 15.25 uur, een appje: O jee, een crisis. Ik leg het zo uit. Ik kom er nu aan. Om 15.45 uur komt hij het café binnen lopen met een verhaal dat zo in een strip boek past. ,,De woonboot heeft een klein extra bootje en daar ging ik met mijn vriend Jan Dirk mee varen. Toen ik hem vervol gens thuis had afgezet, kwam ik erachter dat Jan Dirk de sleutel van de woonboot nog in zijn zak had. Omdat zijn fiets niet thuis stond, moest hij met een Uber de stad door - dat duurt eeuwig. Eenmaal op de kade gooide hij me de sleutel toe en die valt zo, ploemp, in het water. Gelukkig zat er een kurk als sleutelhanger aan, maar evengoed moest ik in de gracht springen om de sleu tel op te vissen, douchen, omkleden en hiernaartoe." Verontschuldigende lach. „Daarom duurde het wat langer.'' Welkom in Nederland - het land waar je woonbootsleutels in de gracht vallen en je vervolgens in korte broek op een ov-fiets stapt om naar een terras te snellen met uit zicht op de zonnige Amstel. Het contrast met Teheran kan haast niet groter; de hoofdstad van Iran was de plaats waar Erd- brink op zijn 24ste naartoe verhuisde en die twintig jaar lang de arena was voor zijn journalistieke verhalen. Hij maakte de serie Onze man in Teheran, schreef columns voor de Volkskrant en was als correspondent voor The New York Times twaalf jaar lang een van de weinige journalisten die vanuit Iran zelf verslag deed. Zijn niet-aflatende missie was om het verhaal van de gewone Iraniër te vertellen, om een ander beeld te schetsen dan dat van dat 'gevaarlijke en enge land met die extreem islamitische leiders'. Zijn vrouw Newsha en haar familie waren meer maals onderwerp van zijn verhalen en zij zorgden ervoor dat Iran echt Erdbrinks thuis werd. Zo was het, tot begin 2019. De opgelopen spanning tussen de Verenigde Staten en Iran leidde ertoe dat Erdbrinks persaccre ditatie niet werd verlengd. „Zonder zo'n vergunning kun je niks: dat is als rijden zonder rijbewijs'', verduidelijkt hij. Een jaar lang kon Erdbrink zijn werk niet uitvoeren. Na dat jaar, zonder uitzicht op verandering van de situatie, nam hij per 1 mei een nieu we baan aan voor The New York Times: bureauchef Noord-Europa, waarbij hij als verslaggever Nederland en Scandinavië onder zijn hoede heeft. Zijn eerste verhalen over de vrije houding van de Zweedse over heid ten opzichte van het coronavirus en een onopgeloste moordzaak in Noorwegen hebben inmiddels in de krant gestaan. ,,Ik reis als een soort nomade tussen Neder land, Scandinavië en Iran - daar woont Newsha, al is ze nu voor drie weken in Amsterdam. Nederland is in principe mijn basis en van daaruit ga ik telkens voor een of twee dagen op pad voor verhalen. Dins dagochtend was ik nog in Kopenhagen voor een verhaal over een Deens educatief kin derprogramma. Daarin zien 8 tot 13-jarigen blote mensen en daar stellen ze dan vragen over op tv; zo deseksualiseren ze het men selijk lichaam. Interessant en grappig, het zegt veel over de Deense cultuur, maar ik dacht ook: oké, dit voelt wel echt als werk.'' ,,Dat was een totaal ander gevoel. Zo'n Deens verhaal is niet waar mijn hart ligt. Mijn missie was altijd om het verhaal te vertellen van de gewone man in Iran, want dat wordt tot op heden door niemand anders verteld. Het werk waar ik het trotst op ben, gaat daarover. Bovendien had ik in Iran een totaal andere manier van werken. Ik heb daar twintig jaar op een vaste plek gewoond en I was living the story, zoals dat zo mooi heet. Ik heb er lief en leed gedeeld, ben naar feesten geweest, naar begrafenis sen - en dat deelde ik met mijn publiek. Nu ben ik als een toerist die van hotel naar ho tel reist, zonder dat ik ergens ben geworteld en zonder te weten hoe lang ik dit doe.'' ,,Ik heb er één dag stress van gehad, toen ik net wist dat mijn vergunning niet zou worden verlengd. Ik zat op mijn kantoor werkelijk tollend achter mijn laptop, alleen maar denkend: wat nu, wat nu, wat nu? Toen werd het vier uur 's middags en sprak ik mezelf toe: 'Thomas, dit kun je morgen niet zo herhalen. Serieus. Het is héél slecht dat je niet kunt werken, maar dan moet je nu de dingen doen die je nooit kon doen omdat je altijd aan het werk was.' Dus ik heb mijn laptop dichtgeklapt, ben naar het Hoe ziet uw leven er momenteel uit? In Iran voelde uw baan niet als werk? Hoe gaat u om met zo'n onzekere toe komst? 10

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 90