'Ik ben nu ook fan'
'Ik leg de jongens
in de watten'
1
DIRECTEUR YANMAR EUROPE
Leo Lancee (62)
„Yanmar is een Japans bedrijf
dat onder meer scheepsmoto
ren maakt. Het Europese
hoofdkantoor zat al meer dan
een kwart eeuw in Almere,
maar bijna niemand kende
ons. Toen directeur John Bes
ons benaderde met zijn ambi
tieuze vijfjarenplan, zagen
we kansen om onze naams
bekendheid te vergroten.
Het stadion heet nu Yanmar
Stadion en dat werkt, merken
we. Hoe? Bijvoorbeeld doordat
sollicitanten zich spontaan
melden.
Het is geweldig dat het sta
dion wordt verbouwd en uit
gebreid. Dat sluit aan bij de
ambities van de club en biedt
ons als bedrijf ook meer mo
gelijkheden. We willen bijvoor
beeld het stadion gebruiken
voor de Yanmar Europe Aca
demy, onze internationale
managementopleiding.
Als stadionsponsor zijn we lid
van de businessclub, een ge
mêleerd gezelschap van grote
en kleinere lokale bedrijven.
Het is natuurlijk zakelijk gezien
goed om contacten in de stad
te hebben, maar het gaat ook
om de gezelligheid. Er worden
allerlei activiteiten ontplooid,
vaak op sportief terrein: ten
nis, bokstraining, voetbal. Zelf
doe ik mee met een hardloop
groepje op dinsdagmorgen.
Sporten, ontbijten, douchen
en daarna lekker fris naar kan
toor. Door corona is het er de
laatste tijd niet van gekomen,
maar ik hoop snel weer te be
ginnen.
We hebben een paar business
seats op de VIP-tribune en ik
bezoek geregeld een thuis
wedstrijd. Wat mij dan altijd
opvalt: er hangt altijd een
goeie sfeer. Gemoedelijk, ge
zellig. En op het veld wordt
steeds beter gevoetbald. Dus
ja, ik ben inmiddels ook fan.''
MATERIAALMAN
Ronald van Bruggen (54)
,,Het sportuitslagenbedrijf
waar ik werkte, ging failliet.
Via via kon ik hier drie jaar
geleden aan de slag als ma
teriaalman. Dat was wennen.
Ik had veertien jaar kantoor
werk gedaan en dit is fysieke
arbeid. Het verdient ook een
stuk minder. Maar ik ben een
voetballiefhebber en met
deze baan zit ik midden in
het voetbal, mooier kan niet.
Als materiaalman verzorg ik
alle spullen die de spelers, de
trainer en de andere leden
van de technische staf nodig
hebben om hun werk te kun
nen doen. Ik was shirts, kou
sen en broeken, zet pionnen
en andere trainingsspullen
klaar, zorg dat de drinkbekers
vol zijn en de ballen op de
juiste spanning. Het is mijn
werk de jongens in de watten
te leggen en dat doe ik
graag. Soms zitten er een
paar tussen die daar misbruik
van willen maken. Gooien ze
hun drinkbeker weg: 'Hé
Ronald, ruim jij even op.'
Ze mogen het proberen,
maar ik ben geen slaaf, dus
dat kunnen ze vergeten.
De sfeer bij de club is ge
moedelijk. Misschien, denk
ik weleens, té gemoedelijk.
Ik zie hoe Almere City profes
sioneler wordt, maar van mij
mag het wel fanatieker. Het
voelt soms nog een beetje
als een amateurclub.
Normaal gesproken ben ik
hier zes, zeven dagen per
week. Door corona is het
maandenlang stil komen te
liggen. Ik verveel me thuis.
Ik ben blij dat we weer lang
zaam aan het werk gaan.''