II
9
De KNGU komt alleen met
onderzoeken en protocollen.
Maak eerst schoon schip!
kregen van de man die ze juist had
ontweken. ,,Stond ik toch te schreeu
wen om een meisje zover te krijgen
dat ze iets zou doen. Ik had de ver
keerde leerschool gehad. Zo werkt
het: de oude generatie leidt de vol
gende op. En zo verandert er niets. Ik
besefte gelukkig snel dat ik zo niet
wilde zijn. Ik weet nu dat ik juist de
passie voor de sport nog heb omdat ik
die werkwijze zelf niet heb ervaren."
In Amsterdam runt Steevensz sa
men met Griffiths sinds 2016 City
Gymnastics. Geen vereniging, maar
een stichting, waar op een 'frisse ma
nier' wordt getraind. Wel professio
neel en doelgericht, maar altijd met
oog voor het kind. Meisjes van 8 jaar
trainen hier geen 15 tot 20 uur per
week, wat elders wel gebeurt. ,,Vorig
jaar hebben we nog turnsters op het
hoogste nationale niveau gehad,
maar daar zijn we bewust mee ge
stopt. We vonden het gewoon te veel
worden voor die kinderen. Pas als ie
mand echt gepassioneerd is en het
aankan, schroeven we het aantal uren
op. En dan houden we goed in de ga
ten of het werkt voor dat meisje."
Ze geeft direct toe dat het lastig is
om de balans te vinden tussen plezier
en presteren. „Topsport is hard en
draait om het verleggen van grenzen.
Als je in de jeugd voetbalt bij Ajax,
train je ook veel en heb je ook trainers
die erbovenop zitten. Maar turnen is
een individuele sport en je moet al op
je 15de klaar zijn voor de top. Als jong
kind ben je daardoor echt afhankelijk
van de trainer. Je kunt ook veel trai
nen, want de belastbaarheid is hoog.
Als turnster train je met veel ver
schillende oefeningen je hele li
chaam. Je bent fysiek vaak heel dicht
bij je trainer, die je ook vangt bij de
toestellen. Na al die uren trainen ont
staat een band, die door sommige
trainers is misbruikt om te manipu
leren."
Ook een deel van
het probleem, vol
gens Steevensz: de
vele vrijwilligers in
de besturen van de
verenigingen. ,,Die
bedoelen het vaak
goed, maar je kunt
de langetermijnvi-
sie van een club
niet in handen leggen van passanten,
vaak ook nog eens ouders van een
kind en dus subjectief."
Steevensz is toch ook hoopvol. ,,Ik
zie dat bijvoorbeeld in Den Haag en
Amstelveen op een goede manier
wordt gewerkt met jonge kinderen.
Maar die groep is nog te klein. Hope
lijk is de tijd rijp en vallen er her en
der harde klappen. 2020 lijkt een jaar
te worden dat sowieso veel verande
ring brengt."
vensz. „Trainers uit die generatie wa
ren allemaal hetzelfde, of erger. Een
kind was een robot, slechts een in
strument om tot goede prestaties te
komen." Beltman was het voorbeeld.
,,Hij heeft de cultuur bepaald", weet
Steevensz. ,,Tegen hem werd opgeke
ken, hij werd gekopieerd. Maar hoe
veel meisjes hij wel niet kapot heeft
gemaakt
De cultuur in het turnen is rot,
weet Steevensz. Nog altijd. ,,Meer-
dere toptrainers bij de bond zijn nog
van de oude stempel. Ik heb het idee
en vooral de hoop dat de fysieke mis
handelingen niet meer zo vaak voor
komen, al vertelde Joy Goedkoop an
ders. Maar al die andere zaken zijn
nog volop aan de orde."
Niet serieus
Er is een doofpot en wie wél haar
verhaal doet bij de KNGU, wordt niet
serieus genomen. ,,Ze weten van de
problemen. Maar ze komen alleen
met onderzoeken, workshops en pro
tocollen. Maak nou eerst schoon
schip! Een trainer van wie iedereen
de werkwijze kent, werd gewoon
weer bij een vereniging aangesteld.
Welk signaal geef je daarmee af?
Maar zij denken: als we stoppen met
een aantal toptrainers, kunnen we de
medailles op de Olympische Spelen
in Tokio straks ook wel vergeten. De
prestaties gaan nog altijd ten koste
van de fysieke en mentale gezond
heid van de atleet."
Al op haar 15de werd Steevensz zelf
turntrainer. Ze merkte onbedoeld de
verkeerde dingen te hebben meege-
dinsdag 28 juli 2020
- Sophie Steevensz
Turntrainer Gerrit Beltman met zijn toenmalige pupil
Stasja Köhler, in 1991. foto paul bergen
Sophie Steevensz en de meisjes van haar eigen club
City Gymnastics. foto privébeeld