'Hij liet me vioolspelen fysiek ervaren' SCHOOLVOORBEELD Musicus Huub Beckers (59) studeerde bij violist Erwin Schiffer, die op een heel fysieke manier lesgaf. ,,Hij hing aan mijn rug, waarbij zijn benen loskwamen van de grond.'' Van welke docent kreeg jij les voor het leven? ,,De belangrijkste les die Erwin Schiffer (1932-2014) me heeft geleerd, is dat ik geen reserves mag hebben. Alleen met volle inzet kan ik bereiken wat ik wil, iede re reserve doet daar afbreuk aan. Voor mij zelf kan ik soms verdedigen dat ik wel beter had gekund als... maar daar heeft mijn pu bliek geen boodschap aan. Consequentie is dat ik fouten moet durven maken: wie tot het randje gaat, neemt het risico er over heen te vallen. In feite is dat waar al zijn lessen over gingen: durf de grens op te zoeken. Ik leerde Schiffer kennen na afloop van een optreden van zijn strijkkwartet. Hij nodigde me uit te komen voorspelen bij hem thuis, in Antwerpen. Ik moest even slikken, vanuit mijn woonplaats Apel doorn was dat een treinreis van drieënhalf uur, maar zonder daar iets over te zeggen, stemde ik toe. Veel later vertrouwde me neer Schiffer me toe dat dit voor hem een eerste selectie was: door niet te zeuren, had ik een goede indruk gemaakt. Schiffer - ik heb hem nooit bij zijn voor naam genoemd - was methodisch bijzon der gedegen. Stapje voor stapje bracht hij mij een uiterst solide techniek bij, uitein delijk duurde mijn opleiding aan het Conservatorium Tilburg zeven jaar. Hij was heel beslist en nooit onvriende lijk in zijn oordeel. Nadat ik voor het eerst de vijfde cellosuite van Bach had voor gespeeld, zei hij: 'Ah! Ik hoor dat je naar Anner Bijlsma hebt geluisterd! Wat een geweldige musicus is dat!' Hij was even stil en vervolgde: 'Maar zo speel je niet bij mij.' Daarna spraken we lang over de toewij ding die hij eiste, om op zijn manier te spe len. Alleen door me volledig aan zijn ma nier van spelen over te geven kon ik écht iets leren; als ik half 'zijn' Bach zou spelen en half iets wat ik imiteerde, zou daar op het podium niets van overblijven.'' „Naast, of beter: bovenop deze gedegen technische opleiding was Schiffer een gepassioneerd musicus. Zijn adagium: bij elke noot moet je als docent twintig verschillende manieren weten om uit te drukken wat je bedoelt. Het idee daarach ter was dat de leerling misschien bij één ervan 'aha' zou denken en het begreep. Hij had gelijk. Vol overgave heb ik later mijn 'romantische' Bach gespeeld. Hij had een bijzonder fysieke manier van lesgeven. Iedere student die langsliep, kon hem op de gang horen stampen en schreeuwen, regelmatig kwam een naast gelegen docent vragen of het wat zachter kon. Het was zelden ongeduld, altijd pas sie. Soms was het intimiderend, altijd sti mulerend. Hij heeft aan mijn rug gehangen, waarbij zijn benen loskwamen van de grond. Met zijn muziektas verzwaarde hij soms mijn linkerarm, en bij een te trage opstreek sloeg hij me de stok uit handen, om die vervolgens handig op te vangen. Alles om het spelen van de altviool ook fysiek maxi maal te ervaren.'' ,,Voor de concerten en recitals die we geven, volg ik nog steeds zijn uitgebreide instructies. Denk van tevoren na over je dagindeling, zei hij, welke inspeeloefenin- gen wil je doen, welke lastige passages? Niet te veel studeren op de dag van de uit voering, en vooral niet te lang, vertrouw op je voorbereiding. En ga nog minstens een halfuur naar buiten. Hij was ook heel praktisch: draag geen nieuwe schoenen, die kunnen knellen, dat leidt af. Altijd lange mouwen, dan ziet het publiek eventuele spanning in je armen niet. Als er wordt geklapt wanneer je op komt, buig dan diep en adem tegelijk lang uit. Zo gebruik je dat moment als ontspan ningsoefening.'' „Schiffer had feilloos door dat ik vooral een orkestmusicus ben, en geen solist of kamermuziekspeler. In tegenstelling tot andere studenten kreeg ik van hem alle ruimte me in die richting verder te ont wikkelen. Al in mijn tweede jaar regelde hij voor mij een aanvoerdersplek als solo altist in het semi-professionele Brabants Kamerorkest. Ik kon daar ervaring opdoen en en passant veel leren van enkele door gewinterde orkestprofessionals. Direct na mijn examen docerend musicus stimuleer de hij me audities te doen. Dat lukte: ik kreeg de positie van plaatsvervangend aanvoerder in het Radio Filharmonisch Orkest, de plek waar ik nu, ruim dertig jaar later, nog steeds met veel speelplezier zit.'' ,,Na al die jaren realiseer ik me nog steeds dat tot het uiterste gaan voor mij geen natuurlijk gedrag is; het ligt buiten mijn comfortzone. Het niet opzoeken van 'de grens' dreigt nog altijd een veilige gewoon te te worden. Niet alleen in mijn vak, maar in het hele leven. Dankzij Schiffer herken ik mijn eigen valkuilen.'' 6 TEKST PETER HENK STEENHUIS FOTO MARCEL PRINS

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 86