Groeten uit Vlissingen II CAROLUN VISSER 4 .3 Y| Vakantie in eigen land is zo gek nog niet. Schrijver Carolijn Visser hoort het windorgel op de Boulevard van Vlissingen nog brommen. Vanaf deze hoogte had ik de Boulevard van Vlissingen nog nooit gezien, ook al was ik hier dicht in de buurt opgegroeid. Het appartementencomplex waarin ik op de vijfde verdieping mocht logeren, bestond nog niet in mijn jeugd. Beneden, in het zand strand, waren enkele parasols geprikt. Een ongekend felle septemberzon deed de zee verblindend schitte ren. In de verte doemde een containerschip op. Ik installeerde me op het balkon en zag het turquoise gevaarte naderen, groter worden, tot het vlak voor me voer, gigantisch groot. Kinderen holden joelend naar de vloedlijn en zwaaiden. Ik kon het nauwelijks gelo ven, maar eigenlijk was ik aan het werk. Ik was jurylid voor het jaarlijkse Vlissingse film festival. Al een aantal dagen dompelde ik me onder in prachtig vormgegeven verhalen, tussendoor zat ik hier. Of at ik met andere juryleden in een van de exquise restaurants van deze stad, meestal ook met uitzicht op zee. Oesters, salade met tonijn, en een glas witte wijn was mijn favoriete lunch geworden. Een loodsboot voer uit. Als een lenig paard sprong het over de golven. Aan het einde van de Nolledijk, die de westzijde van het strand omarmde, stond het windorgel. Toen het net was geïnstalleerd, midden jaren 70, ging ik dat samen met mijn vader beluisteren. Die storm achtige middag toverde de wind een onvergetelijk, diep brommend geluid uit het woud van dikke, inge keepte bamboestokken. Alsof het diepste der aarde tot ons sprak. Over ruim een uur begon de volgende film, een Hon gaarse. Zou ik daarvoor nog snel even over de duinen naar Dishoek fietsen? Natuurlijk kon ik ook gaan zwemmen in zee. Of moest ik juist hier blijven zitten, in dit adelaarsnest, omdat de kans dat ik hier zou terugkeren erg klein was? Misschien moest ik alles omdraaien in mijn leven. Weer op Walcheren gaan wonen en voortaan op vakantie naar Amsterdam. lil /V, ILLUSTRATIE AART-JAN VENEMA

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 85