'De liefdevolle verwaarlozing heeft bij mijn dochters goed uitgepakt' jaren 90, doken NRC en zelfs The New York Times er op. De kop was: Science is finding out what women really want. Ik wist toen dat ik een goed onderwerp te pakken had, ook al omdat de mannelijke onderzoekers bij psycholo gie tijdens de borrel graag bij mij aan tafel schoven.'' ,,Ik heb de lijn van mijn moeder en haar moeder, beiden lieve vrouwen zonder eigen stem, doorbroken. Als ik zie wat ik nu heb bereikt op het gebied van sek suologie, dan overvalt me nog steeds verbazing en dankbaarheid. Terwijl: als ik mijn neocortex - mijn ratio - aanspreek, weet ik dat ik echt wel wat kan. Maar mijn amygdala - de emotie - vraagt de hele tijd: kan ik dit wel, ben ik dit waard? Ik blijf hier maar instinken. Een voorbeeld: in 2014 vroeg het hoofd van mijn divisie hier in het ziekenhuis of ik een profielschets wilde schrijven voor een hoogleraarspost. De post die voor mijzelf bedoeld was. Ik heb daar twee jaar over gedaan. Twee jaar!'' „Nu voel ik me wel gezien in ons gezin. Hoewel ik geen arts ben, willen mijn ouders, 90 en 92, graag mijn mening over hun medicatie of wat ze moeten zeggen tegen de huisarts. Mijn broers en zussen hebben een roulatiesysteem zodat er boodschappen voor onze ou ders worden gedaan. Ik hoef daarin niet mee te draaien omdat ik het verst weg woon, geen auto heb en een volle werkweek. Daardoor voel ik me aan alle kanten gezien, en dat doet me goed.'' ,,Een cruciaal moment was een busrit die ik maakte op mijn veertiende, naar de middelbare school in Schagen. Ik hoorde een zusje van een klasgenoot zeg gen: die Laan is zo arrogant. Eerst was ik verbaasd, want ik voelde me nooit iets waard, maar later begreep ik het. Ik liep zó rond (doet met handen oogkleppen voor) om maar niet op te vallen, geen aanleiding te geven tot pesten. Dat kwam over als: neus in de wind. Dus dat meisje voelde zich door mij niet gezien! Toen begon ik te begrijpen dat wat je aan de buitenkant van iemand ziet, niks zegt over de binnenkant. Dat hielp enorm om me van lieverlee niet meer zo alleen te voelen. Een troostende ervaring - en het eerste zetje naar de studie psychologie.'' ,,Ik heb het als onzeker kind gemist dat iemand het voor me opnam. Dat mijn moeder zei dat ze van me hield, heb ik niet vaak meegemaakt. Pas later begreep ik dat zij mij haar liefde op andere manieren toonde. Zo stopte ze wel een pak koffie of koekjes in mijn weekend tas, als ik in de bus stapte. Mario komt juist hartstikke voor me op: van hem mogen alle emoties worden ge toond, zonder dat hij bij me weggaat. Ook als ik even niet van hem houd tijdens een ruzie: hij wel altijd van mij.'' „Naast een wetenschapper probeerde ik ook een goede moeder te zijn. Mijn leermeester, emotieprofes sor Nico Frijda, heeft me toen ik zwanger was van mijn eerste, daar enorm mee geholpen. 'Je kunt veel fout doen in de opvoeding, maar je kunt het eigenlijk niet zo heel erg goed doen', zei hij. Daarmee bedoelend: je hoeft niet veel energie in die kinderen te stoppen om het iets te laten worden. Je kinderen de ruimte geven om ze te laten worden wie ze zijn: dat is het belang rijkst. Ik heb altijd fulltime gewerkt, ook na de schei ding van de vader van mijn dochters. De opvoeding kenmerkte ik weleens als liefdevolle verwaarlozing, en voor mijn dochters heeft het goed uitgepakt. Die hebben zich op hun eigen manier kunnen ontwikkelen tot zelfstandige jonge vrouwen. Ik geloof dat ze zich door mij wel gezien voelen.'' ,,In mijn therapeutische werk blijkt het vaak onmoge lijk voor cliënten om de negatieve gevolgen van hun trauma's volledig kwijt te raken, al is er een begrijpelijk verlangen dat het 'maar eens klaar moet zijn'. Het is nooit klaar. Die gebeurtenissen geven jou als het ware - het klinkt wat zweverig - de opdracht te leren ermee om te gaan. De essentie van trauma is dat je bang bent geworden dat je je eigen emoties niet aankunt. Want de strategie die de meeste mensen toepassen als ze iets naars meemaken is: niet voelen. Maar daar moet je veel toeren voor uithalen. Je wordt er enorm waakzaam en gespannen van, en het gevoel van onveiligheid wordt alleen maar sterker. Het vergt veel moed en het is zwaar, maar je kunt jezelf het leven teruggeven door de nare gevoelens te verwerken in plaats van ze te blijven weg stoppen. Inmiddels weet ik er zelf ook alles van.'' ,,Ook dat nog, was mijn moeders eerste reactie, toen ik haar drie jaar geleden vertelde dat ik de diagnose borstkanker had. Ik werd er boos om, en riep: 'Je hebt vijf kinderen, jij en pa zijn gezond, alle kinderen heb ben een baan en een koophuis en niemand in de familie heeft een chronische ziekte, tot gisteren. Hoezo: ook dat nog?' Ik vind het lastig als mensen hun zegeningen niet tellen. Als je borstkanker krijgt, kun je je twee dingen afvragen. Waarom ik? Of: waarom ik niet? Een op de zeven vrouwen krijgt het. Ik realiseerde me juist toen dat ik een goed leven had, met een superbaan, fijne partner, lieve kinderen en een paar vriendinnen en vrienden door wie ik me geliefd voel. Ik zal altijd aan de pillen moeten blijven, de tumor is te slecht zichtbaar om ooit 'schoon' te worden verklaard. Maar ik blijk er goed mee om te kunnen gaan.''^

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 104