SREBRENICA 1995
12 NIEUWS
Tijdens de oorlog in Bosnië (1992-1995) werden Nederlandse VN
vredesmilitairen gegijzeld door Serviërs. Een van hen was majoor Jos
Gelissen. Als VN-waarnemer werd hij als menselijk schild tegen
luchtaanvallen geketend aan een vlaggenmast en een munitiebunker.
p een schilderij
verwoordt vete
raan Jos Gelissen
(64) in drie aan
eengesloten af
beeldingen zijn
posttraumatische
stressstoornis (PTSS). Links toont de
ooit zorgeloze buitenkant, midden
de verschrikkelijke ervaringen tij
dens zijn uitzending naar Bosnië,
rechts de getraumatiseerde veteraan
die een 'schreeuw van machteloos
heid' uit.
Het schilderij is een van de twee
PTSS-kunstwerken die Gelissen vol
gende week woensdag bij het Vetera-
neninstituut aan koningin Maxima
mag laten zien. 'It is perfectly okay to
admit that you're not okay', luidt de
tekst. ,,Dat is mijn boodschap aan alle
militairen en hulpverleners. Ik zag
PTSS als een zwakte.''
In zijn achtertuin praat hij zakelijk
over Bosnië. Tegen het eind van het
gesprek breekt hij als hij vertelt over
een bezoek aan een ziekenhuis in Vi-
tez. Daar lag een jongen die door een
clusterbom uiteengereten was. De
artsen hadden geen apparatuur om
hem te helpen. ,,Het was zo zinloos
allemaal. Die jongen was net zo oud
als mijn zoon destijds. Ik heb ervoor
gezorgd dat er apparatuur kwam. Hij
heeft het overleefd. Later heb ik hem
nog ontmoet.''
Bloedige strijd
Terug naar 25 jaar geleden. Majoor
Gelissen, instructeur bij Defensie,
wil ervaren hoe het is om uitgezon
den te worden. Hij meldt zich vrij
willig voor de functie van VN-waar
nemer (UNMO) in Bosnië. Daar
woedt na het uiteenvallen van Joego
slavië een burgeroorlog.
In navolging van Macedonië en
Kroatië verklaart op 5 april 1992 ook
Bosnië en Herzegovina zich onaf
hankelijk. Het gevolg is een bloedige
strijd tussen de islamitische Bosni-
akken en de Bosnische Serviërs.
Waar voor Nederland de focus van de
VN-missie ligt op Dutchbat in de
moslimenclave Srebrenica, wordt
Gelissen begin mei 1995 geplaatst in
Sarajevo dat al drie jaar belegerd
wordt. Bosnische Serviërs beschieten
vanuit de omliggende bergen de
hoofdstad.
Het vijfkoppige team van Gelissen
opereert vanuit een rijtjeswoning in
het Servische deel van Sarajevo. Bui
ten wappert een blauwe VN-vlag. De
keuken en het balkon zijn gebarrica
deerd met zandzakken. Het huis be
vindt zich vlak achter Sniper Alley,
de beruchte boulevard in Sarajevo
waar Servische sluipschutters dood
en verderf zaaien onder burgers op
straat. ,,We zagen huursoldaten
langslopen die werden betaald om
daar te schieten'', vertelt Gelissen.
,,Overal werd voortdurend gescho
ten. Ik was niet bang, wel zenuwach
tig. Niemand had mij vooraf verteld
Terwijl
wij met ze
dronken,
doodden
ze achter
onze rug
met tanks
burgers
hoe de situatie daadwerkelijk was. Ik
heb verschrikkelijke dingen gezien.
Doodgeschoten kinderen, voetgan
gers die werden beschoten. Ik dacht:
wat kan ik hier doen?''
Gelissen en zijn collega's gaan da
gelijks op patrouille en mengen zich
onder de burgers op straat. ,,Wij wa
ren spionnen van de VN. We keken
of de Serviërs zware wapens ver
plaatsten en gebruikten en bepaalden
aan de hand van de inslag van mor
tiergranaten vanwaar die afgevuurd
waren. In ziekenhuizen en mortuaria
telden we de doden en gewonden.
Alles rapporteerden we aan het
hoofdkwartier.''
Doelwit
Het wordt Gelissen duidelijk dat de
VN-vredesmacht weinig in te bren
gen heeft. De 'chetniks', een Servi
sche guerilla-organisatie, zijn heer en
meester. ,,De Serviërs bepaalden al
les. We hadden er geen invloed op.
Dat frustreerde mij. We hadden geen
mandaat. De chetniks kwamen gere
geld bij ons langs met drank, in de
hoop op positieve rapporten. Terwijl
wij met ze dronken, doodden ze ach
ter onze rug met tanks burgers.''
De spanning neemt toe. Niet alleen
burgers, ook VN-militairen worden
het doelwit. Als Gelissen op een dag
de auto in de garage wil zetten, over
vallen twee Serviërs hem. ,,Ze zetten
een wapen tegen mijn hoofd. Ik
dacht dat ze me zouden doodschie
ten. Ik was zo boos en voelde me zo
machteloos. Ik kon helemaal niks.
We waren slechts pionnen op het
bord. De Serviërs waarschuwden ons
niet meer naar buiten te gaan.''
Tijdens de Bosnische oorlog wor
den op verschillende momenten VN-
militairen, onder wie Dutchbatters,
vastgehouden. Ze dienen als mense
lijk schild tegen luchtaanvallen van
de NAVO op Bosnisch Servische stel
lingen. Eind mei 1995 bombardeert
de NAVO een munitiedepot in Pale,
de toenmalige hoofdstad van Ser
visch gebied. Als vergelding worden
VN-waarnemers opgepakt.
Op een dag verschijnen ook bij de
post van Gelissen acht Servische mi
litairen. Ze trappen de deur in, slaan
alles kort en klein en intimideren de
aanwezigen. Gelissen en zijn Brazili
aanse teamleider worden geboeid in
een pick-uptruck afgevoerd naar het
ziekenhuis in Pale. Daar legt een Ser
vische cameraploeg vast hoe Gelissen
aan de trappen wordt vastgebonden.
Buiten de poort staat een woedende
menigte. ,,Toen ik in de wagen zat,
spuugde een vrouw me vol in mijn
gezicht. Wij waren oorlogsbuit. Ze
wilden ons lynchen. Bewakers kon
den de menigte met moeite tegen
houden.''
Vlaggenmast
Gelissen wordt daarna naar een ka
zerne gebracht. Daar wordt hij, net
als drie collega's, met handboeien
aan een vlaggenmast vastgeketend.
Op 50 meter staat de lokale bevol
king. Bij de poort is het een komen
en gaan van Servische frontsolda
ten. ,,We hebben daar vijf uur in de
zon gestaan en mochten niks tegen
elkaar zeggen. Een dronken militair
brak door de beveiliging heen en
kwam met een mes op mij af. Hij
wilde mijn kop eraf snijden. Later
werd ik naar een muur gebracht. Ik
dacht dat ze me gingen executeren.
Al die tijd was ik apathisch. In ge
dachten nam ik van iedereen af
scheid.''
Een dag later wordt hij met hand
boeien vastgemaakt aan de deur van
een munitiebunker, terwijl NAVO-
donderdag 9 juli 2020
GO
'Voor de Serviërs
waren wij
oorlogsbuit'
Tonny van der Mee
Driebergen
Het
PTTS-
schilderij
dat Gelis-
sen aan
koningin
Maxima
mag laten
zien.
- Jos Gelissen,
veteraan
VN-mi-
litairen
werden
vastgezet
aan
palen.
Dat over
kwam
ook Jos
Gelissen,
maar hij
is niet de
man op
de foto.
FOTO AP