'De nier die ik nu heb, is van een vriendin van mijn moeder. Die heeft zij voor mij verdiend' hè. Maar dat deed hij wel, kijk maar naar de foto's van heel vroeger. Dan zie je ons samen op de knieën gera niums planten. Liefde. Erg zakelijk is onze samenwerking niet. Als hij een nieuwe auto wil kopen en er staat genoeg op de reke ning, moet hij dat doen. En af en toe knalt het: hij links om, ik rechtsom. Jan: de oude methode, die zich al dertig jaar bewezen heeft, en Mark: iets nieuws, dat zich nog moet bewijzen. Zoals laatst, hoe we een spijs verteringsziekte bij de varkens moesten aanpakken. Hij: medicijnen erin, altijd goed. Ik: ietsje rustiger voe ren en een nieuw systeem bedenken. Gaan we op het erf een partijtje tegen elkaar schreeuwen. Niet op de vuist, maar vaak moet ons mam er wel bij komen om ons uit elkaar te trekken. En later zegt mijn vriendin Kim: 'Het was weer gezellig achter, of niet?' Pa en ik trekken aan hetzelfde touw. Als de emoties weer zijn gezakt, komen we er meestal wel uit. En lachen we erom. Volgens mij gebeurt dat in elke maatschap met vader en zoon.'' ,,Mij blaas je niet makkelijk omver, dat hebben ze ge merkt in Den Haag. Hoe dat komt? Zeven jaar geleden hielden mijn nieren ermee op. Die misten een eiwitje. Drie transplantaties. Eerst een nier van mijn vader. Ik dacht nog: eruit, erin, paar weekjes plat en dan draaien we weer aan. Maar vijf dagen later lag de nier eruit en was deze jongen naar de klote. Drie maanden later: een vriendin van ons mam geeft een nier. Ding gaat erin en het gaat fout. Slagader scheurt, bloeduitstortingen, alles. Twee dagen onder zeil. Slangen aan je lijf, je voelt je totaal ontmand. Tot ik een nier van een andere vrien din van mijn moeder kreeg. Wakker worden en ja, hè- hè. Maar een dag later ging het weer minder. Laat ook maar, schoot door mijn hoofd. De dokter had nog een paardenmiddel over. Dat heb ik geweten. Ooh... Op de zevende dag werkte alles weer. Ik dacht nog: ik heb een tweede kans gekregen, ik ga alles anders doen. Genie ten van het leven. Maar na een jaar zat ik weer in het zelfde ritme. En dat is ook wel het beste. Dat je niet te veel hoeft na te denken. Als de wind al flink heeft tegengestaan, moet er een nog hardere storm overheen om je omver te blazen. Dat jaar heeft me veel harder gemaakt dan dat ik daarvoor was. En als je een stukje van de dood hebt gevoeld, maakt een minister Carola Schouten of een D66-er, of wat de kranten over je schrijven, je echt de pis niet meer lauw.'' „Voor mij is de kern van man-zijn: vrijheid en onaf hankelijkheid. Daar komt mijn felheid vandaan. Ik voel me niet afhankelijk, ik doe het zelf wel. Dat is ook de kern van de Farmers Defence Force. Vrije ondernemer zijn, niet betutteld worden. Het is niet erg dat de markt ongenadig hard is, want hij is wél rechtvaardig. Als je als boer te veel hebt geproduceerd, heb je te veel gepro duceerd. Maar hier regeltjes opleggen, en dan de gren zen met Amerika waar geen regeltjes zijn, openlaten, dat is meten met twee maten. Dat is onrecht. En dan voel ik me in mijn man-zijn aangetast. Dan word ik fel. Ik heb dat een klein beetje van mijn moeder. Die kan ook niet tegen onrecht, die is zó begaan met het lot van anderen. Wie rijdt tante niet één, maar zes keer naar het ziekenhuis? Is er iets nodig? Niet lullen, maar doen. Misschien is het daarom ook dat twee van haar vrien dinnen, voor wie zij altijd klaarstond, mij elk een nier schonken. En ik van tevoren nog klagen: wat ben je toch altijd aan het sjouwen voor iedereen? Die nieren heeft ze dus voor mij verdiend.'' ,,Ik ben een rebel tegen wil en dank. Want eigenlijk is de Farmers Defence Force uit de hand gelopen. Zó heb je een Facebookclubje, en zó sta je voor tienduizend man op het Malieveld. Dat was een kwestie van tegen de goede mensen aanlopen, met kennis en kunde, en dat ik dat allemaal maar aanpakte. Mensen denken dat wij geen compromissen willen sluiten. Dat willen we wel, maar alleen op basis van gelijkwaardigheid. Wij boeren hebben al zó veel stikstofuitstoot gereduceerd, andere sectoren bijna niks. Laat hen eerst maar eens aan zet, voordat de landbouw weer aan de beurt is. Harde opstelling? Rechtvaardig. Dan had de politiek ons maar niet tot zondebok moeten maken. Ik heb niet zoveel tegen Jesse Klaver, of zo'n Tjeerd de Groot. Waardige tegenstanders zijn het. Maar ik zal er alles aan doen ze klein te krijgen, vanwege dat onrecht. En als ik dan de ander in de ziel moet raken, dan doe ik dat. Ook als ik daar een vergelijking met de Tweede Wereldoorlog bij moet halen, zoals in december in Den Bosch. Dat ligt gevoelig hè, bij de stadsmensen. Want hier in de dorpen, daar wist iedereen waar de Joodse onderduikers zaten. Veel van hen hebben hier de hele oorlog gewoon kunnen wonen. Terwijl Joden in de stad massaal werden gedeporteerd. Daar komt de gevoelig heid vandaan, denk ik.'' ,,De Farmers Defence Force is er zowat een hele baan bij, en dan ben ik ook nog eens net vader geworden van Raaf. Vrij op de dag van de bevalling, en dag twee weer aan het werk. Zo is het boerenbestaan, leerde mijn vader me al: je hebt levenslang." ZATERDAG 4 JULI 2020

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 105