MARK VAN DEN OEVER Mark Martijn van den Oever 20 februari 1979 zoon van Hannie en Jan broer van Diane en Irene samenwonend met Kim, zoon Raaf (14 juni 2020) woont in Sint Hubert agrarisch ondernemer voorman Farmers Defence Force Je ouders, de plaats waar waar je opgroeide, cruciale gebeurtenissen: ze bepalen deels wie je nu bent. Tien Nederlanders onderzoeken dit in deze zomerserie. „Tractor. Dat was mijn eerste woord, na mama en papa. Zodra ik een beetje met ons pap kon meelopen, was ik al aan de gang. Eerst spelenderwijs, naast hem zitten als hij ging ploegen, of in de kinder stoel in de vrachtwagen mee naar de veiling. Vanaf m'n twaalfde werd het serieuzer: bomen planten. Tractor vooruit, palen aanvoeren, gat graven, in de grond zet ten, appelboompje vasthouden, slangen leggen en met mijn vriendjes de druppelaars erin steken. Boer ben je in je hart, vanaf het moment dat je dat overalletje en die klompjes aanhebt. Dan begint het al, dan is het klaar. Ik zie het nu ook. Komt een chauffeur bij ons varkens brengen, kruipt er zo'n menneke van de bijrijdersstoel. En dan denk ik: gosjemikke, zo'n ventje van tien kilo. Die varkens, honderdtwintig kilo of zo, drukken hem zo dood. Geen angst, hij jaagt ze gewoon op de kar. Hup. En pakt daarna zijn speelgoed weer.'' ,,Boer was ik dus allang. Het diploma van de Agrari sche Hogeschool maakte weinig verschil. Geld verdie nen had ik thuis geleerd. Op mijn tiende kocht ik van mijn spaarcenten een eigen hok varkens. Tien stuks, plus voer. Drieënhalfduizend gulden gaf ik uit. Beetje korting hier, beetje daar, met pa bespreken wat een goeie koop was. Ook pech hebben: een varken met navelbreuk, dat halverwege geslacht moest. Elke mid dag na school stront scheppen. Op mijn twaalfde had ik er toch een paar honderd gulden aan verdiend. Ik heb maar heel even écht getwijfeld over het boe renbestaan. Op mijn 22ste kwam ik van het hbo terug naar de boerderij in Sint Hubert. In Den Bosch was veel gezelligheid, liepen een paar duizend studenten rond, maar terug in het dorp werd mijn wereld weer een stuk kleiner. Mijn moeder zei nog: je kunt nu ook een goede baan pakken. Veel makkelijker! Niet zes dagen werken, wel geld verdienen. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, hè. Op 1 januari 2005 kwam ik in de maat schap met mijn vader. De grond van ons samen. Vanaf toen was het samen erop of eronder.'' ,,Mijn vader had niet veel tijd voor het gezin, maar was wel die vader die je eind van de middag op de tractor van verre aan zag komen rijden. Ik zie mezelf nog voor dat raam staan wachten. Een vader die me leerde dat je moet doorzetten als het taai wordt. Als de fruitoogst is mislukt. Als er ziektes heersen; dat is gewoon het leven. Dan heb je maar het hele jaar voor niks gewerkt, dan moet je er deze keer op toeleggen. Een rustige man, thuis tenminste. Dat activistische heb ik niet van hem, misschien wel dat volhardende. Nee, pap heeft nooit gezegd dat hij van me hield. Dat zeggen mannen niet 22 'Als ik me aangetast voel in mijn man-zijn word ik fel' INTERVIEW NATHAN VOS FOTO'S JITSKE SCHOLS

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 102