Maurits Portier, muziekprogrammeur
Als jongetje keek hij zijn ogen uit bij concerten van progressieve muzikanten als
Louis Andriessen en Han Bennink. Voor Muziekpodium Zeeland boekt Maurits
Portier (58) nu zelf de toppers uit de klassieke muziek en de jazz, onder wie nog
steeds de inmiddels bejaarde maar onvermoeibare drummer Bennink. ,,Het lot
heeft kennelijk bepaald dat ik hier terecht zou komen."
Als zijn broertje en hij geen
astma hadden gehad, was
Maurits Portier misschien
nooit in Zeeland komen wo
nen. Halverwege de jaren
zestig adviseerde de huisarts
in Breda zijn vader, die een
decennium eerder vanuit Indonesië naar Ne
derland was gekomen, een plek te zoeken waar
de jongens ruimer konden ademen. Zeeland
bijvoorbeeld. Vader Portier, die net als zijn
vrouw kunstenaar was, ging werken bij de
Schelde. Het gezin kreeg een woning van de
scheepswerf in Nieuw- en Sint Joosland. ,,Mijn
moeder is Nederlands, mijn vader was Indisch.
Ik voel me een echte Indische Zeeuw", zegt
Maurits Portier.
In Nieuw- en Sint Joosland had je destijds
één Indische en één Molukse familie. Hij werd
wel eens uitgescholden. ,,Als kind snap je daar
niks van." Het is een bijzin in een lang verhaal
dat veel meer gaat over hoe hij met liefde werd
geaccepteerd en liefde opvatte voor de provin
cie. Op de vooruitstrevende dorpsschool van
Nieuw- en Sint Joosland kreeg hij les van illus
tere figuren als Piet de Nooijer, oud-Statenlid
voor de PvdA, en van de dichter Frans van Dix-
hoorn. ,,Ik heb verkeersles van hem gehad en ik
leef nog steeds", grinnikt hij. ,,Toen mijn ou
ders naar Middelburg verhuisden, ben ik nog
op en neer blijven fietsen om in Nieuw- en
Sint Joosland de lagere school af te maken."
Nadat hij sociaal en cultureel werk had ge
studeerd in Zwolle ging hij stage lopen bij
wijkcentrum De Zwaan in Oost-Souburg, bij
Kris van Wezel (,,Je weet wel, van 50Plus") en
Njonkie Pattinama. Die kreeg eerder dit jaar
een Zeeuws compliment van de provincie voor
zijn werk bij de Stichting Samenwerking Vlis-
singen-Ambon. Zo hoort bij elke anekdote een
naam. Op het Middelburgse terras waar hij zijn
herinneringen ophaalt, wordt Portier om de
haverklap gegroet. Iedereen lijkt de artistiek
leider van Muziekpodium Zeeland te kennen
en hij kent iedereen. ,,Ik hou van mensen. Ik
maak graag contact", vertelt hij. ,,Dat wij hier
praten en elkaar geen hand kunnen geven, vind
ik verschrikkelijk." De coronapandemie heeft
zijn hele jaar overhoop gegooid. Tijdens het ge
sprek zal hij het keer op keer herhalen: ,,Dat
gaat dit jaar ook niet door vanwege die rotco-
rona."
,,Ik ben wel positief hoor. Als de grote dingen
niet kunnen, moeten we de kleine dingen
doen. Mensen verlangen naar muziek en er is
niks mooiers dan muzikanten in de ogen te kij
ken. Dat je de sensatie hebt van: 'Hé, ik ben er
bij.' Dus hoe klein het ook moet, het gaat ervan
komen. Daar ben ik op aan het anticiperen."
,,Ja, dat was een idee van Cor de Jonge, dat hij
heeft uitgevoerd met geluidstechnicus Henk
Tjoonk. Er doen veel Zeeuwse muzikanten aan
mee. Het idee erachter is om de culturele we
reld in deze tijd dat bijna alles stil ligt een hart
onder de riem te steken."
,,Haha, dat is een grapje. Ik ben voorzitter van
de Stichting Bier in Zeeland. We organiseren
jaarlijks in Middelburg het Abdijbierfestival.
Vanwege corona is dat ook niet doorgegaan.
Het lied was vorige maand wel elk uur te horen
op het carillon van de Lange Jan. Beiaardier
Janno den Engelsman besloot het toch ten ge
hore te brengen, juist omdat het festival niet
doorging. Ik vind het zelf een erg leuk lied. Met
Renny Minnaert van jazzcafé Desafinado en
enkele Amsterdamse muzikanten heb ik het
onlangs opgenomen. Dat lied gaan we volgend
jaar natuurlijk insturen voor de Zeeuwse Top
40."
,,In de derde klas van de lagere school had ik al
de hoofdrol in de musical. In Nieuw- en Sint
Joosland hadden mijn ouders de kunstenaar
Rob Maaskant leren kennen. Hij woont er nog
steeds. Ik was niet zo'n makkelijke jongen. 'Ga
jij maar eens een tijdje bij Rob slapen", zeiden
ze, toen we in Middelburg woonden. Die nam
me mee naar een repetitie van de Fanfare Sint
Juttemis, destijds een befaamd gezelschap dat
in heel Europa speelde. Waarschijnlijk kreeg ik
daar iets van slagwerk in mijn handen gestopt.
Ze zullen wel gedacht hebben: 'Zo'n Indische
jongen heeft ritmegevoel, net als de Blue Dia
monds, haha.' Met mijn veertien jaar werd ik
het jongste bandlid. Zo kom je op plekken waar
je normaal niet komt. Ik heb ook nog in een
aantal popbandjes gespeeld. En een blauwe
maandag op de muziekschool gezeten, maar
dat vond ik verschrikkelijk."
,,Na mijn studie moest ik in dienst. Als erkend
gewetensbezwaarde heb ik vervangende
dienstplicht gedaan bij CNV Vakantieoord Bos
en Duin in Oostkapelle. Ik was medewerker
techniek. In het cultureel werk was geen droog
brood te verdienen. Ik solliciteerde bij het
Strandhotel, bovenaan de Leeuwentrap in Vlis-
singen. Daar deed ik ook alle klussen, van be
hanger tot loodgieter tot stukadoor. Later
kwam ik terecht bij Stichting Dansz, waar ik
het licht deed. Zo kwam ik in het theater. In
1993 zag ik een advertentie staan van Nieuwe
Muziek Zeeland. Ik ging op gesprek bij Ad van
't Veer en een week later kon ik beginnen."
,,Zeker. Hij is gedreven en bevlogen, maar ook
wispelturig en eigenwijs. Door die eigenwijs
heid is hij natuurlijk ook zo ver gekomen. Hij
dramde zijn ideeën door. Dat wil ik, daar ga ik
voor, dus zo gebeurt het. Hij was af en toe niet
makkelijk om mee te werken, maar van hem
heb ik het meest geleerd. Hij leerde me impro
viseren, als een uur voor het concert ineens nog
dingen anders moesten, en gaf me zelfstandig
heid. Met een kleine staf bijzondere dingen
doen. Dat doen we nu nog steeds. Ik voel me
'Al 27 jaar doe ik
dit en ik vind het
nog steeds leuk'
ERNST JAN ROZENDAAL
Toch zit je er niet aangeslagen bij
Je speelt ook mee in de recent opgenomen
videoclip van de soulklassieker Stand by
me.
En het Eerste Zeeuwse Bierlied, wat is dat?
Hoe ben je in de muziek gerold?
Toch koerste je niet aan op een carrière in
de muziek.
Daar noem je een kleurrijke figuur.