mïïTT:7
fa moi/m
■'miAMP 73 MilZUÜO Jan hp O' r/g-y/ y//-
£/5*/w A uk if i//.C \/fM1
Het verloop
van de explosies
/F'
MP" AP/h'P /-Ptrfpp/-MOfPM/Pï! n ,.rr Pi
15:04. De centrale meldkamer in Drie
bergen krijgt intussen zo veel telefoontjes
dat die naar de regiocentrale belt. „Of er al
voldoende meldingen zijn?'' Antwoord: 'de
brandweer is onderweg'. Er wordt afgespro
ken dat er geen nieuwe meldingen meer
worden doorgegeven.
Als de brandweer aankomt, heeft die grote
moeite het terrein te bereiken. Er is veel pu
bliek komen kijken. Brandweerman Johan
Bosch is geërgerd: „Ik dacht: eigenlijk zou
den we ze van de weg moeten sproeien.
Maar ja, dan sta je daarmee straks zo in de
krant. Achteraf gezien had ik het gewoon
moeten doen.''
Ook politieauto's hebben de Roomweg
afgesloten. Brandweermensen moeten trek
kend en duwend die auto's verplaatsen. Er
gaan minuten verloren. Het is niet onge
bruikelijk dat de politie op die manier bur
gervoertuigen op afstand houdt. Nu hindert
dat echter ook de brandweer.
15:08 uur. De brandweerlieden zien dat
de werkbunker in brand staat en beginnen
met blussen.
De beelden van zijn leven
15.10 uur. Earryt Boetes, die officier van
dienst is van de brandweer Enschede, komt
ter plaatse. Hij vraagt of er een waarschu
wing naar de ambulancepost is gedaan. De
centralist: „Dat ga ik nu doen.'' Hij belt en
meldt het als 'een grote brand'. Een strategi
sche keus. Dan worden er zonder verdere
discussies ambulances vrijgemaakt.
15.15 uur. De twee directeuren van S.E.
Fireworks, Rudi Bakker en Willie Pater, ko
men ook bij het bedrijf. Ze zien brandweer
mensen op de bunker staan blussen. Bakker
lijkt dat 'geen goed idee' en zegt later dat hij
nog geroepen heeft dat ze er af moeten gaan.
Dat gebeurt niet.
Freelance-cameraman en fotograaf Marcel
van Nieuwenhoven is intussen ook ter
plaatse. Hij gaat het terrein van S.E. Fire
works op en zoekt bij de bedrijfswoning een
plek voor een goed shot. Hij is een 112-ver-
slaggever, die altijd de eerste wil zijn en dicht
op de actie zit. Niet veel later arriveert de
jonge RTV Oost-cameraman Danny de
Vries. Hij blijft buiten de poort en schiet niet
veel later daar de beelden van zijn leven. Die
gaan de hele wereld over.
Ook verslaggever Guus Ferrée van De
Twentsche Courant Tubantia is uitgerukt, ge
volgd door zijn collega, krantenfotograaf
Reinier van Willigen. Het is ongeveer 15.20
uur. „Je bent te laat'', zeggen omstanders
wat lachend tegen hem. De brand lijkt on
der controle. Brandweermannen zeggen dat
ook tegen elkaar. Ferrée weet niet zo goed
hoe hij de situatie moet inschatten. „Een
vreemde brand'', vindt hij. Hij praat kort
met S.E. Fireworks-directeur Rudi Bakker,
die aangeslagen is.
Op wat meer afstand hebben de camera
mensen Jack Huygens en Gerrit Poort zich
verschanst op het dak van fabriekscomplex
De Bamshoeve. Ze hebben goed zicht op het
hele terrein. Poort vraagt zich af: „Wie heeft
er nou op klaarlichte dag vuurwerk staan af
steken?'' Ze maken grappen over 'de vuur
werkshow die ze zo vast gaan zien'. Ook hun
filmbeelden worden niet veel later wereld
nieuws.
Brandweer waant zich veilig
15.34 uur. Zwaar vreemd geroffel. Een
lage steekvlam schiet over de grond uit een
bunker richting twee zeecontainers. Op de
bunker staan drie brandweermannen te
blussen; ze zijn kansloos. De container, ook
wel E2 genoemd, explodeert. Het is het be
gin van een verwoestende kettingreactie.
Volgens het officiële onderzoek naar de
ramp begint de kettingreactie met een
brand in werkbunker C2, die doorslaat
naar de opslagbunker ernaast (C4).
Na 47 seconden ontploft één van die
bunkers, M7, die vervolgens ook de an
dere bunkers mee laat exploderen.
Na 67 seconden ontploft container C11.
Die klap laat ook één, maar mogelijk al
meer zeecontainers ontploffen (vermoe
delijk E8 tot en met E11). Vervolgens
ontploft dan ook de rest van de opslag.
De eerste explosie is zo zwaar, dat de meet
apparatuur van het KNMI 42 seconden later
de ontploffing registreert alsof het een aard
beving is.
15.35 uur. Earryt Boetes schreeuwt via
kanaal rood van zijn portofoon aan iedereen:
'Terugtrekken, terugtrekken'. Iedereen be
gint te rennen voor zijn veiligheid.
Politieman Jaap Knotter vreest dat men
sen onder de voet worden gelopen. „Alles
rolt over elkaar heen. Fietsen, mensen met
kinderwagens, één grote chaos.'' De explosie
slingert hem van de voeten. „Ik kom boven
op mensen te liggen. Als we opstaan, merk
ik dat het niet alleen vuurwerk is dat naar
beneden komt, maar ook bakstenen en dak
pannen.''
Dan ziet hij een moeder met kind, als ver
steend op straat. Knotter duwt ze tegen een
gevel van een woning en gaat om hen heen
staan als een menselijke muur; geen idee
hebbend van wat hen nog te wachten staat.
15.35 uur. Een onbekende belt 112. „Ter
Hoogte van De Bleek is een enormeHij
wordt onderbroken en overstemd door een
dreun. „Oh... een enorme explosie, uh..."
De lijn zwijgt. Het is de tweede fatale massa
explosie, door het KNMI geregistreerd om
15.35,46 uur. De klap is voelbaar in Limburg.
Wethouder en burgemeester
Wethouder Dick Buursink staat nog op z'n
balkon te klussen bij de eerste explosie. „Ik
sta verstijfd.'' Dan die enorme tweede. Dick
en zijn vrouw Ida voelen de luchtdruk tegen
hun flat slaan. Ze pakken elkaar vast. Buur-
sink voelt paniek en vraagt zich af: „Wat
komt er nog meer?'' Door zijn hoofd schiet:
'Dit kunnen wel honderden doden zijn'.
Buursink grijpt zijn fiets en racet naar het
stadhuis.
Hij is er als eerste. Snel daarna komt op ei
gen initiatief ook wethouder Eric Helder
aan, gevolgd door de enkele bodes en de ge
meentesecretaris. Ze proberen burgemeester
Jan Mans te bereiken. Maar het mobiele net
werk ligt plat. Het lukt ook niet om contact
te krijgen met de meldkamer, de brandweer,
of de politie.
15.37 uur. Burgemeester Jan Mans zit op
dat moment achter de asperges in het sjieke
hotel Carelshaven in Delden. Hij heeft een
afscheidsreceptie. Hij is niet gealarmeerd.
Hij ziet zijn chauffeur Karel binnenkomen
en begrijpt meteen: „Er is iets ernstigs ge
beurd, want dat doet hij anders nooit.'' Mans
belt en belt, maar bereikt niemand; geen
brandweer, geen politie. Lijnen zijn dood.
Al van ver ziet Mans in zijn dienstauto de
rookwolk boven de stad. Onderweg naar het
stadhuis maakt hij een tussenstop bij de
brandweerkazerne. Hij treft grote versla
genheid aan. Niemand twijfelt eraan of er
doden zijn onder de collega's. Als Mans te
gen 16.30 uur bij het stadhuis arriveert,
grijpt zijn vrouw Anny hem vast: ,,Wees je
zelf.'' En dan rent Mans het stadhuis in. Om
dat er nog steeds geen contact is geweest
met brandweer of politie, stuurt de burge
meester dan maar zijn assistent op de fiets
naar het hoofdbureau van de politie.
16.50 uur. De rampenstaf is voor het
eerst compleet en het rampenplan wordt in
werking gesteld. Politieofficier Arjan Meije-
rink geeft een eerste verslag: ,,Er is sprake
van ontzetting. Er zijn doden. Mogelijk ook
onder de hulpverleners.''
Kindje kwijt
Op het rampterrein lijkt intussen de wereld
te vergaan. Marcel van Nieuwenhoven raakt
zwaargewond, blijft achter in de deurope
ning van de bedrijfswoning en sterft daar.
Journalist Ferrée: „Brokstukken vliegen me
om de oren. Instinctief zet ik het op een ren
nen.'' Hij zoekt in de Nachtegaalstraat dek
king achter een boom, met een brandweer
man. Wat verderop ziet hij een Japanse auto
staan. Achterin ziet hij een bloemstuk lig
gen met een rode stikker: 'voor moeder'.
Agent Jaap Knotter staat nog om de vrouw
met haar kind gebogen bij de tweede zware
dreun. De woning waar ze staan wordt weg
geblazen. Het dak valt over hen heen. Hij
heeft het gevoel dat hij helemaal in elkaar
wordt gedrukt. „Onvoorstelbaar.'' Knotter
pakt het kind en trekt de vrouw over het
puin mee, tot er iets brandends tegen zijn
borst slaat. Knotter valt en als hij overeind
krabbelt staat zijn bloes in brand. Met zijn
handen slaat hij de vlammen uit. „Ik heb
geen idee waar het kindje is.''
Maar er is geen tijd om na te denken, al
leen om te vluchten. Hij rent en ziet dat een
man voor hem een steen op zijn hoofd
krijgt. Met een collega sleept hij hem een
woning binnen aan de Nieuwluststraat,
waar hij veilig moet zijn voor het vallende
puin. ,,Dat de man vermoedelijk al dood is,
dringt niet tot mij door.'' De vuurzee rukt
op. De twee agenten begrijpen dat ze niet
kunnen wachten op een ambulance. ,,We
moeten rennen voor ons leven.''
Beter springen, dan verbranden
Cameraman Gerrit Poort is van het dak van
de Bamshoeve geblazen. „Ze zeggen dat je
hele leven aan je voorbij flitst, op het mo
ment dat j e denkt dat j e doodgaat. Dat is ook
zo. Onbeschrijflijk wat er dan door je kop
VERVOLG VAN PAGINA 11
S.E. Fireworks bestaat uit een bunker
complex (mavoboxen genoemd), wat
loodsen en zestien zeecontainers.
Het bedrijf is kort voor de ramp bij toe
val vanuit de lucht gefotografeerd. Er is
daardoor een zeer accuraat beeld van
het bedrijf, als later een brand zich in
korte tijd ontwikkelt tot een catastrofe.
Uitgeworpen vuurwerk veroorzaakt
daarna brand bij de zeecontainers,
vermoedelijk in de driehoek achter de
containers E2 en E15, die bijna haaks
op elkaar staan. E2 vliegt in brand.
In E2 onstaat een explosieve brand,
die door getuigen al wordt omschreven
als een eerste explosie. Container E2
springt open; naar buiten schietend
vuurwerk veroorzaakt nieuwe brand bij
de bunkers daartegenover.
Luchtfoto genomen op 13 mei; een
overzicht van het bedrijf S.E. Fireworks.