mm m A*;m - ma m
i'/Y:',. y^uf/tuwerm^Tl^i g
v'/Oü wajixjiAiuy -j& /ygj wTTo
De eerste uren van de vuurwerkramp in Enschede, van minuut tot minuut
Op 13 mei 2000 - een stralende dag - ontploft
de vuurwerkopslag S.E. Fireworks in
Enschede. Twee massa-explosies eisen
23 levens. Bijna duizend mensen raken gewond,
sommigen hebben blijvend letsel. De explosies en
daaropvolgende vuurstorm verwoesten de wijk.
Enschede is wereldnieuws. „De stad is opnieuw
iets aangedaan, dat nooit en nooit voorbij
zal gaan'', dicht Willem Wilmink over deze
tragische zaterdag, vandaag 20 jaar geleden.
Kippenbouten en pijlen
14.45 uur. Wethouder Dick Buursink
staat op z'n balkon op tien hoog een zelf
gemaakte tafel in elkaar te schroeven. Hij
zet de poten eerst verkeerd, dus het moet
opnieuw. Hij ziet bij de Grolschfabriek een
zwarte rookwolk. Er zijn in die tij d net veel
branden geweest in de stad en daarom is
hij alert. Maar de rook neemt af. Buursink
klust verder, tot z'n vrouw Ida zegt: „Het
begint weer.'' Hij ziet vuurpijlen en denkt:
'Sensatie, daar zullen wel veel mensen op
af komen'.
Op datzelfde moment horen meerdere
omwonenden van S.E. Fireworks vuur
werk afgaan. Sommigen zien de vuurpijlen
in de lucht. Alwin Jabber werkt bij de poe
lier aan de Roomweg en loopt naar de vrie
zer achter de zaak om kippenbouten te
pakken. „Ik zie ineens twee vuurpijlen,
geel-wit van kleur.'' Hij weet van de op
slagplaats en krijgt een onaangenaam ge
voel ervan. Hij belt met zijn vader. „Moet
j e daar niet weg?'', vraag die. Maar alles lijkt
veilig.
Ook autoverkoper Marcel Kammann ziet
bij garage Agterbos aan de Roomweg de
pijlen. „Alsof iemand die aan het testen is.
Na twee of drie minuten gaan er ineens
tientallen de lucht in. Maar dat gaat dan
ongecontroleerd.'' Kammann belt alarm
nummer 112. Hij is één van de eersten. De
vuurpijlen hebben kleine brandjes in de
omgeving veroorzaakt. Meer mensen bel
len de alarmcentrale.
Agent Jaap voelt het eerste vuur
14.47 uur... De 23-jarige agent Jaap
Knotter heeft zijn dienst erop zitten en wil
naar huis. Maar hij hoort gerommel. „Te
ring, wat een onweer'', zegt hij. Maar hij
realiseert zich ook: voor onweer duurt dit
te lang. Via de politieradio hoort hij dat er
een brandje is bij Grolsch. Met z'n collega
Wolter Alberts gaat hij er toch even naar
toe. „Het ziet er al zwart van de mensen.''
Knotter wordt al snel aangesproken
door een bewoner wiens huis in brand
staat en hij gaat kijken. Er is brand, maar
het valt mee. Hij loopt terug naar de Tol
lensstraat en ziet meer collega's arriveren.
„Op dat moment ben ik wel wat serieuzer.
Ik heb het eerste vuur al gevoeld.''
15:02 uur. Er komen steeds meer mel
dingen van brandjes bij 112 binnen. Bin
nen anderhalve minuut zeven. Er worden
veel straten genoemd: Rembrandtstraat,
Roombeekstraat, Roombeekweg, Room-
weg, Tollensstraat
Vanaf de Roomweg belt Jolanda van
Dijk. „Veel te veel vuurwerk ontploft tus
sen de singel en Roomweg.'' Op de achter
grond zijn vuurwerkexplosies te horen.
Amper een minuut later belt Jos van Loo:
„Achter mij is volgens mij een fabriek aan
het ontploffen!''
15:03 uur. De Regionale meldkamer
doet de eerste alarmering uit naar de
brandweer. Omdat er zoveel meldingen
komen meteen twee posten. „Attentie,
attentie: brandmelding Roomweg, hoofd
post, sectie Oost. Betreft vuurwerkfabriek.
Roombeekweg, Sectie oost en hoofdpost.
Toeschouwers staan in de weg
Toeschouwers en auto's staan in de weg.
In de hoofdkazerne hebben brandweer
mensen al de eerste rook gezien. De erva
ren man Bert Konhuurne wenkt: „Kom,
laten we maar vast naar de wagens gaan,
de melding komt vast zo.'' Twee minuten
later zijn ze op weg. Door een eerdere in
zet wel met een onderbezetting: geen ze
ven, maar vijf man. De bevelvoerder
vraagt om assistentie van Zuid en Lonne-
ker. Zuid vraagt: Gaan we naar een vuur
werkfabriek? Centralist: „Ja dat zou kun
nen.''
WOENSDAG 13 MEI 2020
Jaap Knotter. fotos archief tctubantia
De drukte bemoeilijkt de hulpverlening,
Brandweerman Bert Konhuurne.
rail whim
1IIIV HtHIK
a wiiMt imi«
r;.Lfi WW KlAffl®
De rampdag
door de ogen
van getuigen
LUCIEN BAARD
Dit is een reconstructie door de ogen
van getuigen en betrokkenen. Zoals
agent Jaap Knotter, die op zijn vlucht
een kindje laat vallen en kwijtraakt en
wordt verteerd door wroeging.
LEES VERDER OP PAGINA 12