GIPHARTS VERRUKKELIJKE Een daad van ongehoorde moed', vond Connie Palmen Lanoye schrijft zowel vol mededogen als geërgerd afstandelijk MOEDERBOEKEN Op ons verzoek leidt schrijver en veellezer Ronald Giphart ons de komende tijd door zijn boekenkast. Deze week vijf boeken die draaien om de eerste vrouw in ons leven. i I oeder' het kost moeite mij tot U te richten; ik kan me niet herinneren dat er tussen ons een vertrouwelijke band bestaan heeft.' Dit is de eerste zin van een boek dat Ischa Meijer (1943-1995) in 1974 publiceerde. Meijer had een getroebleerde relatie met zijn ouders. Een paar maanden na zijn geboorte werd hij met zijn gezin gedeporteerd naar Westerbork en later naar concen tratiekamp Bergen-Belsen. Ondanks de verschrikkingen over leefden de Meijers de oorlog, maar de wonden waren zo diep dat het onmoge lijk was erover te spreken. Door de pro blematische verhoudingen binnen het gezin ontstond een breuk die nooit meer zou worden geheeld. Het boek waarmee Meijer debuteerde zal daaraan niet hebben bijgedragen. De brief aan zijn moeder is het schok kende, ontluisterende relaas van een tweedegeneratieslachtoffer. De jonge Ischa werd vernederd door zijn ouders en voelde nooit enige liefde of genegen heid. Tekenend is dat zijn moeder hem 'een miskraam' noemde. Meijers brief is niet dik, telt slechts honderd bladzijden, en is opgenomen in de onlangs verschenen verzamel bundel Zó, en niet anders. Connie Pal men, die tot Meijers dood in 1995 een liefdesrelatie met hem had, noemde zijn brief in het voorwoord van deze bundel 'een daad van ongehoorde moed'. Zo leest het inderdaad wel. n Een slagerszoon met een brilletje (1985), de debuutverhalenbundel van de Vlaamse schrijver Tom La- noye (61), heeft de moeder van de schrijver een droom. Daarin vertelt ze haar zoon dat hij geen slager hoeft te worden, maar later alles mag doen wat hij wil. Bijna 25 jaar na zijn debuut schreef Lanoye een hele roman over zijn flam boyante moeder, de slagersvrouw en amateuractrice Josée Verbeke. Dit deed hij overigens nadat zijn vader was ge storven, want pas toen lukte het hem vrijuit over haar aftakeling te vertellen. Lanoye beschrijft hoe hij vanuit zijn verblijfplaats Kaapstad naar België reist omdat zijn moeder niet goed is gewor den. Lanoye vermoedt dat ze zich weer eens aan het aanstellen is ('altijd weer is het opera'), maar in het ziekenhuis ziet hij hoe zijn moeder erbij ligt: ze heeft haar leven lang gepraat, maar na een beroerte komt ze niet meer uit haar woorden. En daarmee verliest ze ook haar waardigheid. Zijn moeder was niet altijd de aardig ste. Zo reageerde ze ronduit kwetsend en hardvochtig op de coming out van haar zoon. Toch beschrijft Lanoye met zowel liefdevol mededogen als geërgerde af standelijkheid in één lange typerende geëxalteerde spraakwaterval het leven van zijn moeder: rauw, warrig, scherp, vrolijk, hilarisch, soms hartverscheu rend. 34 Liszen BRIEF AAN MIJN MOEDER ISCHA MEIJER SPRAKELOOS TOM LANOYE TEKST RONALD GIPHART FOTOSHODYCAREMAN

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 114