7
Toon Kramer geen groot feest
Zwaaien met zelfgemaakte vlag
Mijn ouders hoorden: ,,We zijn be
vrijd.'' En: ,,De bevrijders komen
over de Laan van NOI.'' Wij woon
den daar vlakbij en herinner mij het
opgewonden gevoel: Feest! Mijn
moeder was coupeuse. Ze flanste
voor mijn broertje en mij een vlag in
elkaar: stukje rode aan elkaar gestikte
lintjes, stukje wit laken en een restje
van een blauwe overall, vastgespij
kerd aan een doormidden gezaagde
meterstok, ieder 50 centimeter want
gereedschap had mijn vader nog wel.
Van een van de slager gekregen over
gebleven stukje oranje vlag had zij
voor mij een onderjurkje gemaakt.
We stonden dus tijdens de intocht
met rood-wit-blauwe vlaggetjes te
zwaaien, die niemand had, want
vlaggen waren verboden. Mijn enige
herinnering zijn tanks, heel veel
tanks en juichende mensen. En de
sfeer van opgewonden, opgeluchte,
vrolijke mensen. De vlaggetjes zijn
helaas verloren gegaan, het oranje
onderjurkje heb ik aan het Museon
geschonken.
'Vliegende kruidenier'
Mijn eerste bevrijders zag ik begin mei 1945 op
de hoek van de 's Gravendijkwal en de Mathe-
nesserlaan. Een van die militairen, met een bont
muts op, vroeg mij de weg naar een arts. Ik heb
hem toen de weg gewezen naar het adres waar
mijn vader zijn praktijk had. In 2015 ontmoette ik
bij de herdenking in Terbregge Bernard Harris. Hij
was boordschutter in een van de Lancasters van de
Royal Air Force, die mij op 29 april 1945 op het dak
van ons huis aan de Mathenesserlaan heeft zien
zwaaien! De Lancasters waren even 'vliegende
kruideniers', zij dropten voedsel in het kader van
operatie Manna, eten voor de bezette gebieden.
een concert toen plotseling de uit
zending werd onderbroken. Een
Britse verslaggever zei dat er in Ne
derland een wapenstilstand was
overeengekomen. De oorlog was af
gelopen. ,,We konden het eigenlijk
niet geloven en stapten naar onze
majoor om hem in te lichten. Maar
hij wist dat natuurlijk allang en zei
dat we onze noodrantsoenen op
mochten maken. Daar zat ook een
flinke fles drank in. Ik heb die avond
nog nooit zoveel aangeschoten solda
ten gezien'', lacht Kramer.
Die eerste twee dagen na de capitu
latie gebeurde er weinig. Ze moesten
wachten. Speelden veel spelletjes. En
kregen het bevel de wagens op te
poetsen. Maar Kramer kon zijn com
mandant overhalen dat niet te doen.
Heel veel mensen die ze onderweg al
eerder waren tegengekomen, hadden
met krijt noodkreten aan hun dierba
ren op de voertuigen geschreven.
'Tante Fien, we zitten daar. Bel ons.'
Dat soort teksten. ,,We waren een rij
dende krant geworden. Ik vond dat
we die mensen moesten helpen.''
Maandag 7 mei begon Kramer aan
de zegetocht om het westen van Ne-
derland te bevrijden. Even na 09.00
uur zette zijn eenheid zich in bewe
ging. Het moment dat ze de grens
van het front over reden, bezorgt
Kramer nog steeds rillingen als hij
eraan terugdenkt. ,,Eindelijk hadden
we die Duitsers te pakken'', zegt hij.
Maar de rit door Nederland was
ook ongemakkelijk. Het was doodstil
op de meeste wegen, herinnert Kra
mer zich. Op veel kruispunten ston
den nog steeds Duitsers bij hun af
weergeschut. ,,Ik vond het heel on
aangenaam omdat we niet precies
wisten hoe ze zouden reageren. Maar
er werd niet op ons geschoten. Ze
hielden zich aan de afspraak dat wij
ze zouden ontwapenen.''
Pas toen de Polar Bears Utrecht be
reikten kon Kramer dat unheimische
gevoel loslaten. Het was de eerste
stad waar ze stuitten op een uitzin
nige menigte. Overal hingen vlaggen
en stonden mensen te juichen. Het
leek wel carnaval. Doorrijden was
niet meer mogelijk. Sommige men
sen probeerden op de voertuigen van
hun bevrijders te klimmen. ,,Ik had
daar eigenlijk een bloedhekel aan.
Want al mijn persoonlijke bezittin-
gen lagen er in en alle wapens. Men
sen trapten de boel vuil en als we
weer gingen rijden was ik als de dood
dat mensen er vanaf vielen.''
Doodsbange meiden
Kramer weet nog hoe hij werd geroe
pen om te komen kijken hoe vijf Hol
landse en doodsbange meiden op een
soort podium werden gezet. Ze wer
den kaal geknipt, omdat ze met Duit
sers een relatie hadden. ,,Toen ben ik
nog heel kwaad geworden. Als deze
mensen zo graag een heldendaad
wilden verrichten, hadden ze dat een
week eerder moeten doen. Ze stopten
en ik heb die meiden het advies gege
ven voorlopig onder te duiken totdat
het rustiger zou worden.''
En zo trok Kramer verder naar Hil
versum, Naarden, Amsterdam en uit
eindelijk Baarn, waar hij hielp met
het ontwapenen van de Duitsers en
waar er op zijn tijd wel flink kon wor
den gefeest. Al was ook dat van korte
duur. Na de bevrijding van Neder
land werden de Polar Bears naar het
Duitse Dortmund gestuurd. De oor
log was voor Kramer nog niet voorbij.
En eigenlijk nog steeds niet. Nacht
merries zoals vlak na de oorlog heeft
hij niet meer, maar er gaat geen dag
voorbij of hij denkt er aan. In het
hoofd van Kramer is het elke dag
5 mei.
Ik vond
het heel
onaangenaam,
omdat we niet
precies wisten
hoe de
Duitsers
zouden
reageren
dinsdag 5 mei 2020
GO
Anky Murk-van Gaalen (79),
Alphen aan den Rijn
1
Soldaten worden gezoend door
vrouwen uit Marken. foto spaarnestad
Ton Hermans, Rotterdam
Toon Kramer (98) met een foto
van zichzelf in uniform in zijn wo
ning in 's-Graveland.
FOTO MARCO OKHUIZEN
De zegetocht door het land met Toon Kramer staand op
zijn legervoertuig.
-Toon Kramer,
oorlogsveteraan
Toon Kramer met zijn kameraden