len, geleid door een manisch bewegende
figuur op een kleine verhoging - de dirigent.
Ik nam me voor klassieke muziek te gaan
begrijpen. Ik wilde smaak ontwikkelen,
weten welke componisten ik waardeerde,
waarin de uitvoeringen van elkaar verschil
den, wat een dirigent precies deed.
Toen ik eenmaal een flinke rij concerten
in het Concertgebouw had meegemaakt
- soms geconcentreerd luisterend, soms
prettig afdwalend, altijd genietend - bleek
ik voor Gustav Mahler een diepe liefde te
hebben ontwikkeld.
Man, wat ben ik blij dat Mahler in mijn
leven is gekomen.
Laat ik het zo zeggen: als je Mahler een
maal hebt ontdekt, en je bent gevoelig voor
zijn werk, dan kun je niet meer terug.
Ik ben overigens bepaald niet de enige
die er zo over denkt, overal zijn er Mahler-
adepten: dweepzieke muziekliefhebbers
die zichzelf Mahleriaan noemen en geen
uitvoering van een Mahler-symfonie
willen missen. Die Mahler-verenigingen
oprichten en Mahler-krantjes uitgeven. Die
Mahler-symfonieën tot het kleinste nootje
bestuderen en zijn borstbeeld adoreren.
Het fijne van Mahler: zijn oeuvre is
compact. Negen voltooide symfonieën en
wat liederencycli. Niet honderden werken
die je van je leven niet allemaal kunt door
gronden, zoals Bach, Mozart en Schubert
ons hebben gegeven.
Gustav Mahler werd in 1860 geboren in
een eenvoudig Joods gezin - vader was
likeurstoker en herbergier - in de Bohemen
(zeg maar Tsjechië). Er waren veel broertjes
en zusjes, van wie er ook veel stierven, wat
Mahler voor het leven heeft getekend. Te
pas en te onpas wordt er in zijn symfonieën
een treurmars ingezet, vaak voorafgegaan
door een jiddisch kinderwijsje of de klank
van een militaire kapel. Aan de overkant
van zijn ouderlijk huis oefende namelijk
een militaire kapel. Bepaalde melodieën en
klanken zijn voor Mahler altijd aan emoties
en herinneringen verbonden, en komen
steeds terug in zijn muziek.
Hij bleek alras supermuzikaal en mocht
naar het conservatorium. Daarna klom hij
via kleine operahuizen almaar verder op als
dirigent.
Uiteindelijk werd hij chef-dirigent van
de Weense hofopera, het epicentrum van
de klassieke muziek; dan ben je dus een
absolute superster. Hij dirigeerde de ene
opera na de andere, mensen vielen in kat
zwijm als ze hem op straat tegenkwamen
en hij trouwde met Alma Schindler, die
door vele grote kunstenaars uit haar tijd
bejaagd (en bemind) werd.
Als dirigent ging het op rolletjes, alleen
w^st Mahler dat hij in de eerste plaats
componist was. Maar hij werd gezien als
dirigent, de beste van zijn tijd nog wel, en
mensen zaten niet per se op zijn eigen
symfonieën te wachten. 'Mijn tijd komt
nog wel', prevelde Mahler, en componeerde
vlijtig voort. Dat deed hij in de zomer
vakantie, als hij niet hoefde te dirigeren,
in piepkleine componeerhuisjes; buiten
huisjes die vandaag de dag fungeren als
kleine Mahlermusea.
Ondertussen maakte hij zich weinig
populair. Mahler was een klein, driftig
kereltje en stelde hoge eisen aan het leven
én aan zijn orkest. Een sterke persoonlijk
heid die niet van keuvelen hield: alles
moest intens en ernstig.
Als dirigent stond hij te springen en te
tieren op de bok om het orkest naar zijn
hand te zetten. Als de uitvoering eenmaal
daar was, had hij het orkest zo goed gepre
pareerd dat hij de musici soms alleen met
zijn blik kon dirigeren.
Zijn humeur kon in een oogwenk om
slaan van vrolijk, aardig en onbezorgd
naar woedend, malicieus en pessimistisch.
Misschien zouden we hem tegenwoordig
bipolair noemen, in ieder geval waren zijn
stemmingswisselingen berucht.
Al deze dingen maken Mahler tot een
verrukkelijke componist. Zijn uitvoeringen
worden vaak ten gehore gebracht door
gigantische symfonieorkesten. Bij Mahler
zitten er altijd véél musici op het podium,
en vaak ook nog wat koren en zangers, die
veelal alle hoeken van de orkestbak krijgen
te zien. Het ene moment lijkt het of je naar
een bedeesd kamerorkestje zit te luisteren,
terwijl het volgende moment de storm
door de zaal beukt en iedereen er vol tegen
aan moet. Dan weer euforisch, dan weer 1
diep triest. Overal is klank, overal is mu- h
ziek, overal is emotie. Ontroerend, specta-
18
Perfectionist
Mahler was een sterke persoonlijkheid
die niet van keuvelen hield: alles moest
intens en ernstig.