6 EINDE WOII STRIJD OP ZEE WAS NOG NIET GESTREDEN De haven van Antwerpen was in de Tweede Wereldoorlog cruciaal voor de bevoorrading van de geallieerde troepen. Cor Heijkoop vertelt in zijn nieuwe boek Zeeslagveld Schelde hoe moeilijk het was om de Westerschelde veilig te houden. Aan boord van een Britse mijnenveger op de Wester- schelde, 1944-1945, in het midden staat de uit Vlissin- gen afkomstige loods P.G.L. Elias. foto imperial war museum lon DEN, COLLECTIE COR HEIJKOOP Britse mijnenvegers in actie op de Westerschelde. Foto uit het boek 'Zeeslagveld Schelde'. imperial war mu seum LONDEN, COLLECTIE COR HEIJKOOP et einde van de Tweede Wereldoorlog bracht vuurwerk in Zeeland. Havenstad Antwerpen viel tot ve ler verbazing al op 4 september 1944 vrijwel ongeschonden in ge allieerde handen. Zeeuws-Vlaan- deren en Walcheren werden in de daaropvolgende natte en koude herfst na zware gevechten bevrijd. Op het gehavende land keerde daarmee de rust terug, de Slag om de Schelde was gewonnen. Op zee was de oorlog echter verre van ge streden. De vaarweg naar Antwer pen, de belangrijkste haven voor de bevoorrading van de geallieerde troepen, moest mijnenvrij worden gemaakt. En gehouden. Dat laatste was tot mei 1945 bepaald geen si necure. Maritiem schrijver Cor Heijkoop uit Middelburg zegt in zijn deze week verschenen boek Zeeslagveld Schelde: 'Een heftige periode van een oorlog die eigenlijk al voorbij was'. Na de bevrijding van de Schelde- monding volgde nog een hele reeks Duitse tegenzetten om de konvooivaart op Antwerpen te hinderen. De in het nauw gedre ven Duitsers slaagden erin om nieuwe strijdmiddelen in te zet ten. Vliegende bommen - V1 en V2 - maakten de meeste indruk, maar waren bepaald niet de enige wapens waarmee de geallieerden bestreden werden. Om te beginnen moesten de Westerschelde en de aanlooprou tes op de Noordzee mijnenvrij worden gemaakt. De Duitsers hadden de vaarwegen vol gelegd met drijvende bommen. Er wer den twee Britse mijnenbestrij- dingseenheden ingezet die in de haven van Terneuzen werden ge stationeerd. De mijnenveegactie kreeg de codenaam Operatie Ca lendar en begon op 2 november. Er werden die maand 167 magneti sche, 34 akoestische en 36 grond- mijnen geruimd. Op 26 november konden de eer ste geallieerde vrachtschepen in Antwerpen aanmeren. Het Cana dese schip Fort Cataraqui kreeg twee dagen later de eer officieel als eerste vrachtschip in de Sinjoren stad te worden verwelkomd. Een goedmakertje, weet Heijkoop te melden. Bij de afsluiting van Ope ratie Calendar werden de Britse, Amerikaanse en Belgische vlag ge hesen. De Canadese was vergeten. Terwijl juist de strijders uit dat land een hoofdrol hadden ge speeld in de Slag om de Schelde. Vrij van mijnen was een betrek kelijk begrip. In het nog niet be vrijde Rotterdam en IJmuiden la gen Duitse Schnellbote, die 's Een heftige periode van een oorlog die eigenlijk al voorbij was nachts opnieuw drijvende explo sieven op de vaarroutes legden. De boten waren ook voorzien van tor pedo's, waarmee talrijke gealli eerde vrachtschepen tot zinken werden gebracht. Hitler en zijn le gerleiding gooiden nog nieuwe wapens in de strijd. Vooral Ant werpen kreeg te maken met de vliegende bommen V1 en V2. Op vrijdagochtend 13 oktober 1944 ontplofte de eerste V-bom in de binnenstad. De laatste viel 30 maart 1945. In die periode werd de stad bestookt met 2448 V1-bom- men en 1261 V2's. Er vielen ruim 3500 burgerslachtoffers en er kwa men 714 militairen om. In de ha ven werden diverse marine- en koopvaardijschepen beschadigd of vernietigd. Havenarbeiders dwon gen met het oog op de bommen een gevarentoeslag af, de zoge naamde 'bibbertoelage'. Pagina 40: Ze legden er zelfs een paar keer het werk voor neer, wat gezien de oor logsomstandigheden heel bijzonder was. De Duitse oorlogsmachine had nog meer verrassingen in petto. Schrijver Heijkoop begeeft zich hiermee op bekend terrein. In 1995 schreef hij in Klein venijn over mi- niduikboten, de zogenoemde Kleinkampfmittel waarmee de konvooivaart werd bestookt. In zijn nieuwste boek komen die Duitse één- en tweepersoons duikboten, de Biber en de See- hund, weer aan bod. Met derge lijke bootjes werden vanaf kerst 1944 mijnen gelegd en torpedo's afgevuurd. Een opgeknapte Biber is te zien bij landingsstrand Uncle Beach in Vlissingen. Het succes van hun Feindfahrt was beperkt, ze waren kwetsbaar en bedrijfson- zeker. Ook de inzet van met explo sieven geladen motorbootjes was weinig effectief. Hoe risicovol de vaart op Ant werpen in die maanden na de Slag om de Schelde was, wordt duide lijk in het hoofdstuk 'Geallieerde konvooien onder vuur, een verslag van dag tot dag'. Vooral mijnen waren de boosdoeners. Tot 5 mei 1945 werden er 46 schepen kon vooischepen beschadigd, vaak tot zinken gebracht. Ruim zeshon derd zeelieden kwamen om. Nog niet geborgen scheepswrakken en landingsvaartuigen vormen her en der geliefde doelwitten voor dui kers. Westkapelle staat niet toeval lig als 'onderwatermuseumpark' bekend. woensdag 29 april 2020 Burgers in Axelse dracht zwaaien naar een Britse mij nenveger in de haven van Terneuzen, eind 1944. Foto uit het boek 'Zeeslagveld Schelde' van Cor Heijkoop. foto impe rial WAR MUSEUM LONDEN, COLLECTIE COR HEIJKOOP Mijnen op de Westerschelde Jan van Damme Terneuzen -Cor Heijkoop in zijn boek Cor Heijkoop: Zeeslagveld Schelde. De maritieme strijd in het Westerscheldegebied van novem ber 1944 tot mei 1945 - Uitgeverij Durenkamp Aardenburg, hardco ver, 96 pagina's, 19,95 euro. H v Konvooivaart op de Westerschelde. Aquarel. vanWimRHpfok opgenomen in het boek 'Zeeslagveld Schèjde-'yan Cor flteijkoqSjjS-LUSTRATIE WIM H. BLOK

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 30