'Tijdens een
vakantie in
Israël werd mij
duidelijk
dat de oorlog
niet bij haar
stopte'
een onmetelijk verdriet waar ik geen aan
spraak op maakte, waar ik naast stond, ver
driet waar ik bij op schoot zat, dat ik pro
beerde te troosten, dat van mijn moeder
was. Tot mijn twaalfde, toen het besef zich
ontvouwde dat alles wat mijn moeder was
overkomen, op mij had ingedeukt.
'Weet je wanneer ik me voor het eerst
Joods voelde', vraag ik.
'Toen je neus begon te groeien?'
'Ook. Maar eerder al. In Israël, toen ik daar
met papa was. Op mijn twaalfde.'
Het waren zes dagen waarin ik ontdekte
dat ik een plek in de wereld had die al was
bepaald, dat er een narratief bestaat waarin
niet alleen mijn moeder Joods is, maar ook
ik dat ben. Ik leerde tijdens die herfstvakan
tie dat er meer bestaat dan Joods slachtof
ferschap, er openbaarde zich een complete
Joodse cultuur aan me. In die zes dagen
begon een zelfonderzoek dat blijkbaar niet
kon plaatsvinden in mijn ouderlijk huis,
werd duidelijk dat de oorlog niet bij mijn
moeder stopte. Daar, in Israël, begon ik te
ontdekken wat haar geschiedenis voor mij
betekende.
Ik heb een slecht geheugen, geen van ons
heeft een goed geheugen. Ze zeggen dat dat
een symptoom van traumatisering is. Wan
neer ons gezin over vroeger praat, zijn we
vrijwel nooit in staat het verhaal kloppend
te maken. Maar die zes dagen vormen een
uitzondering, staan me helder voor de
geest. Ik kan met gemak terug naar mijn
twaalfjarige zelf, alsof precies daar een gat
zit in de tijd. Door terug te blikken, wil ik
ontdekken waar het verhaal van mijn moe
der ophoudt en dat van mij begint.
Mensen denken de oorlog te kennen,
sommigen zijn er zelfs moe van, zonder
te weten wat die heeft aangericht. Als ik
mijn pijn niet weet te ontcijferen en ken
baar maak, weet niemand dat die nog voort
woekert, weten de generaties die na mij ko
men niet wat hen overkomt
als de Holocaust ook in hun
lijf wakker wordt.
dacht ik: o ja, dat is waar ook. Ik was alweer
vergeten dat ik Joods was.'
Het doet me denken aan alle keren dat
ik als kind voor meisje of homo werd uit
gemaakt. Vaak dacht ik op die momenten:
dat is waar ook, ik ben anders, ik hoor er
niet bij, zoals een ontmoeting met je spie
gelbeeld je kan herinneren aan je nieuwe
kapsel.
Mijn moeder vertelt me dat ze haar ou
ders vroeger niets zei over de opmerkingen
die ze kreeg toegeworpen. Zo vertelde ik
haar en mijn vader niet over de pesterijen
op het schoolplein. Misschien heeft zij me
die zelfredzaamheid, dat eeuwige ontzien,
dat inslikken van pijn wel geleerd, zonder
dat te willen of zich te realiseren.
Een confrontatie met haar Joodse identi
teit was een confrontatie met al het onbe
grijpelijke, pijnlijke. Ook in mijn ogen bete
kende Joods-zijn: oorlog, uitsluiting, haat,
deportatie. Het woord was vervlochten met
Ook mijn Holocaust,
een reisverslag van 6 dagen
en 35 jaar verschijnt op 1 mei
bij Das Mag Uitgevers (€21).
MAURITS
DE BRUIJN
OOK MIJN
HOLOCAUST 8
ZATERDAG 25 APRIL 2020 19