In Ook mijn Holocaust blikt Maurits de Bruijn (35) terug op een zesdaagse trip naar Israël die hij als jongen van 12 maakte. Daar ontdekte hij 'waar het verhaal van mijn moeder ophoudt en dat van mij begint'. Een voorpublicatie. Op tafel staat een mok van het opdrin gerig vrolijke merk Blond, vol oude thee. Mijn moeder heeft op dit servies na, een goede smaak. Ze merkt dat de beker nau welijks waardering krijgt. Daarom vist ze iedere keer dat ze het ding uit de kast pakt naar complimenten. De mok van mijn moeder doet me aan een even opdringerig exemplaar denken. Kort geleden verbleef ik twee maanden in het huis van een vriend. Ik leende zijn leven: ontbeet aan zijn keukentafel, kookte op zijn gasstel, sliep in zijn bed, bewaterde zijn planten en las zijn boeken. In zijn rech ter keukenkastje stond een witte mok met daarop een swastika. Geen hindoeïstische of boeddhistische, geen onschuldige, maar het onvervalste hakenkruis van de nazi's. Ik pakte de beker op en bekeek de onder kant, vond daar de adelaar. Ik wist dat mijn vriend geen nazisympathisant was, ik wist dat hij zich, net als zoveel andere millenni- als, graag van ironie bediende. We kenden elkaar bovendien van de kunstacademie, onze opleiding dreef wel meer studenten tot het breken van regels. Toch markeerde de mok een grens tussen hem en mij. Toen ik een vriendin over de beker ver telde, het ding aan haar liet zien en zei hoe weerzinwekkend ik het vond, gooide ze de nazimok zonder aarzelen stuk op de tegel vloer van mijn tussenhuis. Ik lachte voordat ik een stoffer en blik pakte. Niet veel later kwam de bewoner van het huis terug van zijn vakantie. Ik begon over mijn vriendin en de mok die niet meer te lijmen viel. De vriend ging verzitten, knip perde een paar keer met zijn ogen. 'Je weet natuurlijk wel dat ik geen nazi ben', zei de vriend. 'Maar ik heb 'm wel zelf gekocht. Online. En hij was nog best duur ook. Ik weet het helemaal niet zeker, maar het schijnt om een origineel te gaan.' De mok intrigeerde hem, omdat die stond voor een gedachtegoed dat in zijn keukenkastje onmogelijk kon betekenen wat het ooit betekend had. Dat er über haupt symbolen hadden bestaan die zoveel Niet alleen het verhaal van mijn moeder ILLUSTRATIES AART-JAN VENEMA ZATERDAG 25 APRIL 2020 17

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 97