'In het ziekenhuis heb ik soms wel drie sterfgevallen in één dienst. Ook beoordeel ik of mensen fit genoeg zijn voor de ic- behandeling' 17 Simone (Uden): ,,Ik ben echt boos geweest op de buitenwereld, dat ze niet zagen waar we mee te maken hadden. Jongens, het gaat de pan uitreizen, zei ik toen ik bij het be stuur van de NVIC aanschoof. Diederik (Gommers, red.), kom kijken, alsjeblieft. Hij is gekomen, en begreep het toen echt. Het is gewoon anders als je het mee maakt. Twee dagen later, op 21 maart, kwam Hugo de Jonge. Toen is de bal echt gaan rollen.'' Peter (Groningen): ,,Er is wel eens gesuggereerd dat wij in het Noor den meer hadden kunnen doen. Misschien is het een gevoel, maar ik snap niet goed waar dat vandaan kwam. Wij stuurden als eersten een bus naar het zuiden, en daarna hebben we elke dag vier patiënten overgenomen. In een maand tijd zijn we van 35 naar 112 ic-bedden gegaan. Twee derde van onze coro napatiënten komt uit het zuiden. Het was eigenlijk niet echt een vraag, of we het moesten doen. Is er nog wel plek voor onze 'eigen' mensen, hoorde ik soms iemand zeggen. Maar dan had ik een arts uit het zuiden aan de lijn, die ver telde dat zijn ic helemaal vol lag en de recovery ook, en dat er weer eentje aankwam. Dan zeg je geen nee. Ons hele zorgstelsel is ge bouwd op solidariteit.'' DE TEL KWIJT Angelica (Bergen op Zoom): ,,Nor- maal doen we een overplaatsing alleen als we bepaalde zorg niet kunnen bieden. Dan belden we nadien, om te vragen hoe het met de patiënt ging. Die tijd is er nu niet, ik ben de tel kwijt. Jammer, maar het kan echt niet anders. Al leen de stabielste patiënten wor den overgeplaatst. We hebben hier iemand gehad die van Bernhoven naar Terneuzen is gegaan, toen naar ons, en hiervandaan naar Duitsland. Die was telkens de sta bielste van het stel. Je zou het maar zijn. Dan word je wakker en ver telt iemand je in het Duits dat je in vier verschillende ziekenhuizen hebt gelegen.'' Hans (Tilburg): ,,We hebben tot nu toe 69 patiënten uitgeplaatst. Als crisismanager klinkt dat logisch, dan zijn het ineen poppetjes. Er moeten drie mensen weg, dat gaan we regelen. Maar poeh, ze liggen allemaal zo slecht. Weten we zeker dat we het transportrisico aandur ven? En waar gaan ze dan naartoe: Groningen, Heerenveen? Deze pa tiënt heeft maar één familielid, zonder eigen vervoer. We hebben geprobeerd daar rekening mee te houden, maar het kon niet altijd. Mensen accepteren het, maar het blijft natuurlijk gewoon een drama.'' Ruud (Maastricht): ,,Dat naasten er grotendeels niet bij zijn, vind ik echt verschrikkelijk. Elke dag belt een dokter de familie. Nou, de te- lefoon hoeft niet vaak drie keer over te gaan. Hij wordt meestal meteen op speaker gezet. Het vraagt best wel veel van ons, het lukt niet altijd om het in te passen in het werk. Maar je merkt dat mensen het echt nodig hebben.'' Angelica (Bergen op Zoom): ,,Nor- maal kun je praten, een hand op de schouder leggen als iemand ver drietig is. Het komt goed, zeg ik dan, het is heel wat, wat u nog meemaakt. Dat kan nu allemaal niet.'' Simone (Uden): ,,Het fijne van fa milie zien, is dat je weet of ze de informatie goed oppakken. Of ze echt begrijpen dat het slechter gaat, of ze hoop hebben. Die infor matie mis je nu.'' Ruud (Maastricht): ,,Als patiënten overlijden, laten we de familie er wel bij. We gaan met hen in ge sprek als we weten dat we de be handeling moeten staken. Dan schets ik hoe de patiënt erbij ligt. Dat ze buisjes gaan zien, infusen en maagsondes. Dat het gezicht van de patiënt behoorlijk gezwol len kan zijn. Samen met de verple ging stop ik het toedienen van me dicijnen en beademing.'' Simone (Uden): ,,Het is echt een heel aangrijpende periode. Ken nissen en familie worden getrof fen. Op een afdeling zijn er soms wel drie sterfgevallen in één dienst. Daarnaast beoordeel ik of mensen fit genoeg zijn om een ic- behandeling te ondergaan. Er was een dag dat ik vier mensen nee als antwoord gaf. Dat hoort bij je vak, maar het doet je niet altijd niks, integendeel. Mensen zien het vaak niet aankomen, familie begrijpt het niet altijd goed. Dat zijn lastige gesprekken.'' Ruud (Maastricht): ,,Ik weet zeker dat er onder collega's angst is, ook al wordt er niet veel over gepraat. Als patiënten heel jong zijn, komt het dichtbij. Daar zitten bij wijze van spreken ook triatleten bij. Meerdere collega's raakten be smet. Eén directe collega heeft zelfs bij ons op de afdeling gele gen. Hij werd 's nachts binnenge bracht. Dat hakte er volledig in, het is nog een jonge gast. Ik had dienst, moest net een ambulance transport doen. Ik zat die nacht met een verpleegkundige, zij heeft ook kleine kinderen. Ik keek haar aan, en weet gewoon dat we over hetzelfde aan het nadenken wa ren. Toen heb ik maar gevraagd of ze nog vakantieplannen had.'' Hans (Tilburg): ,,Ik ben zelf ook ziek geworden, de crisis was op zijn hoogtepunt. De eerste klach ten waren koorts en hoofdpijn. Daarna werd ik extreem moe. Even dacht ik dat ik weer beter was, maar toen werd ik benauwd. Ik kreeg een snelle hartslag, koorts, ging afvallen. En ik was moe, zo moe. Uiteindelijk ben ik ruim twee weken weggeweest.'' WEREDDEN HET Hans (Tilburg): „Halverwege mijn ziekbed kreeg ik de bevestiging dat we het zouden gaan redden. Het was eind maart. De toename in het aantal Nederlandse ic-opnamen vlakte af. Maar wat vooral de door slag gaf, was de hulp die we uit Duitsland kregen. Het feit dat zij bedden beschikbaar stelden, gaf ons de broodnodige ruimte. Vergis je niet: de Nederlandse ic's ston den echt onder hoogspanning. Op 6 april liep ik voor het eerst weer de afdeling op. Dat was sur realistisch. Buiten was het lekker weer, mensen waren goedge mutst. Ik deed de deur van de in tensive care open: BAM. De ic was ontploft: patiënten, personeel, voorraden. Ik herkende het niet meer terug. Het was natuurlijk de opschaling die ik zelf mee had voorbereid, maar om het dan te zien.De eerste tien mensen die ik tegenkwam kende ik niet! Het waren mensen van andere afdelin gen, vrijwilligers. En zij kenden mij niet, ik moest zelfs mijn pasje laten zien. Wat bijzonder was: Voor iedereen was het al routine. Dat was echt fantastisch om te zien.'' Angelica (Bergen op Zoom): ,,We krijgen ontzettend veel hulp van anesthesie- en ok-verpleegkundi- gen. Die helpen bijvoorbeeld met het draaien van patiënten. Dat is echt heel prettig. Wat me wel een beetje stoorde, was dat er in de media net gedaan werd alsof je met cursusje zo op de ic kunt wer ken. Dat is natuurlijk niet zo. Wij zijn gewend om dagen met een patiënt bezig te zijn. We weten hoe de nieren werken, wat we moeten doen als de bloeddruk daalt, hoe je beademing in de ga ten moet houden. Het is specifiek werk.'' Simone (Uden): ,,Voor mij als arts was het ontzettend wennen, al die GO ZATERDAG 25 APRIL 2020 f „s> «sj NAAM Hans is getrouwd met een huisarts, hij heeft twee zonen van 11 en 7. Hij werd eind maart zelf geveld door het coronavirus, sindsdien hebben ze thuis niet altijd even veel aan hem. ,,Dan zit ik met mijn gezin op de bank en val ik in slaap. Als ik mijn ogen weer open doe kan ik zo maar twee uur gemist heb ben.'' „Voordat ik ziek werd werkte ik 90 tot 100 uur per week, nu zijn dat er misschien 80. Het virus heeft er echt flink inge hakt. Als ik een trap op loop, moet ik daarna altijd even uithijgen. In eerste in stantie ging het echt 24 uur per dag over corona. Dan keek ik 's avonds ook nog de talkshows. En dan zie je mensen zitten die zulke tenenkrommende uitspraken doen. Die zeg gen dat het een griepje is, bijvoorbeeld. Geef die mensen nou geen podium. En er zijn weinig virologen niet geïnterviewd. Kijk dan gewoon niet, Hans, be dacht ik me later.'' Angelica is 48 en heeft twee zoons van 17 en 21. Ze woont in Rilland. ,,Als ik nu thuiskom voel ik wel dat ik gewerkt heb. We moeten patiënten veel draaien, dat is zwaar. En je bent toch veel meer met werk bezig, het is allemaal corona. Ik mis het wel om even een potje te kunnen gaan tennissen. Maar ik heb ook een gezin, die hebben ook allemaal hun eigen verhalen, dus dat geeft afleiding.'' ,,Ik zit ook in de materialencommissie van het ziekenhuis. Dat bezorgde me extra stress. Iedere dag kwam er wel een mail- tje dat er een tekort dreigde aan het een of ander. Niet per se mondkapjes en schorten, waarover de hele tijd gaat. Maar mondverzorgingssets voor de patiënten bijvoorbeeld, of filters voor de dialyse. Gelukkig is het telkens op tijd opgelost.'' LEES VERDER OP PAGINA 18

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 65