3*
Mooiste bloemdijkje van de Zak in enkele uren kapot
6
woensdag 22 april 2020
VRIJWILLIGER ALLISTER HOUDT VLISSINGSE BINNENSTAD SCHOON
Het is nog nooit
zo schoon geweest
op de straten en
pleinen rondom de Sint
Jacobskerk.
Gewapend met een
grijpstok en vuilniszak
ruimt Allister van Hoeve
dagelijks al het
zwerfvuil in de
Vlissingse binnenstad
op.
René Hoonhorst
Vlissingen
Allister (28) woont in
een begeleid-wonen
huis van 's Heeren
Loo aan de Branderij
straat in de schaduw
van de Sint Jacobskerk. Hij werkt
normaal bij manege Paardoes en
bij de groendienst van 's Heeren
Loo aan de Bosweg in zijn woon
plaats, maar sinds de coronacrisis
ligt dat werk grotendeels stil. ,,We
mogen niet met een aantal men
sen in het busje."
Stilzitten is niks voor Allister.
Het was hem al langer een doorn
in het oog dat er in zijn woonom
geving vaak veel afval op straat
ligt. Nu hij niets anders om han
den heeft, besloot hij daar wat aan
te doen. ,,Het is geen gezicht, al die
troep op straat, en niet goed voor
het milieu. Daarom ruim ik elke
dag de rotzooi in de buurt op."
Dat alle horecazaken in het cen
trum dicht zijn, scheelt in de
drukte en daarmee ook in de hoe
veelheid afval die op straat wordt
gedumpt. Toch haalt Allister elke
dag meer dan een zak rommel op.
„Vooral blikjes en sigarettenpeu
ken." Ook allerlei andere spullen
haalt hij van de straat en uit de
kerktuin. Als Allister ziet dat ie-
Allister zorgt ervoor dat de straten en pleinen rondom de Sint Jacobskerk in Vlissingen er spic en
span bij liggen. foto lex de meester
mand afval op de grond gooit,
spreekt hij diegene er persoonlijk
op aan. Vaak helpt het weinig.
,,Dan zeggen ze: 'Jij loopt hier
toch, ruim jij het maar lekker op'."
Aardbeientaart
Niet alle mensen doen zo lelijk te
gen hem. Vooral omwonenden
zijn verguld met zijn inzet. Een
dame zet een verse aardbeientaart
voor Allister op de grond, 'want ja,
corona'. ,,Die had je nog van me
tegoed. Bedankt voor het goede
werk." Haar naam ziet de wel
doenster liever niet in de krant,
maar Allister weet dat ze 'in de
buurt' woont.
Net als Allister is Marie-Linde
Lievense blij met de waardering
Als ik mensen op hun
gedrag aanspreek,
zeggen ze soms: 'Jij
loopt hier toch, ruim jij
het maar lekker op'
-Allister van Hoeve
die de vrijwillige afvalopruimer
ten deel valt. Allister heeft van de
begeleidster van 's Heeren Loo de
ruimte gekregen zijn werk te
doen. De zorgstichting heeft hem
goed materiaal, een veiligheids
hesje en beschermende hand
schoenen ter beschikking gesteld.
,,We hebben afgesproken dat hij
het afval in de straten rondom de
Sint Jacobskerk en in de kerktuin
op eigen houtje mag opruimen.
Als hij straten verderop in de bin
nenstad wil schoonmaken, kan
dat ook. Maar dan moet er wel een
begeleider mee."
Allister knikt instemmend. Hij
zou de paarden in de manege
graag weer eens zien en wil zijn
gewone werk ook weer oppakken.
Maar zo lang dat niet kan, blijft hij
troep in de binnenstad opruimen.
,,Dat moet gewoon. Voor het mi
lieu."
NATUURJOURNAAL
Een tweewekelijkse rubriek
over natuur in Zeeland
Chiel Jacobusse
Ik zal een jaar of zestien geweest
zijn toen we langs een dijkje in
de buurt van mijn ouderlijk
huis een aantal mooie, felgekleurde
bloempjes ontdekten. De plant
waaraan de bloempjes groeiden
was tamelijk onopvallend met
smalle grasachtige bladeren die
schuilgingen in de wirwar van al
lerlei planten die eromheen groei
den. Maar de diep paarsroze
bloempjes waren zo opvallend dat
je de plant in de bloeitijd niet mis
sen kon.
Het was altijd een hele toer om,
met de Geïllustreerde flora van
Nederland van Heimans, Heinsius
en Thijsse, de naam uit te zoeken.
Het was het enige redelijk com
plete plantenboek dat we hadden
en het heeft nog steeds een plaats
in de boekenkast, een exemplaar
van de 20ste druk uit 1960. Wat
lang niet altijd het geval was: het
lukte dit keer om met volkomen
zekerheid de soort te determine
ren. Het ging hier om de zeldzame
ruige anjer, een soort die zijn be
langrijkste Nederlandse bolwerk
had op Zuid-Beveland.
Het dijkje in kwestie was rijk aan
zeldzame planten. Misschien om
dat tot enkele jaren voor de vondst
elke dag schaapwachter Rijkse met
zijn kudde langstrok. Die schapen
zorgden niet alleen voor een gra
zige vegetatiestructuur waarin
bloemdijkplanten konden gedijen;
via hun wollige vacht zorgden ze
ook voor het transport van zaden.
Hoe dichter je bij de thuisbasis (de
hoeve van Boogerd) kwam, hoe
meer kans dat de schapen voor
aanvoer van bijzondere zaden ge
zorgd hadden.
Wat waren we beretrots op zo'n
zeldzame vondst. We koesterden
de groeiplaats. Sinds de vondst
rond 1970 ging er vrijwel geen jaar
voorbij of we bekeken hoe het er
met de anjertjes voor stond. En dat
viel bepaald niet tegen. Terwijl veel
bloemdijken verruigden en zeld
zame planten in de loop der jaren
De ruige anjer
moesten wijken voor distels en
bramen, bleef het dijkje van de
ruige anjers opmerkelijk mooi in
tact. Zelfs vorig jaar stonden ze nog
in volle bloei.
Dat was allemaal niet vanzelf ge
gaan. Jarenlang waren vrijwilli-
gersploegen bezig om de dijk te
onderhouden door jaarlijks maaien
en afvoeren en toen daar door om-
standigheden een einde aan kwam,
waren collega's van Het Zeeuwse
Landschap bereid om jaarlijks met
trekker en opraapwagen het beheer
van het dijkje te doen. Ook dankzij
welwillende medewerking van de
eigenaar.
Maar dit voorjaar ging het mis.
Het afritje waarlangs de anjers en
allerlei andere zeldzaamheden zo
lang stand hielden werd verbreed
en met een graafmachine was bin
nen een paar uur één van de mooi
ste bloemdijkstukjes van de Zak
van Zuid-Beveland voor altijd ka
pot. Geen opzet, geen kwade wil,
maar gewoon een vergissing van
een onwetende beheerder. Je kan
het nauwelijks iemand verwijten,
maar ach wat doet het verlies van
zo'n mooi natuurmonument zeer!
WA
'Het moet gewoon voor het milieu'