CORONAVIRUS
'We zitten in een andere fase, ik overleg over afschalen'
EUWS 11
Edwin Winkels
Barcelona
De eerste woorden van de dag zijn
van een vrouw, ergens in de zestig, in
de tram in Den Haag. ,,Het is best een
beetje eng'', zegt ze. ,,Ik ben voor het
eerst in vijf weken buiten.''
De tram is eng, de stad is eng. Nog
enger is het uitgestorven Centraal
Station van Utrecht. Eng is ook dat
niets zeker is. Pas als op spoor 18 de
trein naar Frankfurt binnenloopt,
weet ik zeker dat een fundamentele
schakel in mijn geïmproviseerde reis
niet gebroken is. Ik wil naar huis,
naar Sitges, bij Barcelona, naar een
Spanje dat met meer dan 20.000 do
den een van 's werelds koplopers in
de macabere 'coronarace' is.
Ik had, in maart, een retourtje
Barcelona-Amsterdam geboekt bij
Vueling. Maar Nederland deed de
grenzen op slot voor Spanjaarden.
Vueling vloog niet meer. KLM nog
wel, één keer per dag. Althans, op de
heenweg. Twee keer werd mijn te
rugvlucht geannuleerd, en toen was
er niets meer. Tot in mei. Maar ook
dat is niet zeker.
Het was goed toeven in Nederland,
bij mijn lief. En goed ook om ouders,
beide in de tachtig, en broer te zien,
zonder kussen of omhelzingen. Om
op de racefiets te stappen. Maar ik
wilde terug. Ik ben correspondent
Spanje voor deze krant, en dat werk
wil je vanaf je standplaats doen.
Ik zit met nog één andere reiziger
in de wagon van de Duitse trein. Kort
na Zevenaar steken we de grens over.
Controle is er niet. Geen Bundespoli-
zei die wil weten wat een Nederlan
der in haar land komt doen.
Ik had via internet gezocht naar
manieren om terug te keren. Een
ondernemer bood me een camper
aan - die moest vanuit Nederland
naar Spanje worden teruggereden.
Maar ik zou de grens met België mis
schien niet eens over komen, en in
Frankrijk zeker van de Autoroute du
Soleil gehaald worden. ,,En op de
fiets?'' stelden vrienden voor, half
serieus. Zelfde probleem, in Frank
rijk noch Spanje mag je met de race
fiets de weg op. En plaatsen om te
overnachten zijn er niet.
Ik keek naar de vluchten die nog
wel in Barcelona landen, zo'n twaalf
tot vijftien per dag. Het merendeel
binnenlands. Maar ook: Londen,
Parijs, Frankfurt en... Düsseldorf.
Dichtbij. Twee keer per week een
vlucht. Voor 103 euro kocht ik een
ticket, maar de instapkaart kreeg ik
niet online.
Voor de twintig of dertig incheck-
balies van Eurowings staat niemand.
Nergens in de terminal van Düssel-
dorf is iemand. 'Bin gleich wieder da',
staat er op een bordje bij balie 167,
maar wanneer dat al een half uur
duurt, vrees ik toch voor mijn vlucht.
,,Kunt u bewijzen dat u in Spanje
woont?'' vraagt ineens een grondste-
ward. ,,Ik doe alles bijna in mijn een
tje'', verontschuldigt hij zich.
Ik laat hem een verfrommeld pa
piertje zien, dat al jaren in mijn por
temonnee zit. Het is mijn NIE, mijn
registratienummer als buitenlander
in Spanje, bijna onleesbaar gewor
den, maar de steward ziet Espana
staan en vindt het goed. Aan boord
mogen alleen mensen die de Spaanse
nationaliteit hebben of een vast
woonadres in Spanje. ,,Bij aankomst
kunt u gecontroleerd worden.''
Zojuist is een vlucht naar Londen
vertrokken, er volgen er nog naar
Niemand
praat, de helft
van de mensen
heeft een
mondkapje
voor, we zitten
ver uit elkaar
Rome en München. Dat is alles voor
de middag. Bij de gate zie ik de an
dere passagiers, 25 in totaal. Geen
kinderen. Ik heb de hele dag al geen
kinderen gezien en moet denken aan
Children of men, een film waarin de
mens zich al twee decennia niet
meer kan voortplanten.
In het schemerduister van de gate
waan ik me in mijn eigen dystopie.
Niemand praat, de helft van de men
sen heeft een mondkapje voor, we
zitten ver uit elkaar. De drie barretjes
zijn gesloten. In het vliegtuig verko
pen de drie stewardessen gelukkig
flesjes water voor 1,50 euro. Andere
drankjes niet. ,,Heel vreemd voor ons
ook, ja. Maar de maatschappij be
schouwt dit als een reddingsvlucht,
om mensen de kans te geven naar
hun land terug te keren. Spanjaarden,
en op de terugweg Duitsers'', vertelt
een van hen.
Olmo Chiara is zo iemand. Zijn
studie wiskunde in Bonn zit erop, hij
kon niet nog een maand huur betalen
en is op weg naar Sevilla. ,,Twee eer
dere vluchten gingen niet door. Nu
kom ik in ieder geval in Barcelona.
Maar pas morgen heb ik een trein
naar Sevilla; ik denk dat ik maar op
het station ga slapen.''
Controle
De straten van Barcelona doemen
onder me op. Van bovenaf is niet te
zien dat de stad niet leeft. Bij de uit
gang van het vliegveld staat altijd de
Guardia Civil. Nu zit er alleen een
particuliere beveiliger op een krukje.
Ik loop ongehinderd het land binnen.
Pas op het allerlaatste traject, als ik
als enige passagier in de lijnbus naar
mijn dorp zit, is er een heuse con
trole. Drie politiewagens blokkeren
de snelweg. Tien auto's staan stil. De
bestuurders moeten vertellen
waarom ze richting de kust onder
Barcelona reizen. Naar eventuele
weekendhuizen mogen ze niet.
Het is duidelijk: de lockdown van
Spanje is nog niet versoepeld. Ik loop
het laatste stuk naar huis. In de ene
tuin maken de buren ruzie bij de bar
becue. In de andere staat de kleine
Emil voor de 35ste dag achtereen te
basketballen. Ook de komende,
zesde, week zal en mag hij nog niet
de straat op.
OP DE INTENSIVE CARE
k heb vanochtend een patiënt
ontslagen die ruim dertig da
gen op onze intensive care lag.
De opname heeft op deze persoon
veel indruk achtergelaten. Hoe be
ter ze zich voelen, hoe meer ze zich
vaak realiseren wat ze hebben mee
gemaakt. Tegelijk is er een gevoel
van opluchting. Elke dag weer iets
meer kunnen en uiteindelijk van
de ic af mogen. Ook mij en mijn
collega's doet dat steeds goed.
We plaatsen ook nog twee pa
tiënten over naar andere zieken
huizen. Zij kwamen naar Dor
drecht toen de druk op de ic's in
het zuiden van het land groot was.
De patiënten gaan terug naar hun
eigen ziekenhuis. Het is vaak de
wens van henzelf en de familie. Ze
willen naar de plek waar ze van
daan komen, dicht bij huis. Dit
weekend zijn er geen nieuwe
mensen bij gekomen op onze co-
rona-ic. Allemaal positief, maar
vergeet niet: er liggen nog steeds
Hoe beter patiënten
zich voelen, des te
meer realiseren ze
zich wat ze hebben
meegemaakt
ernstig zieke patiënten die vech
ten voor hun leven.
Wel zitten we nu in een andere
fase. Ik heb, ondanks dat ik een
paar dagen vrij was, veel overleg
gehad over het afschalen. Zo was
er een videovergadering met elf
intensivisten van ziekenhuizen in
de regio Rijnmond. We moeten
dit samen oppakken, anders krijg
je ongelijkheid in de zorg. Dat je in
het ene ziekenhuis al terecht kunt
voor een heupoperatie en in het
andere niet, omdat daar de opera
tiekamers nog gebruikt worden
voor de opvang van Covid-patiën-
ten. Dat kan natuurlijk niet.
We moesten het overleg zakelijk
houden. Toch had iedereen ook de
behoefte om zijn of haar verhaal te
delen. De fysieke en geestelijke ge
steldheid van de artsen en ver
pleegkundigen is nog goed. Zor
gen zijn er wel over de langere ter
mijn. We hebben allerlei ruimtes
overgenomen, om de capaciteit te
vergroten. Voor de patiënt is dat
geen probleem, maar voor ons is
het geen ideale werkomgeving. En
de mentale belasting blijft groot;
we maken veel mee. Draaien extra
uren, alle vakanties zijn logischer
wijs ingetrokken. We moeten
elkaar goed in de gaten blijven
houden."
maandag 20 april 2020
Een eenzame terugreis
Lege tram, lege stations, lege trei
nen, lege vliegvelden, leeg vlieg
tuig, lege bus en ten slotte een
leeg dorp. In zijn tien uur durende
reis van Nederland naar Spanje
kwam correspondent Edwin
Winkels nauwelijks iemand tegen.
-Edwin Winkels,
correspondent Spanje
Het vliegveld van
Düsseldorf.
FOTO EDWIN WINKELS
Michael
Frank
Dordrecht
Zorgverleners op de intensive
care staan in de frontlinie om
het coronavirus te bestrijden.
Michael Frank (53) is intensivist
op de ic van het Albert Schweit
zer ziekenhuis in Dordrecht en
geeft dagelijks een inkijkje in
zijn werk. Deel 24: „Minder druk,
maar er liggen nog steeds heel
zieke patiënten''.
- Jamaica Vink