f
volgt meestal sociale crisis'
'Personeel in
zorg moet
meedoen aan
beleidstafel'
4
Gezondheid
Het personeel in de zorg
moet in de toekomst
niet alleen uitvoeren,
maar ook meedenken
en meepraten, vindt
Bianca Buurman. Ze
vindt dit hét moment
om vragen te stellen.
Stel dat vader en
moeder hun baan
hebben verloren.
Het gezin is dan
ineens kwetsbaar
Nu de druk
en urgentie
hoog zijn,
kunnen
dingen snel
17
II
H
1
3
Kim Putters
(46)
De vragen:
van 2008 duurde weer een stuk
langer. Toen hadden we tien jaar
nodig om qua koopkracht en kwa
liteit van leven op ons oude niveau
terug te komen. Dat betekent dat
belangrijke systemen veranderd
zijn: het is ingewikkelder gewor
den, de wereld is meer met elkaar
verbonden. En dit waren econo
mische crises, deze huidige crisis
is ook nog eens wezenlijk anders.
We moeten ons dus ook andere
vragen stellen. Op dit moment zit
ten we er middenin en hebben we
het gevoel dat alles verandert als
dit voorbij is. Dat valt nog maar te
bezien. Die cohesie die we nu als
zo positief ervaren bijvoorbeeld,
gaan we die wel vasthouden?
Kwaliteit van leven
Maar goed, regeren is vooruitzien.
Bij het SCP kijken we met name
naar twee zaken: de kwaliteit van
leven in ons land en de kwaliteit
van de samenleving als geheel. Als
we naar dat eerste kijken: de over
heid zou als dit allemaal voorbij is
niet alleen aandacht moeten heb
ben voor de groepen die vóór de
crisis kwetsbaar waren. Er zijn
nieuwe kwetsbaren bijgekomen.
Dat jonge gezin bijvoorbeeld, met
twee ouders die aan het werk zijn
en kinderen die naar school gaan.
Een krachtig gezin, in de oude si
tuatie. Maar stel dat vader en moe
der hun baan hebben verloren.
Dan is dat krachtige gezin ineens
heel kwetsbaar. We moeten op
passen dat er geen nieuwe
scheidslijnen ontstaan. Het is een
historische wetmatigheid dat er na
elke economische crisis altijd een
sociale crisis volgt. Dan zie je dat
de bijstandscijfers en de armoede-
cijfers omhoog gaan. Meestal ijlt
het na, maar nu zien we het bijna
meteen gebeuren. Het raakt ons
nü. Ik denk dat vraagstukken over
de inrichting van onze arbeids
markt, zoals de omgang met
zzp'ers, heel snel op tafel zullen
komen. Net als andere weeffouten
en problemen die nu zichtbaar
worden. We kunnen niet anders
dan snel handelen. En de overheid
doet dat ook. Sterker: dat verwach
ten we.
Wij zien hier in onze onderzoe
ken bijvoorbeeld al jaren dat men
sen zelf hun verantwoordelijkheid
nemen als het gaat om de zorg
voor hun familie. Maar een meer
derheid vindt dat er altijd een
vangnet moet zijn. Als je het zelf
niet meer kunt bolwerken, dan
moet de overheid er staan. We leu
nen op haar. En we vertrouwen
haar ook. Er is nu een vergaande
bereidheid om vrijheden in te le-
veren, terwijl we toch zo gehecht
zijn aan vrijheid en democratie en
zeggen wat je ergens van vindt.
Maar we leveren nu in, juist omdat
we die vrijheid weer terug willen.
Daarbij kijken we toch naar de
overheid. Die moet het doen. En
als het gaat om dat tweede deel, de
kwaliteit van onze samenleving.
Waarheen?
Wij merken uit ons onderzoek dat
er heel veel behoefte bestaat aan
een visie: waar moeten we heen?
Dat is een vraag die wellicht bij de
komende verkiezingen, begin vol
gend jaar, beantwoord kan wor
den. Hoe mooi zou het zijn als de
verkiezingsdebatten daarover zou
den gaan? Dat partijen zich uit
spreken over de rol van de over
heid, over solidariteit, sociale co
hesie, de rol van het bedrijfsleven.
Dat ze nadenken over wat voor sa
menleving we nu zijn en dat ze dat
tegen het licht houden. En ook dat
ze nadenken over wat de rol van
de politiek zou moeten zijn. Daar
bij moeten de partijen ook eens
goed naar zichzelf kijken. De poli
tiek kan alleen iets bereiken als ze
zelf eensgezind is. Grote verande
ringen vragen een groot draagvlak.
De laatste jaren zagen we dat er
steeds gestuurd werd op die 76 ze
tels in de Tweede Kamer. Als er
maar een meerderheid is. Maar dat
is natuurlijk maar een heel smalle
marge. Zijn ze bereid om tot een
zo breed mogelijke overeenstem
ming te komen? Pas dan kunnen
er echt dingen veranderen."
at ik zie als ik naar deze
crisis kijk? Ik zie vooral
een grote saamhorigheid
onder verpleegkundigen:
dit is de situatie, dit is wat
we moeten doen, we staan ervoor en we gaan
ervoor. Afgelopen zomer was dat nog heel an
ders. Toen lag er een wetsvoorstel waarin een
onderscheid werd gemaakt tussen mbo- en
hbo-opgeleide verpleegkundigen. Daar was
verzet tegen, mensen stonden tegenover elkaar.
Als ik nu naar de beroepsgroep kijk, ben ik su-
perpositief. Mensen komen zelfs weer terug
naar de zorg, om te helpen. Ik zie ook dat de
grenzen tussen de verschillende vakgebieden
vervagen. Iedereen is met elkaar aan het zorgen
dat mensen weer be
ter worden. We heb
ben elkaar nodig. Wat
ik verder zie, is dat het
besef is ingedaald dat
de verpleging en de
verzorging de basis
zijn van ons stelsel. Er
zijn 350.000 verpleeg
kundigen en verzor
genden in ons land;
dat is 60 procent van
alle mensen in de
zorg. Ze zijn normaal
gesproken niet zo zichtbaar, misschien ook wel
omdat ze veel te bescheiden zijn. Het is heel erg
mooi dat er nu wordt geklapt voor ze, maar het
zou nog mooier zijn als er meer wordt geïnves
teerd. Ook dat is een vorm van erkenning. Wat
me echt heel erg heeft verrast in deze crisis, is
de snelheid waarmee de zorg is omgeschakeld.
Normaal gesproken kunnen veranderingen zo
een paar jaar in beslag nemen, maar nu de druk
en de urgentie hoog zijn, zie je dat het ook heel
snel kan. Letterlijk zelfs binnen een week. Dat
geldt natuurlijk voor alle belangrijke maatrege
len die nu genomen zijn. De hele samenleving
heeft snel geschakeld. Hoe kunnen we ervoor
GO ZATERDAG 18 APRIL 2020
FOTO LARS VAN DEN BRINK
ii
vy
a- .r ^piiit "i F~i
'in T inv
1 Sft^HBSSSSl
lm**m
«Ii('*W'--»53ï*Bl tW'
'-rgg^ïT i_»SSi 'II'"
"M": w;15®iii»r i" "i
Directeur van het So
ciaal en Cultureel
Planbureau. Dit is een
wetenschappelijk in
stituut dat zelfstandig
onderzoek doet op
sociaal en cultureel
gebied. Hierover
brengt het advies uit
aan onder meer de re
gering, de Eerste en
Tweede Kamer en
ministeries.
1. Hoe ziet onze
samenleving eruit in
2022?
2. Welke maatregelen
zijn er nodig?
3. Wat zijn de kansen
voor de toekomst?
Mark van Assen
LEES VERDER OP PAGINA 18