9 Onderhoud is het, meer niet' 'Fysieke onrust zit in mijn aard' 'Wat we thuis doen, is bij lange na niet genoeg om in topvorm te blijven. gezakt op de bank te gaan hangen, kan ze trouwens gemakkelijk weerstaan. „Fysieke onrust zit in mijn aard", schatert ze. ,,Ik ben let terlijk beweeglijk." Goed contact Gelukkig is nog geen enkele dan ser van het Nationale Ballet ziek geweest en heeft niemand een fa milielid verloren aan het virus, zegt ze opgelucht. ,,Maar we zijn een internationaal gezelschap. Onze Spaanse dansers vinden het nu wel heel moeilijk. En een Ja pans vriendinnetje van me bij het ballet is terug naar Japan gegaan. We houden allemaal goed contact met elkaar. Juist omdat we een in ternationaal gezelschap zijn, wer ken we hard om een eenheid te vormen. Dat maakt het Nationale Ballet zo bijzonder." Als 30-jarige beleeft ze deze pe riode ook anders dan haar veel jongere collega's, vermoedt ze. ,,We zouden nu een voorstelling dansen en ik vind het net zo rot als ieder ander dat dat nu niet kan. Deze tijd krijgen we niet terug. Maar ik kan wel beter relativeren. Als je 17 bent, bestaat er niks an ders voor je dan dansen. Elke dag dat dat niet kan, is verschrikkelijk. Ik ben ook geblesseerd geweest en weet dat het dansen daarna weer doorgaat." Groepsgevoel Corona met al zijn beperkingen beschouwt Wendeline als slechts een vervelend intermezzo. ,,Ja, ik mis het toneel, ik mis het orkest, ik mis de andere dansers. Er is niks zo mooi als het groepsgevoel dat we delen. Ik ben mijn hele leven al omringd door kunst en schoon heid. Ik kan dromen van het po dium. Wat we doen is superfysiek, dicht op elkaar, en we hebben een publiek nodig. Dus nee, we kun nen nu even niet dansen. Maar zo dra het mag, gaan we weer knal len." Han Ebbelink, voormalige solisten van het Nationale Ballet. Haar levensverhaal inspireerde Humberto Tan bij het schrijven van het jeugdboek Pirouette in Pa ramaribo. Dat gaat ook over een 11-jarig meisje dat ballerina wil worden. Gerda uit Paramaribo is Wendeline uit Oost Souburg. „Dat was zo'n bijzonder gevoel, het overviel me. Dat mijn ver haal inspirerend zou kunnen zijn, daarvan was ik echt onder de indruk. Zelf had ik geen voor beeld als ballerina. Ik kom uit een dorp, uit een hecht gezin. Ik ben blind het dansen in gegaan. Ik heb ook nooit nagedacht over de con sequenties." Positieveling Een verbrijzeld botje in haar enkel, afgescheurde enkelbanden tijdens de première van Het Zwanenmeer, een gebroken bot in haar voet dat in een pees stak. Dat waren pas echt moeilijk momenten, nuan ceert ze de beperkingen door co rona. „Ach weet je, ik ben ook een enorme positieveling. Iedereen zit in hetzelfde schuitje." „En ik kan nu regelmatig een rondje hardlopen door het park. Voor een ballerina is dat eigenlijk niet goed, want je krijgt steeds klappen op je gewrichten. En competitief als ik ben, wil ik ook te snel en te veel. Ik moet mezelf in houden. Maar het is wel een goed excuus om even naar buiten te gaan." De verleiding om onderuit ben ik om half tien in het theater en be gint om tien uur de balletles. Die duurt tot kwart over elf en om half twaalf begint een repeti tie, tot half twee. Van kwart over twee tot zes uur zijn er weer repe tities. Daarna massage of fysio en de gewrichten met ijs koelen. En om zeven uur ben ik thuis. Zes da gen per week, acht uur per dag trainen. 's Avonds met regelmaat een voorstelling. En op zondag vaak nog een matinee." Na vijf weken begint ze einde lijk gewend te raken aan het nieuwe ritme. ,,Maar wat we thuis doen, is bij lange na niet genoeg om in topvorm te blijven. Onder houd is het, meer niet. Acht uur op mijn tenen dansen, dat kunnen mijn voeten straks echt niet meer aan. Als ondernemingsraad heb ben we ook al tegen de directie ge zegd dat we straks, als de corona maatregelen versoepeld worden of voorbij zijn, niet zomaar weer vo luit kunnen gaan trainen. Er moet echt een in-trainperiode komen." De gevolgen voor de technische beheersing van het dansen zijn groter dan ze onder ogen wil zien, merkt Wendeline. ,,Het is niet zo dat ik het verleer, maar het verwa tert wel." En dat bevalt de balle rina volstrekt niet. ,,Ik werk op het allerhoogste niveau en wij willen het beste ballet ter wereld blijven. Onbewust ben ik altijd bezig met mijn 8ste voerden we se rieuze gesprekken thuis aan de eettafel. Hoe ik ver der zou moeten, waarheen, of we als gezin konden verhui zen. En nee, dat kon niet. Dus toen ik li was en naar het Conservato rium in Den Haag kon, ging ik in een gastgezin wonen." Pas later drong tot haar door wat dit werke lijk had betekend voor haar ou ders. „Ik wist wel dat het moeilijk was voor hen, maar voor mij klopte het helemaal toen ik in Den Haag kwam. Vanaf dag één ging ik er bloedserieus tegenaan. En zo gelukkig als ik was, zo trots waren mijn ouders." In 2008 kwam ze bij het Natio nale Ballet als adspirante en sinds 2010 behoort ze tot het corps de ballet. In 2014 won Wendeline een aanmoedigingsprijs van het Dan sersfonds '79, dat is opgericht door het meest beroemde Nederlandse balletpaar Alexandra Radius en die laatste de tails. Ik vraag zo on gelooflijk veel van mijn lichaam. Mijn lijfis gewend aan de pijn die daar bij hoort. Ik begin die pijn nu te missen." Eerste danspasjes Wendeline Wijkstra was 3 jaar toen ze haar eerste danspasjes zette. „Ik kon niet stilzitten en hield van muziek, van dingen die glinsteren, van mooie schoentjes. Ik heb allerlei dansstijlen gepro beerd. Elke avond na school één of twee danslessen. Maar klassiek ballet was het helemaal. Vanaf GO ZATERDAG 18 APRIL 2020

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 57