De haltelij st in het Iers lijkt wel een toverspreuk Dag 2: Cork - Limerick Was het gisteren een stralende dag, van daag is het typisch Iers weer, afwisselend miezer, buien en stortregens, of op z'n En gels gezegd: cats dogs. Niet echt geschikt voor de open bovenverdieping van de Hop 0n Hop off-bus, die ik voordat mijn trein reis verdergaat, neem. De busrit begint in het centrum van Cork: een paar winkelstra ten en de levendige kade aan de stadse kant van de Lee, de rivier die dwars door de stad stroomt. De zonderlinge straatlantaarns - twee kruiselings gepositioneerde palen van zilverkleurig staal met een aantal grote lampen - zijn geïnspireerd op scheeps masten. Cuan Chorca^ zoals Cork in het Iers heet, is vanouds een havenstad. De bus rijdt verder langs diverse bezienswaardig heden, zoals de English Market met aller hande schatten voor lekkerbekken, de lood zware Shandon Bells van St. Anne's Church en de voormalige city jail. Om 16.30 uur vertrekt mijn trein naar Limerick vanaf Cork Kent Railway Station: vijf perrons, een wachtruimte, een koffie- en-koekhoek, een kiosk. En een antieke locomotief. Vergeleken met gisteren is het heerlijk rustig. Het begint te schemeren, dus van het uitzicht genieten wordt een opgave. Maar dat is niet erg, want dat heb ik gisteren al gezien; het eerste stuk tot aan Limerick Junction rijdt de trein terug. Limerick Junction is een vreemd ver schijnsel. Junction betekent kruispunt, en dat is precies wat het is, een kruispunt van treinen in dit geval. Oké, er staan vier, vijf gebouwen, maar de plaats bestaat voorna melijk uit rails. Op het grauwe betonnen station stap ik over op de lokale sprinter naar Ennis, die in Limerick-stad (station Colbert) stopt. Min der luxueus dan de landelijke sneltreinen, maar nog altijd enorm comfortabel vergele ken met de sprinters waarmee we het in Nederland moeten doen. En: mét toiletten, zelfs aparte voor heren en dames. De trein vertrekt tien minuten later dan gepland en zowaar, het klaart op. Een beetje. Wat is het hier toch groen! Door de heggen, struiken, bomen en hekken lijken de weilanden hier meer op landschaps tuinen dan op grasland voor vee. Veel gezel liger, bovendien is er bij zon of neerslag beschutting voor de beesten. f Dag 3: Limerick - Galway De straat waarin mijn hotel ligt oogt som- bertjes. Leeg. Grijs. Wat is het precies waar aan je direct ziet dat dit een Angelsaksische straat is? De smalle voortuintjes? Het bak steen? De smalle, hoge ramen? De vele schoorstenen met elk zes uitlaatpijpen? Op naar het centrum, waar al winkels open zijn: Penneys, het moederbedrijf van de Ierse modeketen die elders in de wereld Primark heet. De Milk Market in het Market Quarter is tegenwoordig een overdekte vintagemarkt annex foodhall. Om twee uur opent het Hunt Museum, de particuliere verzameling van de familie Hunt. De nogal eclectische vaste collectie - archeologische vondsten, porselein, zilver werk, schilderijen - is gratis toegankelijk. Drie uur; tijd om naar het station te gaan voor de trein naar Galway. Het meisje ach ter de hoteldesk vraagt bezorgd of ik wel iets te lezen bij me heb: de reis duurt lang, vindt ze. ,,Het komt door de vele haltes. Hij stopt zo ongeveer bij iedere elke lamp post, lantaarnpaal.'' Als de trein vertrekt, is het ineens stra lend weer. We komen langs plaatsjes met namen als Sixmilebridge en Gort. De halte- lijst in het Iers lijkt wel een toverspreuk uit Harry Potter: Ard Raithin, Creachmhaiol, Baile Atha an Rt Ik kijk niet meer uit op weiland, maar op moerassige plassen, en is dat de zee? Eindpunt is station U Chéannt in Gaillimh, zoals Galway in het Iers heet. Ze waren me al opgevallen, de vele veilig heidscamera's in het openbaar vervoer en op de stations, maar in Galway hangen ze ook op straat. Aan de oever van de woest stromende Corrib, bijvoorbeeld. Veel jon geren hier, kinderen die op hun fietsen trucjes doen, families met een picknick- 40 Reizen (2 uur 2 minuten) Ma Frisgroen en grauw Uitgestrekte weilanden vol stenen muurtjes wisselen zich af met steden. (1 uur 58 minuten)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 120