l
Een zwervende zerk van Sion
ff.L8
6
Siebrecht van der Poel uit Goes joeg op walvissen
jt 11 4 vt i
i-- r.V
Hij had net Goes vaarwel gezegd voor
een studie biologie aan de Universiteit
van Amsterdam. In de straat waar hij op
zijn studentenkamertje bivakkeerde,
ontstond een gaslek. Iedereen werd ge
ëvacueerd, alleen dat Zeeuwse studen
tje werd over het hoofd gezien. Met het
gevolg dat Siebrecht van der Spoel
(1935) met een koolmonoxidevergifti
ging in het ziekenhuis moest worden
opgenomen. Toen hij een paar maan
den later weer aan de studie was, con
stateerde een begeleider dat hij er wat
pips uitzag. Je hebt buitenlucht nodig,
was zijn advies. Om er meteen aan toe
te voegen: 'Wat zou je denken van Ant
arctica?' Hoogleraar zoölogie Slijper
kon daar nog een schepje bovenop
doen: 'Als je wilt vertrek je over veer
tien dagen'. Siebrecht stemde in, kocht
snel een set warme kleren en werd in
oktober 19 59 aan boord van het walvis
fabrieksschip Willem Barendsz in Am
sterdam aangesteld als inspecteur. Hij
A
Ik maakte
me daar
voor het
eerst heel
erg zorgen
over het
gedrag van
de mens
kreeg dezelfde status als eerste stuur
man, de hoogste rang na de kapitein.
De zeven maanden durende reis ging
van Amsterdam eerst naar Trinidad,
waar olie werd ingeslagen. Bij Kaapstad
lagen vijftien jagers - omgebouwde
korvetten die in de Tweede Wereldoor
log konvooien hadden beschermd - te
wachten, daar werd met Zuid-Afrika
nen het personeel aangevuld tot zo'n
tweehonderd man. Vandaar voer de
hele vloot naar wat j e de onderkant van
de Indische Oceaan zou kunnen noe
men.
De Willem Barendsz werd in
1964 uit de vaart genomen. Sieb
recht van der Spoel werd hoogle
raar biologie aan de Universiteit
van Amsterdam. Tegenwoordig
woont hij in het Gelderse Ruurlo. Hij
vertelde vaak over zijn reis op de Wil
lem Barendsz. Zijn zoon Reinier gaf
hem net dat zetje toen hij zei: 'Schrijf
het maar eens op, dan lees ik het later
als ik tijd heb wel eens'. Dat opschrijven
heeft Siebrecht nu dus gedaan. Het
grootste deel van het boek bestaat uit
impressies van het leven en werk aan
boord van het fabrieksschip. 'Nose' uit
de titel is een vogel die het schip volgt
en als een hedendaagse drone over-
zichtsbeelden biedt: In het vroege mor
genlicht, dat ook het licht van de middag
en de avond zal zijn, doemen ijsbergen aan
de kim. Witte reuzen met schemerige spe
lonken, grauwgroene banden, blauwe
glinstervlakken en schuimende zee aan
hun voet, varen statig voorbij als Nose laag
over het vlakke water komt teruggevlogen.
Het werk aan boord bestond uit het
binnentrekken van de door de jagers
geharpoeneerde vissen om ze zo snel
mogelijk te ontdoen van spek en vlees.
Dag en nacht als er voldoende vangst
was. Een grote walvis van negentig ton
werd in twintig minuten verwerkt. Op
een 'goede' dag kon inspecteur Sieb-
recht soms zestig dieren op zijn lijst bij
schrijven. Vooral potvissen en vinvis
sen. Kalveren en zogende wijfjes
mochten niet worden geschoten. Op
pagina 27 is er sprake van zogenaamde
bij- of schijnzonnen: Met je laarzen in
drek van bloed, spek en stront staren naar
een mysterieuze schoonheid aan het firma
ment geeft het grootst denkbare contrast.
Terugblikkend zegt de schrijver:
,,Daar op de Willem Barendsz maakte
ik me voor het eerst heel erg zorgen
over het gedrag van de mens. Ik zag dat
onze wereld werd gesloopt. Dat zijn we
blijven doen. Ik ben bang dat het nu te
laat is om nog ten goede te keren. Zie
het natuurlijk evenwicht als een lepel
tje dat op de rand van een kopje balan
ceert. Stoot j e ertegen, dan valt het. Wij
hebben die stoot al lang gegeven."
SPOREN IN DE DELTA
Deemoedig naar beneden
kijken bij het betreden van
een kerk kan ook andere
dan religieuze doelen dienen. Bij
de dorpskerk van het Walcherse
Serooskerke zie je een vermeende
heidense 'offersteen' van de afge
graven Luyksberg. En in Noord-
gouwe op Schouwen valt je blik
naast de kerkdeur op een zerk met
verweerde inscripties. Deze in
tweeën gespleten grafplaat be
hoorde aan een monnik van het
klooster Sion ten zuiden van
Noordgouwe, bij Schuddebeurs.
Dit in 1434 gestichte klooster
was de enige Zeeuwse vestiging
van de Kartuizers, een strenge
orde waarvan de leden in afzonde
ring leefden en nooit een stap bui
ten het klooster zetten. Dat was bij
deze zerk wel anders. Hij behoorde
aan een zekere Pieter Willems, ge
storven in juli 1465. De zerk werd
na de Februariramp van 1953 ver
wijderd bij de verbreding van de
Kloosterweg. De beide delen had
den tot dusver gediend als
schamppalen bij een inrit, en wer
den later overgebracht naar de
kerk van Noordgouwe.
Waarom deze verhuizingen van
de oneerbiedig gespleten zerk? Ze
hadden alles te maken met de
veelbewogen lotgevallen van Sion.
De aanpalende St.-Jeroenspolder,
grotendeels in bezit van het kloos-
ter, overstroomde bij de Sint-Fe-
lixvloed in 1530, één van de ingrij
pendste vloeden die Zeeland heeft
gekend. Terwijl het poldertje nog
'drijvend' was, had het klooster
met zijn omgeving in 1572 te lijden
van rondschuimende 'vrijebeuy-
ters ende soldaten': Geuzen! De
Opstand tegen Spanje was in volle
gang: in Zeeland hadden Vlissin-
gen, Veere en nu ook Zierikzee
zich vóór Oranje verklaard en de
Spanjaarden buitengezet. Ook de
monniken van Sion zochten een
goed heenkomen.
Toen de Spaanse bevelhebber
Mondragon in 1575/76 Zierikzee
belegerde en bezette, keerden ze
terug, maar moesten weer snel
hun biezen pakken. De klooster
gebouwen vervielen in 1579 aan de
nu protestantse overheid. Sloop
volgde en met de restanten werd
de zeewering van Dreischor ver
sterkt. De zerk van Pieter Willems
ontkwam aan dit lot.
Op het terrein waar Sion stond
worden nog altijd puinresten ge
vonden, zegt Henk Dalebout in
het recent verschenen 'Kloosterrijk
Schouwen'. Behalve de gespleten
zerk zijn ook andere sporen van
Sion verspreid geraakt.
Zoals een bijbel uit 1537, al in
1905 aangekocht door de Provinci
ale Bibliotheek in Middelburg. En
een fraai albasten altaarretabel uit
ongeveer 1550, met een voorstel
ling van Christus' verheerlijking
op de berg Thabor. Dit bevindt
zich in Stadhuismuseum Zierik-
zee.
woensdag 15 april 2020
WA
Biologiestudent Siebrecht van der
Spoel uit Goes voer in 1959 mee op
het walvisfabrieksschip Willem Ba-
rendsz. Zijn herinneringen aan het
leven op het drijvend slachthuis in
de zuidelijke Poolzee heeft hij nu
opgeschreven in het boek Nose.
Een zeeverhaal.
Jan van Damme
Goes
Siebrecht van
der Spoel (rechts)
als inspecteur op
de Willem Ba-
rendsz.
w
- Siebrecht van
der Spoel
Siebrecht van der Spoel: Nose. Een
zeeverhaal - Uitgeverij Het Boeken
schap, 96 pagina's, 14 euro, bestel
via s.vanderspoel@concepts.nl
A Aan boord van de Willem Ba
rendsz: Een ongeboren jong met
baarmoeder komen uit de buik
holte van een vinvis, fotos siebrecht
VAN DERSPOEL.
SI
Aan boord van de Willem Ba-
rendsz: De maag van een vinvis is
aangesneden, daarboven is een
halve ribbenkast te zien.
Gezien vanaf de Willem Ba-
rendsz: Een jager levert een vinvis
achter het fabrieksschip af.
Een tweewekelijkse rubriek
over Zeeuwse vondsten, histori
sche sporen en verhalen
Jan J.B. Kuipers
De zerk bij de kerk van Noord-
gouwe. FOTO HMD. DEKKER