Gedeelde angst is halve angst in coronatijden Doodsangst openlijk benoemen vergt moed. En niemand heeft dat 17 René Diekstra Maar toen kwam de klap pas.'' Hoe ging dat? ,,In aanloop naar mijn operatie trok ik van ziekenhuis naar ziekenhuis, van afspraak naar afspraak. Dat gaf hou vast, maar na mijn operatie viel die weg. Ik moest herstellen en had ineens tijd om na te denken. Toen drong pas tot me door wat er met mijn lichaam aan de hand was. Ik had het moeilijk met verwachtingen van anderen en van mezelf. 'Je bent toch beter?' schoot het vaak door mijn hoofd. Tegen mijn zenuwpijn kreeg ik antidepressiva, waar ik juist depres sief van werd. Ik wist niet wat ik met mezelf en met de situatie aan moest, dus ging ik veel feesten. Ik had toch geen kanker meer? Dat moest ik vie ren. Maar ik werd er alleen maar on gelukkiger van.'' ,,Nee, niet om het op te schrijven, maar ik vind het wel een eng idee dat mijn vader dingen gaat lezen die ik hem waarschijnlijk nooit met zulke woorden heb verteld. Zoals een mo ment waarop ik na de zoveelste avond uitgaan thuiskwam. Ik voelde me verschrikkelijk leeg en eenzaam, en weet nog goed dat ik dacht: was ik nog maar ziek. Had ik nog maar de houvast die het ziekenhuis me gaf, een soort to-dolijst waarop ik dingen kan afstrepen. Daar schrok ik van. Destijds heb ik dat niet aan mijn vader verteld omdat ik hem daar niet mee wilde belasten. Maar ik heb er nooit aan getwijfeld of dit wel of niet in het boek moest. Ik wilde dat dit boek er kwam, op één voorwaarde: dat ik alles rauw en eerlijk mocht op schrijven.'' ,,Raar, maar ook fijn. Bart heeft me erdoorheen gesleept. Het was anders dan 'gewoon' verliefd worden op iemand. Alles ging tien keer zo snel. Het moment waarop we samen in de aula van het AMC zaten, illustreert dat goed. We waren toen nog geen maand aan het daten, en in die tl- verlichte aula, met een lauw saucij zenbroodje voor me, vroeg ik hem om duidelijkheid. Als hij alleen maar wat wilde aankloten had ik het afge kapt, want dat kon ik er niet bij heb ben. Hij zei meteen: ik blijf bij je. Dat vond ik mooi, de meeste mannen zouden zijn weggerend. Bijna tweeënhalf jaar hebben we het fijn gehad samen, maar sinds een paar maanden zijn we uit elkaar. Het werkte toch niet, maar we hebben nog goed contact.'' „Gelukkig heb ik geen kinderwens. Als ik die wel had gehad, was het echt nog veel lastiger geweest om te ac cepteren. Ik was wel bang dat ik me zelf een kinderwens zou gaan aan praten, want altijd als ik iets niet mag, wil ik het juist. Inmiddels ben ik daar niet meer zo bang voor. Ik vind het wel lastig dat het voor mij is besloten dat ik geen kinderen kan ba ren. Er is me een bepaalde vrijheid ontnomen.'' ,,Los van de bijwerkingen die ik mijn hele leven zal blijven houden, gaat het goed. Ik heb last van zenuwpijn en vochtophopingen in mijn been. Maar ik ken mensen die er veel erger aan toe zijn na eenzelfde operatie, dus ik mag niet klagen. Mentaal gaat het echt heel goed met me. En ja, alle clichés zijn waar: de ziekte heeft me wakker geschud en ik ben me nu veel bewuster van mijn sterfelijkheid. Ik werk minder en geniet meer. Misschien moest het wel eerst slecht gaan om daarna beter te gaan. Ik ben een leuker mens sinds mijn ziekte.'' II et is zaterdag, ik zit aan mijn ontbijt. Het is zonnig, in de tuin beginnen planten in bloei te komen, een ekster I en een Vlaamse gaai fladderen rond. I Kort geleden zou ik dat zien als het begin van een prachtige dag, als een uitnodi ging om naar buiten te gaan, het leven te vieren. Maar nu niet. Buiten heeft voor mij, zelfs ter wijl ik besef dat het mogelijk overdreven of te generaliserend is, meerdere nuances van be dreiging gekregen. Alsof er achter dat prachtige begin van de dag onzichtbaar iets kwaadaardigs op de gelegenheid wacht om op mij over te springen. De keren dat ik toch naar buiten ben gegaan, heb ik angstvallig anderhalve meter afstand van voorbijgangers aangehouden. Maar het geeft een vervreemdend en deprimerend gevoel om op ieder medemens te moeten reage ren als een potentiële levensbedreiging en daar mee als aanjager voor de meest fundamentele van alle angsten: de angst voor de dood. In normale tijden bewegen we alsof we niet geloven in onze eigen dood. Door het corona virus kunnen we ons die psychologische luxe niet langer permitteren. Het gaat niet meer om het omgaan met onzekerheid, maar juist om het omgaan met een zekerheid. De zekerheid van doodsangst. De investerin gen die wij - overheid, zorginstellingen, bur gers en bedrijfsleven - nu massaal plegen ten behoeve van het behoud van leven, zouden onmogelijk zijn als de angst voor de dood ons niet even massaal opjaagt. Maar toch: willen we emotioneel iets voor elkaar betekenen, dan moeten we openhartig over, en met die angst in gesprek gaan. Angst heeft de eigenschap onder- mijnender te worden naarmate we datgene waarvoor we angst hebben, verdringen. Zo ook doodsangst. Maar doodsangst openlijk benoemen en bespreken vergt moed. Geen koning of premier, en geen tv-presentator of verslaggever heeft daar tot op heden de moed toe gehad. Allen hebben ze niet durven uitspre ken of ook zij doodsangstig zijn en hoe ze daar mee omgaan. Dat betreur ik. Want bij uitstek in tijden van corona is gedeelde angst halve angst. dinsdag 24 maart 2020 GO Monique van Loon: ,,Ik ben een leuker mens sinds mijn ziekte.'' foto friso keuris Vond je het moeilijk om over die gevoelens te schrijven? Je beschrijft intieme dingen: van hoe je een klysma krijgt tot hoe je verliefd wordt. Hoe was dat, om tegelijkertijd ernstig ziek en ver liefd te zijn? De operatie die je onderging was nogal ingrijpend: je baarmoeder werd verwijderd. Hoe gaat het nu met je? Monique van Loon: Je bent jong en je krijgt wat, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, €20,99. Reageren? rene.diekstra@dpgmedia.nl Als we emotioneel iets voor elkaar willen betekenen, ga dan openhartig in gesprek over doodsangst.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 17