Niet uitgaan, maar vogels tellen
24 ZEELAND
Ze doen onder
zoek naar zeldzame
exemplaren, maar zelf
zijn de vogelspotters
een uitstervend ras.
Jongeren willen er
niet meer aan. Dat
kan gevolgen hebben
voor de wetenschap.
Op een verlaten bospad in
de buurt van Bladel haalt
Jan Kolsters (60) een
blokfluit uit de binnen
zak van zijn jas. Het is
een truc om de uilen uit het bos te
wekken. ,,Hoe.. hoe-hoe-hoe-hoeee'',
klinkt door het donkere bos.
Kolsters had al gewaarschuwd dat
de kans klein zou zijn om met eigen
ogen een bosuil te zien. Maar nu
spitst hij zijn oren en blijft hij staan.
De bosuil roept terug. De spotter
fluistert. ,,Hij is heel dichtbij.''
Het werk van amateuronderzoe
kers zoals Kolsters is van groot be
lang. De wetenschap maakt veel ge
bruik van hun data, concludeerde de
Universiteit van Wageningen in een
onderzoek. Ook de politiek baseert
zich op hun werk. De rapportages die
Nederland naar de Europese Unie
stuurt, worden bijvoorbeeld voor
90 tot 95 procent gevoed met data
van amateurs. Zonder het werk van
de vrijwilligers zou onderzoek naar
dierensoorten bovendien veel duur
der uitvallen.
Kolsters, in het dagelijks leven
werkzaam als technisch specialist bij
Signify, is zo'n fanatieke amateuron
derzoeker. Hij doet al dertig jaar
vogelonderzoek in De Kempen. Hij
herkent alle fluitgeluiden uit zijn
hoofd. Kolsters vindt het niet erg om
op een doordeweekse avond in het
JONGE VOGELAARS
ijskoude bos te staan. Zijn missie van
vanavond: bosuilen tellen.
Hij is vogelspotter van het ouder
wetse soort. Vogels tellen, geluiden
noteren en uitgebreid rapporteren.
Daarmee is hij lid van een uitster
vend ras. Vogelwerkgroepen hebben
moeite om nieuwe en vooral jonge
leden te werven. Kolsters schat in dat
bij zijn vereniging 90 procent van de
leden 60 jaar of ouder is. En het le
denaantal daalt.
Puberen
In Laarbeek is het niet anders, zegt
Anton Verhoeven (75), lid van Vogel
werkgroep de Ortolaan. ,,Veruit de
meesten van ons zijn boven de 60
jaar. Als jongeren gaan puberen, zijn
we ze kwijt.'' In het rapport van de
Universiteit van Wageningen de-
zelfde zorg: jonge amateuronderzoe
kers zijn moeilijk te vinden.
Henk Sierdsema van Vogels Bra
bant heeft wel een verklaring voor de
geringe aanwas van jonge vogelaars.
,,De meeste vogelaars zijn op leeftijd
en vinden het moeilijk om aan te
voelen wat jongeren leuk vinden.''
Hij ziet een verschil tussen traditio
nele vogelspotters en soortenjagers.
De laatste groep vindt het vooral
interessant om bijzondere vogels te
fotograferen. Maar dat is wat anders
dan onderzoek doen.
Ondanks de afnemende interesse
van jonge vogelspotters blijft het
ledenaantal bij veel vogelclubs op
peil. Pensionado's melden zich nog
wel aan. Maar het is de vraag of zij net
zo goed kunnen waarnemen als
jonge vogelaars. ,,Het gehoor van een
Hetgehoor
van een
twintigjarige
is vaak veel
beter
20-jarige is vaak veel beter. Ik ben 75
jaar en ik heb nu moeite met de hoge
toon van het goudhaantje", aldus
Verhoeven uit Laarbeek.
Bovendien moet een goede voge
laar honderden vogelgeluiden uit zijn
hoofd leren. Verhoeven: ,,Dat kost
een hoop doorzettingsvermogen. Ik
merk dat het voor ouderen lastig is.''
Midden in de nacht
Kolsters is daarvan op de hoogte, ver
telt hij. Hij heeft van alles geprobeerd
om jongeren aan de vogelwerkgroep
te binden. Toch zijn het bijna altijd
de ouderen die erop afkomen. ,,Wij
doen uitgebreid onderzoek. Dat bete
kent vroeg opstaan, soms midden in
de nacht. En dat jarenlang. Jongeren
haken dan snel af.''
Of hij zich zorgen maakt? ,,Ach, het
is niet anders. Ik kan er niet veel aan
veranderen.'' Vraag Jan Kolsters lie
ver naar de vogels in het bos. Het is
de tijd om bosuilen te tellen, want
deze uilsoort is nu bezig zijn territo
rium af te baken. Mannetjes zijn op
zoek naar vrouwtjes, nu laten ze hun
lokroep horen.
Opmars
Dan wordt het bos wakker. Van alle
kanten klinkt de roep van de bosuil
als antwoord op de blokfluit van Kol-
sters. Kolsters zet een lamp op zijn
hoofd en tuurt. Een bosuil zien we
niet, maar het gaat Kolsters om de
data. De bosuil is begin jaren 80 van
de vorige eeuw aan zijn opmars be
gonnen in deze omgeving. Nu zitten
er wel zo'n 350 paartjes in het werk
gebied van Kolsters. ,,Je moet de pas
sie hebben om te weten hoe de na
tuur werkt.''
maandag 24 februari 2020
Welke twintiger wil nog
vogelspotter worden?
Jurriaan Nolles
Bladel
Ze zijn er nog wel,
jonge vogelaars. Kijk
bijvoorbeeld naar
Camilla Dreef (31) van
het tv-programma Bin
nenste Buiten. En in
Lieshout is Maarten
Vervoort (24) actief. Hij
kent de grappen nog
wel van vroeger: gin
gen zijn vrienden naar
de Time-out in Gemert,
maakte hij zich klaar
voor een vogeltelling in
de bossen van Lies
hout. ,,'Ga je liever naar
vogels kijken dan naar
meisjes?', riepen ze.''
Vervoort kan er nu om
lachen. Hij heeft net
zijn master biodiversi
teit afgerond in Zwe
den, waar hij stu
deerde met speciale
aandacht voor vogels.
,,Het is een soort ver
slaving, iets drijft me
om onderzoek naar
vogels te doen.''
Misschien begon het
wel tijdens een vakan
tie in Texel. Daar werd
een groep vogelaars
enthousiast van een
Kleine Geelpootruiter.
Maarten wilde wel
weten wat er met dat
vogeltje aan de hand
was.
Hij neemt het voor lief
dat hij bij de vogel
werkgroep in Lieshout
wordt omringd door
senioren. „Natuurlijk,
dat is niet altijd leuk.
Maar ze hebben wel
heel veel ervaring'',
zegt hij.
Maarten Vervoort.
Jan Kolsters ge
bruikt een blokfluit om
uilen te wekken. foto
SEM WIJNHOVEN/FOTOMEULEN-
HOF
-Anton Verhoeven,
vogelwerkgroep
Laarbeek