Het geschut
buldert aan
de overkant
ZEELAND GEBOEKT
Late liefde bloeit op in Kapelle
ZEELAND 21
Zeeuwse schrijvers
In België was er een halve eeuw geleden een
programma op de televisie: Hier spreekt men
Nederlands. Het was heerlijk tenenkrom
mend om te zien hoe Vlamingen hun Vlaams
om zeep trachtten te brengen. In de strijd te
gen het Frans dachten ze met het Algemeen
Beschaafd Nederlands een geducht wapen in
handen te hebben. Dat bleek een misrekening.
Het programma stierf een stille dood en de
meeste Vlamingen klappen nog vrolijk hun
Vlaams. Nog langer geleden, in de negen
tiende eeuw, was er in Nederland een soort
gelijk beschavingsoffensief gaande. Van Gro
ningen tot Zeeland werd het ABN opgedron
gen, er was geen ruimte voor streektalen. Met
andere woorden: spreken 'uit het hart' was uit
den boze. Tegen die 'taaldwang' van bovenaf
kwam verzet. De op dat moment aan de HBS
in Zierikzee verbonden leraar Nederlands Jan
Hendrik van den Bosch (1862-1941) publi
ceerde in 1893 de brochure 'Pleidooi voor de
Moedertaal, de Jeugd en de Onderwijzers'.
Daarin liet hij zich zien als een onderwijsver
nieuwer die een dam opwierp 'tegen ver
vreemding van het natuurlijk idioom'. Hij had
een afkeer van grammatica, omdat volgens
hem 'regelzucht' een directe bedreiging was
voor de levende taal.
De Zeeuwse historicus Jan Zwemer heeft
zich verdiept in de nagelaten brieven van de
uit te gaan van spreektaal en niet van geschre
ven taal. Hij haalde voorbeelden uit zijn eigen
onderwijspraktijk: „De knaap van de eerste
klasse H.B.S. heeft ongeveer dertien jaren Ne-
derlandsch achter den rug. Hij spreekt het in
stinctief en de grammatica is in hem. Al het
fundamentele is aanwezig... Wat er van
dialect in de Beschaafde Spreektaal van zijn
streek is, dat mag mét gebannen."
Dwingend
Jan Zwemer voelt als dialectspreker - Wal-
chers - verwantschap met Van den Bosch:
,,Tegen de regeltjesmakers, daarin vinden we
elkaar. Je kunt in de discussie van toen heden
daagse tegenstellingen zien. Nu gaat het om
het Groene boekje waarin één schrijfwijze
dwingend wordt opgelegd, tegenover het
Witte boekje waarin vaak ruimte wordt gelaten
voor meer dan één variant." Zwemer ziet Van
den Bosch als een sociaal voelend mens: ,,Hij
zette zich af tegen collega's die neerkeken op
de gewone man. Dat spreekt me erg aan."
Het werk van Van den Bosch klonk lang na.
In de jaren zeventig van de afgelopen eeuw
werd er op basis van zijn gedachtegoed weer
gepleit voor 'moedertaalonderwijs'. Opnieuw
zonder blijvend resultaat.
Berend Huisjes (1944) in Ka
pelle heeft de smaak te
pakken. Vorig jaar debu
teerde hij met Ik zoek mijn vader,
waarin hij het oorlogsverleden
van zijn vader reconstrueerde. Nu
ligt er een nieuw boek: Valpartij
met gevolgen.
In het voorwoord omschrijft hij
zijn nieuwe boek als een menge
ling van echt en verzonnen, van
werkelijke mensen, ware gebeur
tenissen en fantasie. Het verhaal
draait om Andrea en Henk, die
kort na de oorlog worden gebo
ren. Andrea in Voorburg, als
dochter van een slagersknecht.
Henk groeit op in Roswinkel bij
Emmen, waar zijn vader werkt bij
de Algemene Kunstzijde Unie
(AKU). In hoofdstukken om en
om volgen we hun verdere levens.
Andrea verhuist naar Vlissingen.
Daar vindt ze werk op de admini
stratieafdeling van het zieken
huis. Na een mislukt avontuur
met een arts ontmoet ze Karel. Hij
is gescheiden en heeft een zoon,
Albert. Ze trouwen in 1978 in
Middelburg en richten een geza
menlijk onderwijs- en admini
stratiebureau op. Als hij aan een
hersenbloeding is overleden ver
huist ze naar Kapelle.
Hendrik wordt verliefd op Ella,
ze wordt zwanger, ze moeten
trouwen. Hij maakt carrière bij
Shell, ze wonen een hele tijd in
Johannesburg in Zuid-Afrika. Ter
afronding van zijn loopbaan gaat
Hendrik nog een paar jaar op het
hoofdkantoor in Den Haag aan de
slag. Ze vestigen zich in Kloe-
tinge. Ella overlijdt aan een her
sentumor.
De levens van Andrea en Henk
komen samen tijdens een partij
tje volleybal. Ze botsen, letterlijk,
Andrea raakt geblesseerd. Henk
brengt bloemen en zo komt het
toch nog goed.
Gerard Ballintijn (1905-1955) was
eerder in Zeeland geweest. Toen
hij najaar 1945 hoofdredacteur van
de Provinciale Zeeuwsche Courant
werd, kon het hebben geleken of
men -nu de tijden moeilijk waren-
voor een buitenstaander had geko
zen. Een man die boeken publi
ceerde, zoals Data Feiten Documen
ten, een zakelijke kroniek van den
Tweeden Wereldoorlog. Een man
met een journalistiek verleden bij
Tubantia uit Enschede. Voor die
krant had hij, samen met zijn col
lega G. Kramer, vijfjaar eerder oor
logsreportages gemaakt. Aller
minst zakelijke, maar juist per
soonlijke artikelen. Ze werden, in
gewijzigde vorm, helaas niet zon
der wijsheden achteraf, na de oor
log gebundeld in De meidagen van
1940.
Een uniek geheel. Door allerlei
omstandigheden 'waren wij ver
moedelijk de eenige Nederland-
sche journalisten,
die op ruime
schaal oorlogsre
portages schre
ven in die dagen',
lezen we in het
voorwoord. En ze
zien het als 'een
hoogst belang
wekkende peri
ode in onze journalistieke loop
baan'. Ze volgden de strijd van be
gin tot eind, vanaf 'De storm breekt
los' tot en met 'De belevenissen van
een Nederlandschen journalist in
een gevangenkamp'. Maar vooral
opmerkelijk zijn de hoofdstukken
'Een nachtelijke tocht door Zee
land', 'Middelburg, eens een bede
vaartplaats van het verleden', 'Een
tocht over de Schelde' en 'Door
Zeeuwsch-Vlaanderen'. Ondanks
die fletse titels verwarrende en
wervelende verhalen over goede en
foute stempels, soldaten van alle
partijen, groot en klein nieuws, al
tijd met eigen ogen gezien, met ei
gen oren gehoord: 'Onophoudelijk
buldert het geschut aan den andere
kant van de Schelde, terwijl de
rosse vuurgloed van een enormen
brand in Zeeuwsch-Vlaanderen
oplicht.'
Kramer en Ballintijn, de aan
staande Zeeuw, blijken eerder be
wogen schrijvers dan oppervlak
kige verslaggevers. In de buurt van
Yerseke zien ze haastige graven van
Franse soldaten: 'helmen geven de
plaatsen aan waar ze in vreemden
bodem hun laatsten rustplaats heb
ben gevonden.' Door de verwoeste
straten van Middelburg trekken
vluchtelingen: 'Zeeuwsche huif
karren met heele families met een
deel van hun inboedel rijden voor
bij.' Ze noteren wat er is geplun
derd te Sas van Gent: '70 flesschen
wijn (de kelder was goed gevuld),
1 busopener, 2 zakken aardappelen
(de slechte had men laten liggen)'.
De Zierikzeese HBS-leraar Johan
Hendrik van den Bosch pleitte ruim
honderd jaar geleden voor levend,
gesproken Nederlands. Geen
dwingende grammaticaregels, een
beetje dialect moest kunnen.
Historicus Jan Zwemer uit
Oostkapelle las zijn nagelaten brieven.
Zierikzeese leraar.
„Dat was een hele
klus", laat hij weten.
,,Ik moest er hele
maal in kruipen om
een duidelijk beeld
te krijgen. Het was
een echte uitdaging,
ook al omdat Van
den Bosch een
moeilijk te ontcijfe
ren handschrift had.
Gelukkig vind ik
puzzelen leuk."
Zwemer nam het
onderzoek over van
damon taalkundige en di
dacticus Jan Sturm
die door Van den Bosch was geïnspireerd.
Sturm werkte aan een uitgave van de Zierik-
zeese brieven van Van den Bosch, maar over
leed in 2011 voor hij die klus had kunnen kla
ren. Zwemer kreeg van Sturms weduwe het
verzoek het project over te nemen. Dat resul
teerde in het begin dit jaar verschenen boek
De wordingsgeschiedenis van Pleidooi voor de
moedertaal, de jeugd en de onderwijzers. Daarin
beschrijft Zwemer hoe het 72 pagina's tellende
Pleidooi tot stand kwam. En dat er in kringen
van Neerlandici heftig op werd gereageerd, er
waren uitgesproken voor- en tegenstanders.
Van den Bosch stelde voor in het onderwijs
maandag 24 februari 2020
Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland
en boeken van Zeeuwse schrijvers
Mario Molegraaf
GO
Jan van Damme
Jan Zwemer en Sjaak Kroon (inleiding): De
wordingsgeschiedenis van Pleidooi voor de
moedertaal, de jeugd en de onderwijzers -
Uitgeverij Damon, 208 pagina's, 24,90 euro.
Berend Huisjes: Valpartij met
gevolgen - Uitgeverij Boek-
scout, 120 pagina's, 18,50 euro.
Berend Huisjes
DE MEIDAGEN
VAN 1940
KRAMER an G.BALUHT1IN
Jan Zwemer.
FOTO RUBEN OREEL
ireek uit
het hart
Johan Hendrik van
den Bosch (1862
1941). FOTO UITGEVERIJ