'Een vrijstaande villa? Nee hoor, geef mij maar een rijtjeshuis in Purmerend' 'Danny', zei een Duitse producer on langs tegen hem, 'jij bent een potje Nutella'. Nou, daar keek Danny van op. ,,Ik begreep hem effe niet.'' Wat die man bedoelde: je bent een merk, Danny, een ijzersterk merk. Maar dat merk is een beetje diffuus, niet in een hokje te plaatsen. Want wie is Danny de Munk? Is dat het straatschoffie van Ciske de Rat? Jezus op de Erasmusbrug tijdens The Passion? De musicalster? Die kerel van de Nederdance-hit Tochfflekkerzo? 'Dan ny', concludeerde die Duitse producent, 'je bent een jukebox geworden'. ,,Ik kende die man helemaal niet, maar het was alsof hij zo in mijn ziel keek. Hij zei precies wat ik ook voelde. Hij leek wel een paragnost.'' Danny wist: die man, Norus Padidar, een muzikaal genie die met de groten der aarde heeft gewerkt, van Julio Iglesias en vader Abraham tot Aerosmith, had gewoon gelijk. En vanaf nu gaat hij het allemaal anders doen. Terug naar af. ,,Mijn dna'', zegt hij - en in zijn stem klinkt emotie - ,,is het levenslied. Willy Alberti, Johnny Jordaan, senior André Ha zes, opa en oma, duo De Munk, dat is het rijtje waarin ik thuishoor. Ik ga terug naar mijn roots. Zingen met die lange uithalen. Die bógen. Dat méégalmen.'' Hij neemt een flinke teug lucht: Had ik iemand om van te hóóóuwe... Hoor je?'' Hij moest er 50 voor worden, maar nu heeft hij zijn missie gevonden: het levens lied nieuw leven inblazen. Terug naar vroe ger, naar hoe het allemaal begon, wie hij is, diep vanbinnen. Het eerste plaatje van de 'nieuwe ouwe' Danny verschijnt op 14 fe bruari, Bij elke slok. Een nummer in de beste traditie van het klassieke levenslied, al zegt hij het zelf, een feestnummer, met een tekst die dicht bij hem ligt. Eenvoudig, rechtdoor zee. De slingers hang ik op, de tent staat op zijn kop. Emile Hartkamp heeft het geschreven, de man die 1600 Nederlandstalige liedjes op zijn naam heeft staan. ,,Ik sta het in te zingen en in ene denk ik 'wat gebeurt hier nou?' Ik moest huilen, huilen, ik was zeker tien minuten van slag. Het raakte iets waar ik zo lang naar op zoek ben geweest en wat ik heb weggemoffeld. En het mooie is: als je het hoort, denk je dat je het liedje al kent.'' Hij schiet weer vol, nu hij erover praat. Dat gevoel dat hij gaandeweg iets is kwijt geraakt, tussen Ciske de Rat en nu. Van dat straatschoffie uit de Amsterdamse Staats liedenbuurt naar de 'artiest' die hij nu is, en dan 'artiest' tussen aanhalingstekens hè, want hij houdt niet van dat woord. En dat hij zichzelf nu terugvindt en gewoon weer lekker volks praat. ,,Ik maak het cirkeltje rond.'' Zijn vrouw Jenny vult aan: ,,En hoe mooi is het om dat op je 50 ste te doen? Dit is weer Danny.'' Niemand zal Danny de Munk kunnen verwijten dat hij het hoog in zijn bol heeft gekregen, na 38 jaar in 'het vak'. Bezoek ontvangt hij thuis, in zijn rijtjeswoning in Purmerend, zo'n buurt van met z'n allen barbecueën en darten in de tuin. Aan de overkant wonen schoonzus en zwager. Hij heeft ze wel gehad, het boerderijtje en de villa aan het water, maar hij vond het drie keer niks. Insluipers, griezels in de tuin, be kakte buren. Geen gezelligheid, geen soci ale controle. Toen er in deze straat een huis vrijkwam, heeft hij het blind gekocht. ,,Mijn vader zei: 'Je bent niet goed bij je hoofd'. Maar het gaat erom of je je gelukkig voelt.'' 10

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 98