t JA Mollig terug De soep was dun en er zat weinig in Huilend thuis Kindertransport Met de koeienschuit naar Groningen 4 -r TtTT •A-*4^44 ■4jQ%u ?-*> s t -p-ta^ i. —/t*. /Avt-tV/g-^ u>-£s} - i h /- - >-/*> Ik ben 79 jaar en werd destijds als vierja rige in de Hongerwinter 's nachts op kin dertransport per vrachtwagen van Utrecht naar Nijeveen gebracht. Onder weg heb ik vanwege een luchtalarm nog in een greppel geschuild. Ik kwam geluk kig terecht in een warm boerengezin met drie dochters, waar ik ontvangen werd met een dik besmeerde boterham met roomboter en een beker warme melk van hun eigen koeien. Ze bakten hun eigen brood. De boerin maakte boter, karne melk en kaas van de melk en varkensvoer van aardappelschillen en melk. Ik heb dus genoeg gegeten en kwam mollig terug in Utrecht. Tot voor kort had ik nog contact met een dochter. Ze is zelfs op ons 50-ja- rig huwelijksfeest geweest in 2013. Dit was erg emotioneel van beide kanten. Niet dat ik echt honger had, maar wat we aten was niet lekker. Het was eten uit de gaarkeuken en het was meestal kool. Wat mij ook nog bij staat, is dat er gezegd werd: 'Volgende week krijgen we erwten soep'. Iedereen begon te praten over de soep, maar die viel bitter tegen. Hij was heel dun, er zat weinig in. Mijn drie broertjes aten met lange tanden. Op het laatst konden ze niet meer en wat deed ik? De restjes van hun borden opeten. - A. Steenbergen-Zijleman, Haastrecht Ik was 21 jaar tijdens de Hongerwinter. De oorlog had al voor zoveel ellende gezorgd. En toen kwam ook nog de Hongerwinter. We hadden niets te eten en we hadden geen kolen meer voor de kachel. Dus be halve honger hadden we het ook vreselijk koud. Op een dag ging ik met een kennis met een bootje naar Goidschalxoord om bij de boeren langs te gaan, op zoek naar eten. Dit was gevaarlijk, omdat de Duit sers overal op wacht stonden. Mijn uitzet IA, -n Bw>.v PPT fte waarmee ik was begonnen nam ik mee, zo dat ik die voor eten kon ruilen. Overal waar we kwamen kregen we een bord met eten. Zoveel dat ik het er benauwd van kreeg. De dag erna gingen we bij meer boeren langs. Mijn spullen ruilde ik voor eten. Ik kreeg aardappels en bruine bonen mee. Wat was ik blij. Wat zouden mijn moeder en broers blij zijn! Op de terugweg gingen we via de Spijkenissebrug. Het eten zat in de zijtas sen van mijn fiets. Helaas werden we daar opgewacht door de Duitsers. We moesten alles inleveren. Maar, als ik even 'gezellig' met die Duitsers meeging naar de bunker, dan mocht ik het eten houden. Dat heb ik niet gedaan. Huilend kwam ik thuis, zon der eten. - Mevrouw De Bliek-van 't Hof Mijn verhaal geeft bij lange na niet de pijn weer die de jeugd heeft moeten doorstaan, iets wat op oudere leeftijd juist naar voren komt. Wat kan je veel hebben als je jong bent. Het was 8 maart 1945 en mijn moeder en oom Wim brachten mij naar de Ooster kade, ik kon met een kindertransport naar Friesland. 's Nachts voeren we per binnen vaartschip naar Amsterdam, de dag brach ten we door in een loods. De nacht daarna ging het verder naar Stavoren, vandaar met kleinere scheepjes naar Sneek, daar wacht ten we weer tot het donker, vervolgens op de trein naar Leeuwarden. Mijn moeder wist niet waarheen ik ging in Friesland. Ik werd afgeleverd bij een boerderijtje van de familie Stapensea, een gezin met drie kin deren, Baukje, Piet en Bouwe. Ze zaten aan tafel, ik kreeg ook een prakkie, niet te veel, want ik was nogal mager. Daarna ging ik naar bed. Pas na twintig uur werd ik wak ker, ik was ook zo moe. - Nico Kip, Heerjansdam In maart 1945 ben ik met een schuit (koei enschuit) vanaf de Cromvlietkade in Rijs wijk richting Groningen gevaren. Ik was 13 jaar oud. Volgens mij werd het transport georganiseerd door het IKB (Inter Kerke lijk Bureau). Na een dag kwamen wij aan in Amsterdam. Daar heeft het schip vier dagen gelegen: er was geen sleepboot. Alle kinderen lagen ziek op de strobalen. Het was vies in de boot omdat er geen toilet was. Er waren alleen tonnetjes om je be hoefte op te doen. Veel kinderen moesten overgeven of hadden diarree. Tegen de Duitsers werd door een arts verteld dat er een besmettelijke ziekte aan boord heerste. Toen werd er snel een sleepboot geregeld en zijn we via het IJsselmeer naar Gronin gen vertrokken. In Friesland mochten we op het dek van het schip. Er waren op dat moment vliegtuigen in de lucht en we werden beschoten. Direct moesten we weer benedendeks en werd de Rode Kruis- /pvx L tt <4 ZATERDAG 8 FEBRUARI 2020 GO iW u ^«5- -#=1 ■feac yf - Mien Koedijker-Kooijman Twee vrouwen tijdens een hongertocht in de buurt van Amsterdam. FOTO NEDERLANDS FOTOMUSEUM LJ /fo. sO /y '~t& Hout werd uit wo ningen gesloopt om te worden op gestookt tijdens de Hongerwinter. FOTO NEDERLANDS FOTOMUSEUM

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 52