'Gedichten
vond hij iets
voor watjes'
Rare weken
MONICA
Na de uitnodiging voor het sollicitatiegesprek
wordt het alleen maar nog spannender.
waar we schrijven, leerde ik een levenslang
gestrafte man kennen. 'Als buitenstaander
heb jij een unieke inkijk', zei hij.
Zo ontstond langzaam mijn roman.
Een van ons vertel ik voor de helft vanuit
Katrien, die een schrijfgroep begeleidt. De
andere stem is van gevangene Luc, die een
levenslange straf uitzit. Om zichzelf ervan
te overtuigen dat hij bestaat, schrijft hij een
logboek. Levenslang was hier tot voor kort
officieel levenslang, in tegenstelling tot de
andere landen in Europa. Het Europees Hof
voor de Rechten van de Mens bekritiseerde
Nederland hierom - 'Ieder mens heeft recht
op hoop'. Nu kunnen levenslang gestraften
na 25 jaar een verzoek doen om, na uitvoe
rig onderzoek en advies van een speciale
commissie, te beginnen met resocialisering.
In de praktijk is er weinig veranderd.
Als de gevangenis je ergens mee confron
teert, dan is dat met de zin van het leven.
In de laatste drie jaar heb ik daarover meer
geleerd dan in een hele poos daarvoor.
Ondanks de wisselingen in de groep
- mannen komen vrij of worden overge
plaatst - bouwen we een band op. We hoe
ven niets op te houden, weten dat er dingen
zijn gebeurd in ieders leven die niet hadden
moeten gebeuren. Er ontstaat ruimte voor
iets nieuws, verbondenheid, liefde. Dat
klinkt soft, maar er wordt wat af gewor
steld, gestreden, gewroet.
'Ik wil genieten, ik wil liefhebben, ik wil pas
sie, ik wil pijn, verdriet, geluk, lachen, huilen,
vechten en neuken, ik wil alles Nu weet ik
het Ik wil niet méér ik wil het wéér Ik wil
leven, schreef K. toen hij na een lange straf
uitzicht had op vrijheid.
Morgen ga ik weer naar Zuyder Bos. De
schrijfgroep is er niet meer weg te denken.
Ik voel trots als een deelnemer zegt: 'Eerst
vond ik het niks, nu schrijf ik elke dag'.
Ik overhandig het pasje
weer aan de beveiliger achter de
receptie, duw mezelf door de
draaideur en neem een flinke
teug frisse buitenlucht. Zo, dat
ging goed.
ik wacht nog even 30 meter en
zet dan mijn telefoon weer aan.
Nieuwe Liefde bellen. ,,Het was
echt een heel leuk gesprek'', ver
zucht ik. Ik voel mijn schouders
ontspannen. Diepzenuwachtig
was ik niet, maar het eerste live
contact met misschien wel mijn
nieuwe werkgever hield me wel
al weken bezig. Van de wat-moet-
ik-aan-stress (rood truitje onder
een zwart pak) tot oefenzinnen
over 'wie ben ik, wat kan ik, wat
wil ik'.
Zij vinden toch ook wel dat het
een goed gesprek was? In de trein
terug naar huis kruipen de twij
fels weer tevoorschijn. Willen ze
me niet, geen probleem, ik heb al
een leuke baan, stel ik mezelf ge
rust. Maar als ze me wel willen,
kan ik het dan? Communicatie is
toch een
ander vak
dan journalistiek. En wil ik zo'n
overstap echt maken? Of wil ik
vooral dat zij mij willen?
Het tussenvonnis is dat ze me
graag nog een keer spreken. En
- ze pakken het grondig aan - er
volgt ook nog een derde ronde.
Het blijft gênant, vertellen waar
je goed in bent, maar ik vind ze
leuk daar, merk ik. Een directeur
die losjes overkomt, maar weet
waar hij het over heeft. Het afde
lingshoofd zoekt een partner in
crime, vertelt ze. Precies wat ik
wilde horen. Elke keer huppel
ik naar buiten.
Het zijn rare weken in mijn
hoofd. Een geheim project dat
mijn gedachten beheerst. Mis
schien heb ik wel een nieuwe
baan zo dadelijk.
Op D-day hoor ik het al aan de
stem van de hr-dame die belt. Ze
willen mij ook! Even later landt
er, pats, een aanbod in mijn mail
box. Ik kijk ernaar en blijf ernaar
kijken, terwijl om mij heen het
werk gewoon doorgaat. Jeetje. Ik
heb een nieuwe baan.
Voor de zoveelste keer heb ik in
mijn hoofd hetzelfde gesprek met
mezelf. Kan ik het loslaten hier?
Ja, dat kan ik. Ga ik het niet mis
sen? Tuurlijk, maar dat betekent
dat het goed is geweest. Wil
ik daar werken? Ja, een orga
nisatie die de wereld wil
verbeteren, daar wil ik
graag bij horen.
Een nieuwe baan dus.
En een nieuw leven -
zonder column, dat wel.
De geciteerde fragmenten komen uit de
bundel 'Je moet het van ver halen', door de
schrijfgroep samengesteld en als relatiege
schenk uitgegeven door PI Heerhugowaard.
Monica Beek (42) is journalist.
Ze woont samen met haar
dochters van 11 en 9 en heeft een
vriend.
ZATERDAG 8 FEBRUARI 2020 19