'Ik werkte
mijn lijst met
Dingen Die Ik
Nog Wil Weten
bij, voor als ze
vannacht zou
overleven'
zou nu gaan, terwijl ik hier in die auto zat.
Dan had ik haar niet gezien, maar wel de
kleuren waar ze naartoe zou glijden.
Ondertussen werkte ik mijn lijst met
Dingen Die Ik Nog Wil Weten bij, voor als
ze vannacht zou overleven en morgen weer
oké zou zijn. Er kwam onder andere bij:
- Wat is haar lievelingskleur (voor de kist)
- Favoriete nummer?
- Liefste dat papa ooit tegen haar heeft
gezegd?
- Hoe moet ik papa helpen straks?
In de woonkamer van mijn ouders was het
druk, als in 'verjaardagdruk', maar dan zon
der de chips. Ik had ook geen honger trou
wens. Mijn tantes en ooms waren er alle
maal. Mijn broertje was er. Papa. Iedereen
huilde, mijn moeder het hardst.
'Liesje, liefke, de pijn... Ik kan niet meer.'
Ik had haar stem nog nooit zo gehoord.
Ze klonk afgemat, kwetsbaar, maar toch ook
zeker.
Ik wilde zeggen dat dat morgen wel weer
anders zou zijn. 'Weet je nog dat als ik vroe
ger ergens mee zat, je zei: 'Morgen weer een
dag zonder zorgen'?' Maar ik zag ook hoe
veel ze was afgevallen in de drie dagen dat
ik haar niet had gezien. Ik had het laten
gebeuren, dacht ik, ik was weggegaan ter
wijl ik hier nodig was geweest. Ik zette mijn
nagels in mijn handpalm tot mijn huid daar
gloeide.
Sinds mijn moeder ziek was kroop
schuldgevoel geregeld als een harige krie-
belspin over mijn lijf. Ik voelde me schuldig
als ik iets vertelde over mijn eigen leven, ik
voelde me schuldig als ik niets vertelde over
mijn eigen leven. Ik voelde me schuldig als
ik niet bij mijn moeder was, maar ik voelde
me ook schuldig als ik er wel was. Je kunt
iemand vasthouden, je kunt luisteren,
knikken, knuffelen, zorgen. Maar je kunt
niets weghalen, niemand redden. Liefde en
zorg zijn niet toereikend genoeg. Die harige
kriebelspin is, denk ik, inherent aan iemand
zien aftakelen.
D e huisarts kwam. Het was vrijdagavond,
en dat is in de huisartsenwereld een slechte
avond om te besluiten dat je niet meer
kunt. Mijn moeder was nooit echt goed in
plannen. Ze kreeg dus een vervanger, die
met een halfbakken dossier aankwam en
geen idee had wat de situatie is.
Ik zag dat de dokter schrok. En ik zag ook
dat hij het verkeerde dossier bij zich had.
'Ik ga even naar mijn auto, daar draai ik
uw dossier uit en dan ben ik zo weer terug.'
De dokter liep met grote, statige passen
weg, zijn koffertje sloeg een paar keer tegen
zijn heup, en hij kwam weer terug met het
juiste dossier. Mijn moeder keek hem aan.
Haar stem veranderde, de fronsrimpel op
haar voorhoofd verdween.
'Dokter? Als u het verkeerde dossier had,
hè... Kan het dan ook zijn dat mijn eigen
huisarts ook het verkeerde dossier had? En
kan het dan ook zijn dat ik toch niet ziek
ben?'
Er is, denk ik, een maximum hoeveelheid
verdriet die een mens aankan. Paola van
Sadelhoff had dat maximum bereikt.
De dokter gaf haar een morfineshot en
regelde een thuiszorgteam. De volgende
dag zou ze een morfinepompje krijgen om
de pijn van de kanker in haar botten, darm
en lever om de zoveel uur, met een perfect
afgestelde hoeveelheid troep, te verdoeze
len. Vlak voordat de dokter mijn moeder in
slaap bracht, vroeg hij haar waar ze het
meest pijn had.
'Hier dokter, hier doet
het zo'n pijn.'
Ze had haar hand op
haar hart gedrukt.
Mooie herinneringen
Lisanne en haar moeder gingen
graag naar de zee en naar Pinkpop.
Je bent jong en je
rouwt wat verschijnt
bij uitgeverij DasMag
(€23). Te koop vanaf
dinsdag, 4 februari.
ZATERDAG 1 FEBRUARI 2020 19