4 SCHOOLKEUZE
Leerlingen zijn
wél gemotiveerd,
alleen sluit ons
onderwijs niet
altijd aan
Een hardnekkig
misverstand dat
leerlingen op de
bank hangen bij
meer vrijheid
Gewone lesdagen, daar gaat het om.
De werkelijkheid. En die ziet er, als
we de onderzoeken naar de staat van
het Nederlandse VO-onderwijs mo
gen geloven, helemaal niet lauw, cool
of vet uit. Sla de rapporten van de
Inspectie van het Onderwijs er maar
op na. Naast het oordeel dat het
Nederlandse onderwijs gemiddeld
'nog steeds goed' is, ontstaat een toch
onthutsend beeld: leerlingen komen
in de brugklas vrolijk en leergierig
binnen, maar na een jaar is hun mo
tivatie schrikbarend gedaald. Verder
signaleert de Inspectie 'cijferversla-
ving': leerlingen leren alleen voor
een cijfer, de lessen boeien niet. Bo
vendien presteren leerlingen steeds
minder (gemiddelde eindexamencij-
fers dalen), terwijl de leesvaardig
heid en het leesplezier fors afnemen.
Vorige maand (december 2019)
kwam daar nog een onderzoek van
Qompas bij, waaruit blijkt dat de
interesse van scholieren (in dit geval
havisten en vwo'ers) voor schoolvak
ken in de afgelopen acht jaar is afge
nomen. Dat sluit aan bij het onder
zoek uit 2016 van de OESO (Organi
satie voor Economische Samenwer
king en Ontwikkeling, Review of
National Policies for Education) in 36
welvarende landen. Dat liet zien
dat Nederlandse VO-leerlingen
onderaan bungelen op 'motivatie'.
Nederland kent ook internationaal
gezien weinig echt goed presterende
leerlingen, aldus de OESO, terwijl de
aandacht voor niveauverschillen en
uitblinkers gering is.
Hoe is het mogelijk dat een groep-
8-leerling hongerend naar kennis
een VO-school binnenstapt en in
een jaar tijd transformeert tot bank-
hanger? Voor degene die roept dat
het gewoon te maken heeft met de
leeftijd, dat het hoort bij puberen:
dat is te makkelijk. Want waarom
zijn pubers uit andere landen dan
wél gemotiveerd? En hoe kan het dat
uit de onderzoeken blijkt dat Neder
landse tieners voor bepaalde lessen
wél gemotiveerd zijn?
De juiste knoppen
Anja Schoots heeft een deel van het
antwoord. Ze doet als onderwijskun
dig projectleider onderzoek naar mo
tivatie en is docent Nederlands op
het Ichthus Lyceum in het Noord
Hollandse Driehuis. ,,Ten eerste: de
aanname dat Nederlandse leerlingen
niet gemotiveerd zijn, klopt niet. Ze
zijn wél gemotiveerd, alleen sluit ons
onderwijs niet altijd aan bij de leer
lingen. Anders gezegd: we hebben de
juiste knoppen nog niet gevonden.''
En Schoots heeft haar bedenkin
gen bij de uitkomsten van de onder
zoeken. ,,Volgens OESO zien Neder
landse leerlingen vaak 'het nut' van
de lessen niet in, de lessen zijn 'niet
uitdagend'. Dat is iets anders dan
'niet gemotiveerd zijn'.''
Ook verzet Schoots zich tegen beeld
vorming. ,,Het irriteert me dat een
hele groep wordt weggezet als onge
motiveerd. Als je niet uitkijkt, wordt
dat een selffulfilling prophecy, ook
voor docenten. Wie te vaak dit soort
berichten leest, denkt misschien: zie
je wel, daar zitten ze weer onderuit
gezakt in mijn les. Dat helpt niets.''
Bloei
Wat wel helpt: aansluiten bij de we
reld van nu. Daarvoor hoef je niet
iedere dag een cabaretier voor de
groep te zetten of je lessen op te leu
ken met YouTube-filmpjes. Schoots
zag als docent zelf 'het licht' toen een
groep leerlingen opbloeide bij de
voorbereidingen van een musical.
,,Volop energie. Voor die musical
maakten ze zelf de decors, werkten
ze samen; ze waren na schooltijd
zelfs niet naar huis te slaan.''
Schoots deed onderzoek op haar
eigen school, speurend naar succes
factoren voor motivatie. Een belang
rijk begrip daarbij blijkt 'eigenaar
schap': een leerling moet zich ver
antwoordelijk voelen. Leer leerlin
gen het nut inzien van een les, leer ze
doelen stellen en laat ze oefenen met
verschillende strategieën. Maar ook:
geef ze de vrijheid ('zelfregulatie')
om keuzes te maken.
Een voorbeeld: je kunt als docent
geschiedenis eisen dat je leerlingen
bladzijde 68 van het boek moeten
lezen, het tekstje klassikaal uitleggen
en vertellen dat ze daar volgende
week een toets over krijgen ('anders
leren ze het niet'). Je kunt leerlingen
ook in groepjes een bepaald tijdvak
uit de geschiedenis laten kiezen, en
voor één van die periodes een audio-
tour of vlog laten maken.
Of bij het vak Nederlands: in plaats
van een standaardtekstje 'begrijpend
lezen' kun je de leerlingen in groep
jes een moord laten oplossen. Dan
worden opeens andere vaardigheden
gevraagd en leerlingen uitgedaagd.
Waarbij het ook belangrijk is dat ze
elkaar goed feedback geven: leerlin
gen moeten leren hun gedrag te con
troleren en te sturen. Schoots: ,,Dat
lukt niet van de ene op de andere
dag, dat vereist oefening.''
Het zelf plannen maken en strate
gieën kiezen helpt enorm bij het
leerplezier. Net als het inzicht dat de
docent geen bullebak of politieagent
is, maar een 'coach en leermeester'
die leerlingen aanmoedigt om zelf
oplossingen te bedenken.
Werkvormen
Terug naar de schoolkeuze. Hoe vind
je zo'n school met motiverend pro
gramma? Volgens Schoots zijn er tal
loze voorbeelden in het land. ,,Neem
het technasium, waar kinderen
onderzoekend leren en in groepjes
prachtige dingen doen, zelf games
maken of robots ontwikkelen.''
Dat beeld wordt bevestigd door
schoolbegeleider Christine Mallon.
,,Nederlanders denken over het alge
meen dat leerlingen alleen maar op
de bank hangen als we ze meer vrij-
DINSDAG 14 JANUARI 2020 GO
—Anja Schoots, onderzoeker
Simon Frelink
(12) ging af
gelopen jaar
in Nijmegen
naar de Joris-
mavo. Een
van zijn vele
tips: 'Probeer
niet verlegen
te zijn.' foto
ISTAR VERSPUIJ
Aantal VO-
scholen in Neder
land in schooljaar
2018-2019, met
120.000 medewer
kers voor bijna een
miljoen leerlingen.
—Christine Mallon, schoolbegeleider