1 'Even voelen hoe je voelt', zegt hij Dezelfde avond nog krijg ik antwoord. Een enthousiast antwoord. Grappig en rela tiverend. De man in kwestie vindt het leuk om af te spreken. We sturen wat berichten heen en weer en zullen elkaar een paar da gen later eind van de middag ontmoeten op een neutrale plek. Die dag is het te heet voor jeans en snea kers, ik trek een luchtige zomerjurk aan. Zenuwachtig ben ik niet, maar net als altijd voel ik me niet op m'n best als ik naar een date ga. Het is stomvervelend en kunst matig om met een wildvreemde af te spre ken om te zien of je elkaar leuk genoeg vindt voor seks en samen een leven delen. Tot mijn spijt ben ik er het eerst. Ik zit me te verbijten als hij een minuut te laat is. Net als ik naar buiten loop om te kijken of hij eraan komt, stapt hij van zijn fiets. Terwijl hij naar me toe loopt, reageert mijn lijf. Alsof ik openga. We geven elkaar een hand en gaan zitten. Ik haal thee voor hem en we praten bijna drie uur. Waarover? Geen idee. Ik weet het niet meer. Hij babbelt veel, ik hoor de helft niet, kijk naar zijn sexy mond en denk: ik vind jou leuk. Ik. Vind. Jou. Leuk. Om bijna kwart voor acht zeg ik dat ik nu echt moet gaan en vraag: 'Wat vind je ervan? Wil je nog een keer afspreken of lie ver niet? Wat mij betreft wel, ik vind je leuk', en lach mijn stralendste lach. Zijn gezicht splijt open in een grappige grijns. 'Dat zeg ik niet zo snel', zegt hij. 'Maar ik wil heel graag nog eens met je afspreken.' Buiten slaat hij even zijn arm om me heen. 'Even voelen hoe je voelt', zegt hij, een tikje verlegen. Ik neem de gelegenheid waar even aan hem te ruiken. Heerlijk. Vrolijk nemen we afscheid. Dezelfde avond stuurt hij een bedank- mailtje en vraagt wanneer hij me weer ziet. We spreken af over een week. De dagen erna worden onze mails zo vrolijk en sprankelend, dat ik hem lacherig voorstel met me mee te gaan naar het ik-word-50- feest van mijn beste vriendin. Hij zegt ja. Behoorlijk bizar, een tweede date tussen familieleden en vrienden van een ander, maar hij slaagt met vlag en wimpel voor de test die geen test is. Half november. Hetzelfde Waddeneiland een jaar later. Ik kom weer bij de vogelhut vandaan. Naast me loopt mijn fictieve ge liefde, die niet langer fictief maar helemaal echt is. We zijn inmiddels bijna een halfjaar samen en hij is every inch my dream. Het klinkt te mooi om waar te zijn en toch is het waar. Hij heeft zelfs een verrekijker, al was die bedoeld voor boogschieten, niet voor vogels kijken. We komen uit verschillende sterrenstelsels, maar weten de verschillen tussen ons op een vrolijke manier om te zetten in een werkbaar geheel. Magie? Heb ik hem een jaar geleden echt naar me toe geroepen? Geen idee. Het zou kunnen, ik sluit het niet uit. Wat telt is de eerlijkheid waarmee we elkaar vanaf het begin tegemoet treden en het trage tempo waarin we de kennis making deden. Dat hij pas tijdens date vier, na samen gezellig een uur door de regen te hebben gelopen, rustig vroeg of hij me een kus mocht geven. Dat mocht en was fijn. Het was ook fijn dat het maar één kus was en dat die nu pas was. Er valt veel aan elkaar te ontdekken, we voelen ons regelmatig als kinderen in een speeltuin. Het allerbelangrijkst: in al die maanden gaat hij niet één keer over mijn grenzen. Is het een wonder dat we elkaar hebben gevonden? Ja. Zo ervaren we dat wel. En of dat via een visualisatie bij een vogelhut in storm en donker ging of 'normaal' via een datingsite, maakt niet uit. ZATERDAG 11 JANUARI 2020 31

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2020 | | pagina 119