ZEELAND GEBOEKT
Veerse
jongen van
geboorte,
beweert hij
Verrassende reis langs Zeeuwse kusten
ZEELAND 21
Ten zuiden van Terneuzen werd begin vorige eeuw een complete
staalfabriek gebouwd. Toch werd er nooit één kilo staal geproduceerd. Net voor
de opening in 1903 werd de fabriek failliet verklaard. Een drama in vele bedrijven.
Zeeuwse schrijvers
We moeten een ruime eeuw te
rug. In Sas van Gent gonsde
het al van bedrijvigheid, met
nieuwe beetwortelfabrieken
en een glasfabriek. Terneu
zen wilde graag een graantje meepikken van
de vanuit Vlaanderen overgewaaide industria-
lisatiegolf. De vlag werd dan ook uitgestoken
toen er in 1899 Belgische plannen werden in
gediend voor de vestiging van een supermo
derne staalfabriek langs het kanaal Gent-Ter-
neuzen in de Oud Zevenaarpolder, net ten
zuiden van de stad.
Hoe dat plan verwezenlijkt werd en vooral
ook hoe de fabriek net voor de ingebruikname
failliet werd verklaard, staat in een uitgebreid
artikel van José van Houdt in het december
nummer van het tijdschrift van de Heemkun
dige Vereniging Terneuzen.
Landbouwgrond
Aanvankelijk leek alles van een leien dakje te
gaan. Tussen het kanaal en de spoorlijn naar
Gent werd er 37 hectare landbouwgrond voor
de fabrieksgebouwen en opslag aangekocht, er
werd een vennootschap opgericht, in de Ter-
neuzensche Courant werd de uitgifte van ne
genduizend aandelen van 250 francs aan toon
der aangekondigd, er werd een prachtige
naam verzonnen: Société Anonyme des Forges
et Aciéries a Terneuzen. De bouw ging voort
varend van start. Aannemer Morial uit Gent
metselde funderingen tot vijf meter diep in de
grond. Er werden koepelovens gebouwd,
schoorstenen, directiewoningen.
Echter, al in de loop van 1900 verschenen de
eerste berichten over fraude en malversaties.
Fabriekssecretaris A.L. Roest was met zijn ver
duistering van 600 gulden nog een kleine vis.
Auteur José van Houdt laat in haar verhaal al
snel de naam vallen van Nestor Wilmart, de
'zwendeldirecteur' van de Spoorweg Maat
schappij Gent-Terneuzen. Hij was betrokken
bij de oprichting van de vennootschap van de
staalfabriek en zou er met een veel groter be
drag vandoor zijn gegaan. Op zondag 28 juli
1901 werd de bouw van de fabriek stilgelegd
en het personeel ontslagen. Nog net geen vier
jaar na de eerste steenlegging besloten de aan
deelhouders op 4 december 1903 tot liquidatie
van de vennootschap over te gaan.
Pijnlijk, dat is het woord. De fabriek was
vrijwel klaar, ,,tot aan de gevulde inktpotten
voor de kantoorklerken toe." Maar staal zou er
nooit worden geproduceerd. De Waalse staal-
magnaat Gustave Boël zag zijn kans schoon,
hij kocht het hele complex en verhuisde in
1906 alle moderne machines en inboedel naar
zijn verouderde staalfabriek in La Louvière.
De gebouwen inclusief zes schoorstenen ble
ven als een spookfabriek achter. Tijdens de
Eerste Wereldoorlog werden de gebouwen die
nog niet waren ge
sloopt, gebruikt voor de
opvang van Belgische
vluchtelingen. En in de
Tweede Wereldoorlog
namen de nazi's er pro
pagandafilms op: ze
bombardeerden de fa
briek om het thuisfront
te laten zien hoe suc
cesvol hun luchtaan
vallen op Engeland waren. Pas in de jaren 70
van de vorige eeuw werden met de aanleg van
de Zevenaarhaven alle sporen van de staalfa
briek uitgewist. Het opblazen van de vier
overgebleven schoorstenen was op 20 sep
tember 1972 een spectaculair begin van de ha
venwerken. Onhandig voor de sloper: de
bouwtekeningen uit 1899 waren nergens te
vinden. José van Houdt noemt de geschiede
nis van de staalfabriek 'een indrukwekkende
tragikomische operette'. Ze schreef een boei
ende reconstructie die wel een zorgvuldiger
eindredactie had verdiend.
Ons waterschap schrijft ge
schiedenis. Al sinds de
middeleeuwen of nog lan
ger geleden. Hoe het zeewater wel
of niet werd buiten gehouden en
hoe het binnenwater buiten werd
gewerkt, het blijven spannende
verhalen. Uit een recente inventa
risatie blijkt dat we het over tast
baar verleden hebben. Ondanks
overstromingen, kustafkalving en
wandelende, alles overstuivende
duinen. We kunnen er de hand
op leggen, we kunnen er in en
overheen lopen.
Dat blijkt uit Welk kustverhaal
zie jij?, een in opdracht van Water
schap Scheldestromen eind vorig
jaar uitgegeven boekwerk. Daarin
staat een overzicht van alle objec
ten op en rond de Zeeuwse dij
ken, die aan de strijd tegen en het
werken met het water herinne
ren. Vuurtorens, inlagen, gema
len, landbouw- en tijhavens, paal
hoofden, restanten van dijkdoor
braken, schutsluizen, grenspalen.
Stichting Dorp, Stad en Land,
die gemeenten in Noord-Brabant,
Zuid-Holland en Zeeland advi
seert over erfgoed en ruimtelijke
kwaliteit, inventariseerde de
Zeeuwse kustobjecten en stelde
het boek samen. Reis langs de
Zeeuwse wateren is de ondertitel.
Alle regio's krijgen daarin een ei
gen hoofdstuk: Schouwen-Duive-
land, Noord-Beveland, Tholen en
Sint Philipsland, Zuid-Beveland,
Walcheren, Zeeuws-Vlaanderen.
Elk object beslaat twee pagina's
met een beeldbepalende foto, een
stukje tekst en een in waterverf
uitgevoerd 'vogelperspectief'.
Al met al is het boek een verras
sende reisgids geworden die Zee
land net even anders laat zien.
Met onder andere: de muraltmu-
ren bij Den Osse en Kats, het
schutsluiscomplex van Hans-
weert, de paalhoofden bij Baken
dorp en tussen Westkapelle en
Vlissingen, de Bruinisser stelberg,
het Noorderlicht bij Westkapelle
en de gietijzeren vuurtoren van
Breskens, de gemalen Ooster-
schelde en Drie Grote Polders op
Tholen, de liniedijk bij de Braak
man. Het buitendijkse dijkwach-
tershuisje ter hoogte van de Kei-
hoogteweg ten noorden van Wis-
senkerke op Noord-Beveland oogt
nietig en verlaten. Het werd rond
1925 gebouwd en is het laatst
overgebleven exemplaar in Zee
land. Als het spookte, had daar de
dijkwachter zicht op de nollen,
inlagen, strekdammen en zeedijk
langs de Oosterschelde.
Sommige naslagwerken be
richten over de auteur: in
1907 geboren te Veere. Eric
van der Steen zelf meldt het ook.
In Veere, waar ik geboren ben, waar
mijn leven begon, schrijft hij. Een
Veerse jongen van geboorte, zegt hij
voor alle zekerheid. Voor iemand als
ik, in Veere geboren en opgegroeid, le
zen we in een ander verhaal. Bij
zoveel nadruk is niet alleen bij po
litici argwaan geboden. De citaten
komen allemaal uit een bundel
korte verhalen Zeepbellen en hand
granaten (1947), een titel waardoor
je een gewaarschuwd mens zou
moeten zijn.
Nooit komt een ongeluk alleen
heet een van de verhalen waarin
Van der Steen eenvoudig Van der
Steen is. Of toch niet? Hij vertelt,
en dat is de literair-historische
waarheid, de poëzie te hebben
verruild voor het zo veel winstge
vender proza. In dit verhaal is hij
naast schrijver ook
waterbouw
kundig inge
nieur te
Kampen,
naar zijn
zeggen
een Veere
in 't groot.
Fietsend op
een dijk nabij
Kampen denkt
hij aan Walcheren: Hoe weinig ver
schilde dit van de weg Veere-Vrouwe-
polder.
Maar nu de ontnuchterende
werkelijkheid: Van der Steen was
journalist in plaats van ingenieur,
zijn ware naam was D. Zijlstra, en
zijn eigenlijke geboorteplaats was
Alkmaar. Toch verdient hij, de
ontspannen poëet (nog altijd
in alle degelijke bloemlezingen
aanwezig) en de luchtige prozaïst,
in 1958 overleden, een plaats als
schrijver van Veere, een stadje
waarvan hij hoe dan ook veel wist.
De dood in Veere, voor het eerst in
1945 te lezen in het tijdschrift Ad
Interim, is een van de opmerkelijk
ste verhalen van de auteur die be
weerde er te zijn geboren.
Een Veerse buurman is doodziek,
hij (hij tussen de nodige aanha
lingstekens) waakt bij hem: Het
carillon speelde alleen voor mij, heel
het verdere Veere sliep. Het
wordt een bijzondere nacht: In
deze stervende stad zat ik in het huis
van een stervend mens.
Behalve het carillon klinkt op
een gegeven moment nog een ge
luid, niet te duiden: ring, klang,
kling, ring, klang, kling, als een ge
weldige scheepsbel. Zo nadert hij, in
dit sinistere sprookje, de dood in
Veere.
maandag 6 januari 2020
GO
Wekelijkse rubriek met boeken over Zeeland
en boeken van Zeeuwse schrijvers
Fabriek geknakt in de dop
Jan van Damme
-4 Restanten staal
fabriek Terneuzen,
jaren 60. foto s beeld
bank RIJKSWATERSTAAT
Nieuwsbrief Heemkundige Vereniging Ter
neuzen, nummer 112, 2019.
Dijkwachtershuis Noord-Be
veland. FOTO WATERSCHAP
SCHELDESTROMEN
Welk kustverhaal zie jij? Reis
langs de Zeeuwse wateren - pu
blicatie in opdracht van Water
schap Scheldestromen, 86 pa
gina's, 14,95.
Mario Molegraaf