Thierry Potin, Zeeuwse Parijzenaar en zwemmer 6 Thierry Potin is geboren in de schaduw van de Eiffeltoren, maar vond de liefde onder de Lange Jan. De organisator van de nieuwjaarsduik in Vlissingen verkiest de zee boven de Seine. „Parijs is een gekkenhuis. Hier kom ik tot rust." 'Er was hier toen nog geen stokbrood of Camembert. Ik moest bier drinken in plaats van wijn' oewel Thierry Potin (60) al veertig jaar in Nederland woont, is aan zijn tongval nog goed te horen dat hij uit Frankrijk afkom stig is. Vanwege zijn accent en de manier waarop hij een zin kan verbasteren, heeft de Oost-Souburger af en toe iets weg van barman René uit de succesvolle Britse te levisiekomedie Allo, allo. Maar hij is ingebur gerd tot en met. Hij heeft de beste Zeeuwse zwemmers getraind, is mede-organisator van de zomerse zeezwemtochten langs de Wal- cherse kust en is verantwoordelijk voor de jaarlijkse nieuwjaarsduik in Vlissingen. ,,We zijn ooit met vijf man begonnen", zegt hij met de schalkse lach die hem typeert. ,,Nu zijn het er over de achthonderd. Dat is toch prachtig?" Potin is geboren in het vijftiende arrondis sement van Parijs, niet ver van de Eiffeltoren. Hij groeide op in de veertiende wijk, in een flat waar zijn moeder nog steeds woont. Daar maakte hij het roerige jaar 1968 mee, het jaar van de studentenopstanden. Vanuit Neder land wordt er bijna nostalgisch op teruggeke ken, maar voor de 10-jarige Thierry was het een verschrikking. „Overdag viel het wel mee. Dan zag je niks en hoorde je niks. Maar vanaf acht uur 's avonds gingen jongeren de straat op. Daar was niks romantisch aan, hoor. De stenen vlogen in het rond. Er was in de wijk een burgerwacht gevormd, om te voorkomen dat alles kapot werd gemaakt. Mijn vader deed daaraan mee, samen met een buurman die bij de recherche zat. Ik weet nog een keer dat de conciërge mijn vader op een avond kwam ha len. Hij stond in zijn blote bast. Iedereen in huis zat te janken en te schreeuwen." ,,We woonden in een arbeiderswijk. Mijn va der was lasser. Mijn zus was verpleegster. En ik zag het verschil. Ze zag er netjes uit en werd goed betaald. Dacht ik, tenminste. Dus ik wou ook verpleger worden. Ik schreef me in voor de opleiding, maar ik hoorde niks. Bleek dat mijn dossiers waren kwijtgeraakt. Tegen de tijd dat dat ontdekt werd, was de school vol. Daarop zei een van mijn leraren: 'Waarom ga je de techniek niet in?' Mijn cijfers waren er goed genoeg voor en er was een school vlakbij. Zo werd ik opgeleid tot technisch tekenaar. Ik ging werken bij de Renaultfabriek in Billan- court." Toch zorgde je ook graag voor mensen. ,,We waren rooms-katholiek. Toen ik 16 was, hielp ik de pastoor met het oprichten van een clubje voor de jonge ventjes van de kerk. We woonden in een buurt waar weinig plek was om buiten te spelen. Dus organiseerden we dingen. We maakten een weekblad, de kinde ren maakten bloemetjes en in de zomer ging ik mee met de kolonies, de vakantiekampen. De zomervakantie duurde drie maanden. Daarvan werden kinderen vaak twee maan den op kolonie gestuurd in Bretagne. Ik leerde ze daar zwemmen, op het strand van Plouga- nou. Ik had daar diploma's voor gehaald. Ik wilde ook voor gehandicapten zorgen. Ik heb trouwens mijn hele familie leren zwemmen. Ik heb ze allemaal leren drijven, mijn vader ook. Alleen mijn moeder niet. Die durft nog steeds het water niet in." Was je zelf een goede zwemmer? ,,Ik bleek talent te hebben voor verschillende sporten. Mijn vader was professioneel bokser. Ik ging mee naar zijn trainingen en zijn club vroeg of ik ook mee wilde doen. Ik liep een beetje hard en mensen zeiden: 'Waarom ga je niet op atletiek?' Bij het zwemmen won ik meteen van de zoon van de zwemcoach. Hij vroeg of ik bij de club kwam. Zo doe ^k het ook; als ik bij het vrij zwemmen in Vlissingen iemand zie die goed bezig is, zeg ik: 'Kom maar bij de club.' Ik vind het leuk om mensen te helpen beter te worden. Dat is het eigenlijk, hè." ,,Mijn oma maakte schoon op een camping in de Vendée. Ze had een huisje en daar gingen we tijdens de vakantie naartoe. Op de cam ping waren Nederlandse meisjes. Toen ik 17 was, ontmoette ik daar Janet uit Middelburg. Het was een vakantieliefde en nu is ze mijn vrouw. Zij kwam eerst een keer op visite in Parijs. 'Dan ga ik daar ook een keer kijken', dacht ik. Ik was meteen weg van Nederland. De mentaliteit is heel anders dan in Parijs, veel gemoedelijker. Daar ben je een nummer. Als je in Parijs een kind gaat aangeven na de geboorte, dan zitten daar dertig vaders op een rij. In Vlissingen ben je helemaal alleen en krijg je beschuit met muisjes." ,,Er was hier toen nog geen stokbrood of Ca membert. Ik moest bier drinken in plaats van wijn. Ik denk dat ik in Middelburg heb geïn troduceerd dat je elkaar bij een begroeting op de wang kust. Dat deed nog niemand. Ik be greep dat ik de taal moest leren om een baan te krijgen. De televisie heeft me daarbij gehol pen, omdat hier veel programma's worden on dertiteld. Dan zag ik hoe je dingen moest schrijven. Na een tijdje probeerde ik werk te vinden. Ik ging bij een uienfabriek werken in de buurt van Goes. Ik heb het vier uur volge houden. Wat een stank. Ik kan nog steeds geen uien ruiken. Daarna ging ik aan de slag bij Pechiney." ,,Nee, dat was toeval. Er werkten wel Fransen, maar ik had juist Nederlands geleerd om niet alleen met Fransen om te gaan. Toen ik daar stopte, ben ik aan de slag gegaan bij kopersla gerij Jobse in Middelburg. Ik kwam op de pa leizen van Beatrix en Juliana. De grote kroon in bladgoud op paleis Soestdijk is gemaakt in ZATERDAG 28 DECEMBER 2019 GO 'Een zwembad is leuk, maar de zee is echt prachtig' ERNST JAN ROZENDAAL Wat wilde je worden? Hoe kwam je in Zeeland terecht? Moest je wennen? Omdat het een Frans bedrijf was.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 62