Wanneer kreeg Malle Betje haar naam? Het laatgotische stadhuis met de 'heerlijke toren' M 9 GESCHIEDENIS De eerste vermelding die ik kon vin den, komt voor in Zeeuwsche Mijmerin gen (eerste druk 1919) van de letterkun dige P.H. Ritter Jr. (1882-1962). Ritter schrijft: 'Door twee gebouwen wordt Middelburg geregeerd, Abdij en Stad huis, zij zijn de Vader en de Moeder der goede stad, de krachtig-slank de lucht in rijzende Abdijtoren, en de kleinere, breedere Stadhuistoren, die wel het kasteel van een reusachtig en sierlijk schaakspel lijkt. De Middelburgers hebben, als goede stadskinderen, voor hunne ouders ontzag, maar zijn tege lijk gemoedelijk met hen, en de volks mond spreekt niet van Abdijtoren en Stadhuis, maar veel vertrouwelijker van 'Lange Jan' en 'Malle Betje'. Ritter werkte van 1916-1918 bij de Provinciale Griffie in Middelburg. Wel licht heeft hij toen die namen opgepikt. De torens worden hier als vader en moeder van de stad voorgesteld. Maar een naamsverklaring geeft Ritter niet. De beide torens als verloofd of ge trouwd stel komen ook voor. Vlissing- sche Courant (2 mei 1933): 'We zagen de Lange Jan en Malle Betje in hun eeu wige verloving als meubeltjes uit een bouwdoos.' (vanuit een vliegtuig ge- Malle Betje is een voorspoedig huwe lijk.' De naamsverklaring voor Malle Betje vinden we wel elders. Meest gehoorde verklaring is dat Malle Betje achter loopt en later slaat dan Lange Jan. PZC (3 februari 1960): 'Sinds jaar en dag' heet de toren 'Malle Betje', omdat hij (voor de oorlog) achter liep bij de Lange Jan; De Faam-De Vlissinger (21 oktober 1949) in de rubriek 'Snip en Snap', in vraag en antwoord: 'De vier klokken verschilden met elkaar vaak nogal in het aangeven van de tijd en Meest gehoorde verklaring is dat Malle Betje achter loopt en later slaat dan Lange Jan daardoor ook met onze Abdijtoren (Lange Jan).' Overigens vond ik ook nog een heel andere verklaring en wel in het Bouw kundig Weekblad (1955): 'De Middel burgse Stadhuistoren waar het char mante 'petje' dat een latere generatie er op gezet had deze toren de bijnaam 'Malle Betje' bezorgde.' De eerste ver melding van Malle Betje in de Middel- burgsche Courant dateert overigens pas uit 1940. Slotconclusie: de naam Malle Betje is minder oud dan Lange Jan en waar schijnlijk ontstaan eind 19de eeuw of iets later (rond 1900) omdat het uur werk van de Stadhuistoren achterliep bij dat van de Abdijtoren. zien). En Zeeuws Dagblad (14 mei 1960): 'Het huwelijk van Lange Jan en donderdag 5 december 2019 GO Naast de Lange Jan is er nog een Middelburgse toren met een bij naam, namelijk de 16de-eeuwse Stadhuistoren, die in de Zeeuwse hoofdstad Malle Betje wordt ge noemd. Maar hoe oud is die bijnaam eigenlijk? Peter Sijnke, voormalig stadsarchivaris van Middelburg, zocht het uit. Peter Sijnke Middelburg Peter Sijnke voor Malle Betje. FOTO RUBEN OREEL toren Malle Betje. ARCHIEFFOTO JOOST HOVING Het stadhuis met de stadhuis en toren op 17 mei 1940 zeer zwaar beschadigd door de gevolgen van de - voornamelijk Duitse - be schietingen. Nieuw herstel, onder leiding van de archi tecten H. van Heeswijk en M.J.J. van Beveren vergde vele jaren. Het resultaat mocht er zijn. Bij een verkie zing van het mooiste gebouw van Nederland (uitgeschre ven door het dagblad Trouw) eindigde het Middelburgse stadhuis in juni 2007 op de tweede plaats. Het prachtige laatgotische stadhuis aan de Middel burgse Markt werd vanaf het midden van de 15de eeuw door diverse leden uit het bouwmeestersgeslacht Kel dermans gerealiseerd. De stadhuistoren, die het ge bouw wel een beetje de uit straling van een Vlaams bel fort geeft, verrees tussen 1512 en 1516 en werd pas in 1521 afgedekt met hout en leien. De beroemde schilder Albrecht Dürer bezocht tijdens zijn reis door de Nederlanden in 1520 Middelburg. Hij vond het stadhuis 'mit einen köstli- chen thurn' prachtig. Pas in de jaren 1560 1562 kreeg de toren zijn huidige ge daante met een bekroning van een windwijzer in de vorm van een 'zeeridder'. Bij het uur werk uit 1525 kwamen in 1529 als onderste deel van het speelwerk 'twee mans te paerde ende twee te voete'. Deze vergulden houten beelden staken op de hele en halve uren op elkaar in. In 1590 werd het geheel uitgebreid met 'twee hou ten mannekens'. Vanwege herstelwerkzaamheden in de loop der eeuwen zijn het inmiddels niet meer de originele beelden. Helaas werden

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 37