'Ik kijk graag naar lelijke mensen in lelijke situaties' Op het bordje achter het ruitje van de voordeur staan nog altijd ook de namen van haar naar Engeland geëmigreerde dochter Nina en van haar in 2008 plotseling over leden geliefde Harald van der Lubbe, broer van De Dijk-zanger Huub. Op de kop af dertig jaar woont Loes Luca (66) nu aan dit Rotterdams pleintje. „Heerlijk huis'', zegt ze. ,,Hang je zelf even je jas op?'' Zal ze thee zetten voor het bezoek? Kof fie? Iets anders? Ze heeft verse gemberthee, zegt ze. „Hoezo durfde je dat niet te vra gen?'' Zelf wil ze wel een borrel. En dat de verwarming het doet, dat wil ze ook. Maar voordat ze de thermostaat kan bedienen - 'Ik heb altijd ruzie met dat ding' - moet ze haar bril hebben. En waar is die dan weer? Ze vindt 'm op de achtkantige eettafel met in het midden een hoge schemerlamp met wijnrode kap, en heel veel spulletjes erop: een doosje henna-haarverf, een zelf gemaakt bloemstuk in alle kleuren roze, een beeldje van Einstein die tegen zijn voor hoofd staat te tikken, een beeldje van konin gin Elizabeth, een rookverdrijver, een as bak, een pakje Samson, een laptop, haar mobiel. Zo meteen moet ze even bellen met Radio Rijmond, zegt ze. Ja, niks aan te doen, haar is gevraagd in de uitzending even iets te zeggen over Mi Vida, de inter nationale speelfilm waarin zij de hoofdrol speelt. Maar nu eerst dus die borrel. ,,Wil je een chocolaatje? Hier, de hele doos. Zoek je die lekkere met marsepein? Die heb ik er al uitgevist, die zijn op.'' ,,Hè hè, gossiemijne zeg, wat een drukte'', zegt ze terwijl ze de thee neerzet. Ze komt net van de repetities in Theater Walhalla gerend, waar ze de komedie Tante Bennie heb een kutkerst regisseert, met kleurrijke karakters die anno 1964 een bordeel bevol ken in de Rotterdamse hoerenwijk Katen- drecht. De voorstelling was al uitverkocht voordat het affiche af was. Vanuit de keuken, waar het dan toch ein delijk van die gintonic met komkommer komt: ,,Ik regisseer voor het eerst in mijn leven. Waarom ik dat niet eerder heb ge daan? Omdat ik dacht dat ik dat niet kon! Maar Harry-Jan (Bus, directeur van het Walhallatheater, red.) zei: draag al je wijs heden nu eens over aan een nieuwe genera tie. Ik kan me er geen buil aan vallen, want het heeft niet veel kapsones om in Walhalla iets te regisseren. Als het mislukt, mislukt het alleen in Rotterdam. Dat is te overzien.'' ,,Ik ben ook bang. Ik heb in een aantal pro ducties gezeten die niet goed liepen - ik noem geen namen. Dingen mislukken soms, dat weet ik ook wel. Maar als dat drie keer achter elkaar gebeurt, dan word je bang.'' Het is twee dagen voor de première van Mi Vida, een film waarin ze Lou speelt, een verlegen, introverte kapster uit Schiedam die na een leven van zorgen en ploeteren haar zaak heeft verkocht. ,,En nu denkt ze: ga ik zo dood, of geef ik mijn leven nog een draai?'' Lou besluit een talencursus te doen in Spanje, waar ze ooit vakantie vierde met haar vader toen ze jong was. Haar volwas sen kinderen willen steeds dat ze terug komt. ,,Als zij zegt: ik heb het hier zo fijn, dan zeggen zij niet: wat fijn voor je, mam, blijf daar maar lekker; nee, ze zeggen: wie moet er dan woensdag de kinderen uit school halen, en: je draait er toch niet al het geld van de kapperszaak doorheen? Heel onaardig.'' Samenzweerderig: ,,Ik hoor om me heen heel veel van zulke verhalen. Als het op geld aankomt, zijn zelfs de gezellig ste families ineens helemaal niet meer zo gezellig.'' Heerlijk was het, zegt ze, om Lou te spe len. Met een zwaar Rotterdams accent: „Dosfinos bloncos - dat is toch prachtig om te zeggen!'' Serieuzer: ,,Lou is het soort vrouw waarop onze maatschappij drijft, maar die je niet vaak in films ziet. Ja, de Bel gen, die doen het wel: films zonder knappe acteurs. Ik kijk graag naar lelijke mensen in lelijke situaties. Omdat het leven zo is, om dat ik zulke mensen ken, omdat ik er zelf een ben. Nicole Kidman, zo'n prachtige, loeislanke, langharige verschijning; zulke mensen heb ik niet in mijn vriendenkring; jij wel?'' 10 Dat klinkt een beetje bang.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 98