'Ik vond het
jammer dat
Marianne ging.
Mieke, haar pop,
mocht ik houden'
11
een adres te zoeken voor een Joods
meisje."
De zaak werd diezelfde middag
beklonken. Drie of vier dagen later
stond Rinus voor de deur met Ma
rion Goldstein. Haar schuilnaam
was Marianne Groenendaal. Ze
had al ondergedoken gezeten op
een boerderij in Lichtenvoorde, in
de Achterhoek. Daar had ze op het
land moeten werken. En ze was
verraden. Ze wist niet of haar ou
ders - uit Duitsland gevluchte Jo
den - nog leefden.
Adrie: „Ik was 7 jaar, Mari
anne 9. Mijn twee zussen Nel
en Janneke waren duidelijk
ouder, die puberden. Het
was logisch dat Marianne
en ik met elkaar optrok
ken. Ze was een stil, verle
gen meisje. Donker haar.
Gelukkig was mijn zus
Janneke ook donker, dus
dat waren we gewend. In
Hoek gonsde het snel, er
is wat aan de hand bij De
Kraker. Vooral mijn vader
was zich bewust van de ri
sico's. Hij lichtte meteen
meester Dieleman in van de
christelijke school, met de
boodschap dat hij niets verder
mocht vertellen. Marions vader
was in Duitsland tewerkge
steld en haar moeder lag ziek
in een sanatorium. Dat was het
verhaal naar de buitenwacht.
Jo Jurry van het postkantoor
was achterdochtig: Marianne
kreeg nooit post en stuurde
ook geen kaartjes naar haar
moeder. Maar hij hield zijn
mond, gelukkig."
Opeens had Adrie er een zusje
bij: „Tot die tijd sliep ik in de al
koof in een kinderbed bij mijn
ouders. Met de komst van Mari
anne kwam er boven een twee
persoonsbed te staan waarin we
met z'n tweeën sliepen. Ze had
een pop bij zich, Mieke. Hield je
haar achterover dan vielen de oog
jes dicht en ze kon 'mama' zeggen.
Ik had geen poppen. Voor mij was
Mieke fantastisch."
Het gezin de Kraker had nu vier
dochters. Het was groter, vrolijker,
herinnert Adrie zich. Leefden de
ouders van Marianne nog? Eén
keer was er een bericht doorgesij
peld dat ze in het doorgangskamp
Westerbork waren. Marianne ver
telde dat ze in Amsterdam hadden
gewoond en dat ze een jonger
broertje had.
Drie weken na 5 mei 1945. Vader
De Kraker zat in huis achter zijn
scheerdoos met spiegel. Moeder
stond buiten bij de buurvrouw.
Adrie: ,,Er kwam een mevrouw
langsgelopen. Broodmager, en met
maar één tas. Ze stond voor onze
voordeur, die alleen bij huwelijken
en begrafenissen werd gebruikt.
'Ben jij Marianne d'r moeder',
vroeg mijn moeder. 'Ga dan maar
mee.' Marianne was bij familie De
Putter even verderop aan het spe
len. Ze werd opgetrommeld. Mari
annes moeder ging een week lang
met mijn vader elke dag naar het
Militair Gezag in Sluiskil en het
gemeentehuis in Hoek om alle pa
pieren te regelen. Ik vond het jam
mer dat Marianne ging. Mieke,
haar pop, mocht ik houden, dat
verzachtte het vertrek."
Marianne, die weer Marion ge
noemd mocht worden, kwam
daarna regelmatig logeren. Haar
beide ouders hadden wonderbo-
ven wonder Westerbork overleefd.
Het contact tussen Marion en
Adrie bleef in stand, tot op de dag
van vandaag.
Marion trouwde met Aron Que-
rido, ze woont nu in Amstelveen.
Adri is er dikwijls geweest. Dat ze
elkaar echt zagen, is wel al - ze
moet even rekenen - zo'n vijftien
jaar geleden. Maar ze bellen elkaar
vaak.
PASPOORT
eetkamerstoelen. En een draaior
gel - dat staat nu in museumcafé
Het Koekoeksnest in Nieuwvliet.
Na de oorlog vierde hij zijn han
digheid bot op een Amerikaanse
legertruck, waarop hij een land-
bouwspuit monteerde. En ook een
tank om beerputten leeg te pom
pen. 'Jan den beer', dat werd zijn
bijnaam.
Als kind merkte Adrie weinig
van de oorlog. Elke ochtend ging
ze op haar klompen naar de School
met de Bijbel in Hoek. Het was een
tocht van drie kwartier. Onderweg
sloten andere kinderen uit de pol
der aan. Een enkele keer zag ze
Duitse militairen. Die konden erg
mooi zingen, vond ze. 's Nachts
heeft ze thuis wel eens in een sloot
geschuild en zag ze lichtflitsen in
de lucht. Waarschijnlijk van lucht
afweergeschut.
Onze Vader
Het was half maart 1944. Vader De
Kraker werkte inmiddels voor de
Landbouw Crisis Organisatie en
kwam om 12 uur thuis om warm te
eten. Adrie: ,,Hij had net het 'Onze
Vader' gebeden, met zijn gezicht
achter zijn pet. Over het grindpad
hoorden we iemand naderen. Er
werd een fiets tegen de buiten
muur gezet. 'Goh, daor ei je Rinus
Harinck', zei mijn vader, 'wa zou
die komm'n doen, zo midd'n op
d'n dag'. Het was Rinus Harinck,
de man die hij in Vlissingen had
leren kennen. Vader nam hem
mee naar buiten. Daar legde Rinus
uit dat hij in het verzet actief was
en onderduikadressen zocht voor
Joodse gezinnen. Hij vroeg of va
der De Kraker een Joods jongetje
in huis wilde nemen. Dat moest
hij natuurlijk eerst met 'moeder de
vrouw' overleggen."
Adrie weet nog hoe haar moeder
reageerde. ,,Een jongetje? Ze wilde
liever een meisje. Mogelijk omdat
ze daar meer ervaring mee had en
GO ZATERDAG 30 NOVEMBER 2019
Adrie Overdulve-
de Kraker (rechts)
en Marion Querido-
Goldstein, circa 2005,
Het gezin De Kraker. De foto werd gemaakt
toen vader Jan werd gemobiliseerd. Adrie zit
op schoot bij haar moeder, die een blauw oog
heeft vanwege een ongelukkig uitgevallen
stomp van haar jongste dochter. Helemaal
links zus Nel, daarnaast zus Janneke.
er geen nieuwe kleren voor moest
kopen of maken. Rinus bleek ook
Adrie de Kraker
werd 3 juni 1937
geboren in de
Lovenpolder bij
Hoek. Haar vader
was landarbeider
Jan de Kraker,
haar moeder
heette Adriana Ha
melink. Adrie had
twee oudere zus
sen, Nel en Jan
neke. Ze ging naar
de huishoudschool
in Terneuzen en
werkte vanaf haar
15de in de huishou
ding bij een boer.
In 1957 trouwde ze,
ze kreeg twee
zoons. Van haar
eerste man is ze
gescheiden. In
1984 hertrouwde
ze met vrachtwa
genchauffeur Gil
les van Overdulve
uit Zaamslag.