emen.nl Dertig jaar lang verdiende visboer Henk Achterhuis uit Enschede zijn dagelijks brood op markten in heel Nederland. Spijt van die decennia van heel vroeg de deur uitgaan en heel laat thuiskomen, van zes dagen per week bikkelen in weer en wind, heeft hij niet. ,,Het was een mooie tijd. Ik heb goed verdiend en veel gelachen. Maar ik weet niet of ik het opnieuw zou doen. Het is een zwaar bestaan." Met zijn levenslange marktervaring behartigt Achterhuis sinds zeventien jaar als bestuurder van de Centrale Vereniging voor Ambulante Handel (CVAH) de belangen van markten en marktkooplui. Hij reist het land door, praat met gemeentebesturen en markt kooplui, lobbyt bij het parlement en probeert zo voor zijn achterban te red den wat er te redden valt. Want - uit zonderingen daargelaten - de Neder landse warenmarkt lijdt een kwijnend bestaan. Bekende markten als de Albert Cuyp in Amsterdam en de Haagse Markt trek ken nog altijd veel bezoekers, onder wie veel toeristen, en doen het best goed. Vooral de kleinere buurt- en wijkmark- ten en de dorpsmarkten hebben het moeilijk. Hoe dat komt? Naast de opkomst van internetwinkelen, wijst Achterhuis op het drukke bestaan van tweeverdieners. ,,Die hebben geen tijd om een doorde weekse markt te bezoeken. En tegen prijsvechters als Lidl en Action valt voor de gemiddelde marktkoopman niet te concurreren." Dat wil zeggen: op prijs. Want op kwaliteit, service en 'beleving' valt er nog een wereld te winnen, weet Rien Romijn van Adviesbureau Seinpost, dat onderzoek doet naar de ontwikkeling van de nog ongeveer duizend waren markten die Nederland telt. ,,De weke lijkse markt is het hart van een stad of dorp en heeft daar een belangrijke sociale functie'', zegt hij. ,,Mensen komen er om boodschappen te doen, maar ook om elkaar te ontmoeten. De markt moet dé plek zijn waar je specialistische, verse en kwalitatief uit stekende spullen kunt kopen, die elders niet of nauwelijks worden aangeboden. En dat voor een schappelijke prijs." Romijn vindt dat er altijd reuring moet zijn. ,,Mensen willen iets zien gebeuren, ervaren en meemaken. Daar moet je op inspelen. Bijvoorbeeld met een proeverij, een standwerkerswed strijd, livemuziek. En met terrasjes, waar klanten hun aankopen op hun gemak kunnen nuttigen en genieten van de dynamiek van de markt." De nieuwe markt Samen met de CVAH, gemeenten, plaatselijke winkeliers en horecaonder nemers zette zijn bureau proefprojecten op die 'de nieuwe markt' gestalte moe ten geven. De donderdagse markt in Delft is zo'n project. Die is geen eigen dom van de gemeente, zoals meestal het geval is, maar van de marktkooplui zelf. Achterhuis: ,,Zp zijn de ondernemers, dus zij bepalen de koers.'' De Delftse markt heeft een marktmanager, in de persoon van Paul Nijhuis. Anders dan een door de gemeente aangestelde marktmeester, kijkt hij vooral met on- dernemersblik naar manieren om de aantrekkingskracht van de markt te vergroten. Zoals door af te wijken van de gewoonteregel dat vrijkomende plaatsen worden ingenomen door marktkooplui die het langst op de wachtlijst staan. Nijhuis: ,,Ik kijk naar welk assorti ment de markt kan versterken en welke ondernemer dat het beste kan bieden. Aan kleding en andere non-food heeft de consument steeds minder behoefte. De focus ligt op gezonde, verse voeding en etenswaren uit de eigen regio. Daarin zit de toegevoegde waarde." Somber is Achterhuis over de toe komst van de talloze kleine buurt- en wijkmarktjes, waarvan er vele een zieltogend bestaan leiden. ,,Er zijn te veel markten en te veel marktkooplui. Marktkooplieden die niet meegaan met de ontwikkelingen redden het op termijn niet." Want zoveel staat vast: de noodzake lijke vernieuwing moet vooral uit de ondernemers zelf komen. Aan dat besef schort het nogal eens. Achterhuis: ,,De markt is een conservatieve sector. Marktbedrijven zijn vaak familiebedrij ven die al tientallen jaren op een be paalde manier werken en een bepaald type producten verkopen. Dat is altijd goed gegaan, dus waarom zouden ze veranderen? Maar zo werkt het niet meer. De wereld is veranderd en de markt moet daarin mee."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 105