Verhalen
genoeg,
maar opa
zweeg
liever dan
dat hij
vertelde
Dat had alles te maken met het ontbreken
van zijn rechterpink; die had hij ooit verlo
ren op de IJssel tijdens een patrouille over
het water bij een ontploffend motorblok.
Achteraf een bizar groot geluk na een on
geluk. Want veel van zijn vrienden werden
de Duitse staal- en wapenfabrieken inge
jaagd en zag hij, net als eerder zijn joodse
stad-genoten, niet meer terug.
Verhalen genoeg dus, maar opa zweeg
liever dan dat hij vertelde. Waarom van
hem geen aangrijpende herinneringen
zoals je die las bij de genoemde schrijvers?
Nou, daarom; het lag gewoon niet in zijn
aard. Geboren in 1898 in Muntendam als
zoon van de brandmeester van de steen
fabriek, was mijn opa een man van weinig
woorden. Niet nurks, maar simpelweg een
Groninger, die met zijn nuchter gevoel voor
humor genoeg had aan bondig spraakge
bruik. Bovendien had hij ook voor de oorlog
al veel meegemaakt. Hij was als jong soldaat
gemobiliseerd geweest tijdens de Eerste
Wereldoorlog en had na zijn trouwen als
veldwachter in arme Friese streken tijdens
de crisisjaren te veel armoede en geweld
gezien om er al te veel over te vertellen.
Later heb ik mij nog vaker afgevraagd
waarom hij mij nooit op zijn eigen - vlak na
zijn terugkeer opgeschreven - memoires
wees. Volgens mijn nichtje Annegreet heeft
dat ondanks zijn opgeruimd en sterk karak
ter (toch) te maken met een verborgen oor
logstrauma. Ook neef Pieter Treep, die als
jochie op 4 mei jarenlang hand in hand met
opa opliep naar het Kamper oorlogsmonu
ment waar opa een van de bloemenkransen
mocht leggen, sluit dit niet uit.
Toen ik als student geschiedenis eindelijk
een kopie van zijn kampherinneringen in
handen kreeg, viel me op dat ze zeer feite
lijk waren geschreven. Geheel in de stijl
van de processen-verbaal die hij als agent
gewend was om te maken. Heel soms
voelde je door de regels heen zijn sarcasme,
zoals in zinnen over het drie keer per dag
aantreden voor appèl in Vught: 'Dat waren
de hoogtepunten van den dag, tenminste
voor de moffen'. Soms ook diepe rouw, met
name in de herinneringen aan zijn verloren
kameraden. Neem de woorden die hij wijdt
aan zijn trouwe vriend Harm Ham die in
november 1944 van Dachau werd over
gebracht naar Auschwitz om niet meer
terug te keren: 'Wij sliepen in hetzelfde bed
en hadden alles samen. Twee broers konden
20
Terug uit de hel
Nederlanders die terugkeerden uit
Dachau gingen in Beek op de foto;
vierde van rechts Pieter Kapenga.