a? NIEUWS 13 §3g$ 5 s S -Vyk OORLOGSHERDENKING DE MOLEN VAN DRUNEN De piepjonge Martin van Rooijen ligt 4 november 1944 in de molen van Drunen, die moet worden opgeblazen door drie Duitsers. Het raakt hem nog dat het niet is gebeurd, terwijl verderop een stadhuis met 134 burgers wel de lucht in vliegt. Senator Martin van Rooijen (50Plus) kon vorige week zijn emoties maar net de baas tijdens de algemene beschouwingen in de Eerste Kamer. Hij vertelde er hoe hij vijfen zeventig jaar geleden met zijn gezin met een kleine honderd inwoners van Drunen door toeval ontsnapte aan de dood. Terwijl de rest van Nederland nog bezet is, nadert in het zuiden van Nederland in de herfst van 1944 het einde van de Tweede Wereldoorlog. De Duitsers trekken zich terug, maar blazen alle potentiële uitkijkposten op die door de geallieerden kunnen worden gebruikt. Molen De Herto gin van Brabant in Drunen is er daar één van. De drie jonge Duitsers die de bovenverdieping gebruikten als uitkijkpost krijgen opdracht 'hun' molen op te blazen. Maar de onderste verdiepingen worden gebruikt als schuiladres voor 93 burgers, die ho pen dat de dikke muren hen bescher men tegen de granaten van de gealli eerden. De jonge Duitsers weigeren de molen op te blazen en redden zo het leven van de burgers, en daarmee ook dat van het gezin Van Rooijen. Martin van Rooijen heeft er nog flarden herinneringen van, vertelt hij: ,,Ik was 2 jaar en 3 maanden oud en lag op de grond in het stro. Ik keek uit op twee paarden, die in de molen de wieken moesten laten draaien als het windstil was.'' Hij weet ook nog dat hij een kussen op zijn hoofd kreeg als de Duitsers op de bovenver dieping radiocontact hadden met hun terugtrekkende leger en het co dewoord Vorarbeiter werd uitgespro ken. ,,We lagen daar met dertig ba by's, heb ik teruggezien op de lijst van namen en geboortedata die in de molen is gemaakt. Dus het moest stil zijn.'' Later in zijn jeugd krijgt Van Rooijen vaak van zijn ouders te horen: ,,Wij hebben het gewoon overleefd. Ze spra ken er toch wel veel over. En ze zeiden dat er ook goede Duitsers waren. Dat intri geerde mij.'' i y Als de NOS tien jaar gele den een documentaire uit zendt dat een paar kilometer van Drunen een paar uur la- ter het stadhuis van Heusden door vier Duitsers werd opge blazen met 134 onschuldige bur- gers, snapt hij dat het helemaal niet gewoon was dat hij het overleefde. ,,Toen vielen bij mij alle kwartjes'', zegt Van Rooijen. ,,Ik rea liseerde me dat er naast goede ook slechte Duitsers waren. Dat is het verschil tussen goed en kwaad, tus sen leven en dood. Want het had net zo goed gekund dat de drie Duitsers uit Drunen hetzelfde hadden gedaan als de vier kwaaie Duitsers uit Heusden en onze molen ook hadden opgeblazen.'' De drie jonge 'goede' Duit sers die hoogstwaarschijnlijk gedwongen de oorlog in zijn gestuurd, koesteren sympa thie voor de 93 burgers in de molen. ,,Mijn vader had goed contact met die drie Duitsers. Het ging zo ver dat er ook een tje de fles aan een baby gaf.'' Da gelijks komt er een voedseljeep, zo ook 4 november. ,,Maar er kwam ook een vrachtwagen met munitie. Twee soldaten gaven de opdracht de molen op te blazen en die drie deden het gewoon niet.'' Het drietal onderzoekt een paar da gen voor hun vlucht hoeveel tijd het kost om de brug over de Maas in Heusden te halen, die ook wordt op geblazen. ,,Dat was twaalf minuten. Mijn vader heeft het geklokt toen ze wegreden. Bij de vijftiende minuut ontplofte de brug.'' Van Rooijen wil misschien een poging doen te ach terhalen of een van de drie Duitse Mijn ouders zeiden dat er ook goede Duitsers waren. Dat intrigeerde mij soldaten nog leeft. Hij weet dat één van het drietal Koch heet. ,,Ik heb mijn verhaal recent aan de Duitse ambassadeur verteld. Hij was onder de indruk.'' In de vijftiger jaren zakt de oorlog een beetje weg bij Van Rooijen. ,,Het is vrij algemeen dat de oorlog werd verdrongen. Als het slecht gaat, ver dring je dat en kijk je vooruit, en als het goed gaat ook. Maar door die NOS-documentaire uit 2009 over Heusden dacht ik: daar hebben wij toch heel veel geluk gehad.'' Bij een boekpresentatie in 2015 over de Drunense molen, ontmoet Van Rooijen tal van lotgenoten, die destijds ook in de molen schuilden. ,,Dat was heel bijzonder.'' Als Van Rooijen er lucht van krijgt dat er in het naburige Heusden de moord op 134 burgers wordt herdacht, gaat hij ook. ,,Ik vond dat ik als Drunenaar naar Heusden moest om mee te doen aan de herdenking.'' Van Rooijen is afgelopen weekend druk geweest met herdenkingsbij eenkomsten in Drunen. Een lezing, een herdenking en een stille tocht. ,,Met mijn kinderen heb ik er regelmatig over gesproken. Mijn vrouw heeft een andere en heel ver drietige herinnering. Zij heeft haar vader nooit gekend, die stierf bij het Engelse vergisbombardement op Den Haag toen zij 1 jaar oud was. Zo wreed kan de oorlog zijn.'' dinsdag 5 november 2019 GO 'Wat hebben wij geluk gehad' Jan Hoedeman Den Haag Het stadhuis van Heusden werd, in te genstelling tot de molen van Drunen, wel opgeblazen door de Duitsers. Er kwa men 134 onschuldige burgers bij om. Foto links: zus Joan, Martin van Rooijen (oudste jochie) en hun babybroertje Johan in 1945. FOTO'S STREEKARCHIEF LANGSTRAAT HEUSDEN ALTENA, PRIVÉ, FOTOBURO FRANK TROM MELEN —Martin van Rooijen, overlevende

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 13