Ik ben zo blvj, zo blij, dat mijn neus van voren zit en niet opzij Ik ben zo blij, zo blij, dat mijn neus van voren zit en niet opzij BUS EN PIETER KRAKEN EEN NOOT Pieter Hulst en Gijs Groenteman ontleden om de beurt teksten van Nederlandstalige hits. Ze geven, al dan niet met de hulp van de wetenschap, antwoorden op vragen die die nummers oproepen. st uit Ik ben zo blij van Johnny Rijk (1957) Zo veel liedjes als er over ons hart zijn geschreven, zo weinig zijn er over onze neus. Onterecht, want het hart is alleen maar een pomp, meer niet. Bovendien is er met dat hart bijna altijd wel wat mis. Het is gebroken of gestolen, en anders moet 't wel worden gedotterd. Terwijl die trouwe neus zo veelzij dig is: hij ruikt, ademt en kan zelfs lopen. Zonder die neus heeft ons hoofd geen karak ter en onze bril niks om op te rusten. We zouden weleens wat blijer mogen zijn met onze neus. Daarom is het fijn dat Johnny Kraaijkamp en Rijk de Gooijer dat nog maar eens op ons kwetsbare hart drukken. Napoleon wist al dat de neus meer verbon den is met liefde dan het hart. Niet voor niets stuurde hij na een veldslag in Egypte een bode vooruit naar zijn vrouw Josephine met het bericht: 'Schat, was u niet! Ik kom eraan!' Nu, ruim 200 jaar later, worden er in Amerika heuse feromoonfeestjes gegeven. Hier liggen gedragen T-shirts van de feestgangers in afgesloten zakken op tafel. Vervolgens is het snuiven geblazen. Bevalt de geur, kijk dan naar het nummer op de zak, zoek het bijbe horende hoofd en begin met flirten. Stinkt het shirt, snuffel dan gewoon even verder. Het klinkt als een buitengewoon goed idee, de leukste geliefden stinken lekker. Ik wacht met smart op een smartphone die in plaats van nóg een full HD camera eindelijk een keer een geurspleet krijgt. Eén diepe teug van degene die je zo hebt gemist en je kan er met gemak weer een week tegenaan. (Overigens is dit de enige uitzondering die ik kon beden ken wanneer het wél fijn zou zijn als je neus aan de zijkant zat, dan kun je bellen en ruiken tegelijk!) Bovendien zou het me niet verwon deren als zo'n geurspleet de slagingskans van Tinder en andere datingapps aanzienlijk zou vergroten. Even ruiken of alles wel snor zit en dan pas daten. Dat uw neus ook nog eens zo'n anderhalve liter snot per dag produceert en dag en nacht klaarstaat om uw bril te steunen, maakt hem tot een buitengewoon multifunctioneel orgaan. Dat hij überhaupt nog tijd heeft om te ademen is een klein wonder. Dus wees zuinig op uw neus voordat u hem weer eens in andermans zaken steekt. M Pieter Hulst Volgende week vraagt Gijs zich af of je wel 'een beetje' verliefd kunt zijn. ZATERDAG 5 OKTOBER 2019 25

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 113