Tot aan de kleur van karamel STROOPMAKER IN DE BETUWE ,,Het vuur onder de koperen ketel mag niet te heet worden. Dan koeken de peren onder de appels aan. Ik begin om acht uur 's morgens met honderden kilo's fruit. Dat hebben we verzameld bij een aantal men sen. Na vier uur koken, zakt de bult in tot een zachte brij. Van appels of van peren alleen stroop maken, lukt niet. Appels zijn te hard, peren worden moes. Samen gaat het goed. Peren maken de stroop zoet en lijmig, appels zorgen voor de rinse smaak en stijfheid. Mijn vader van tachtig begon veertig jaar geleden met een stokoude pers en ketel - gekocht van een stroopmaker uit Belgisch Limburg. Als jongetje keek ik al mee. Het is prachtig om te doen, al komen er bij het stroop koken wel 135 kneepjes aan te pas. Ik werk op gevoel, op gehoor en op het oog. Als de massa zacht is, scheppen we hem in de perstobbe. Dat is zwaar werk. We ge bruiken filters om het pulp van het sap te scheiden. Het heldere sap gieten we terug in de ketel. Indikken tot een donkere kara- melkleur duurt dan nog enkele uren. D e laatste fase is belangrijk: wacht je te lang, dan krijg je harde stroop. Vloeit-ie mooi in druppels over een bord, dan sjouwen we de ketel van het vuur en schenken de stroop in emmers. Eenmaal afgekoeld verpakken we 'm in kartonnen bekers. Uit honderd liter produceren we tien liter stroop.'' Caspar Vos (30, linksonder op de foto) stookt op houtvuur stroop van appels en peren uit het Land van Maas en Waal.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 108