In de afgelopen maanden hebben tuinders tonnen aan
oogst van het land gehaald. De bloemen, kruiden en
noten zijn in juli en augustus geplukt, de appels en peren
in september. ,,Ik heb afgeleerd om al in het voorjaar
enthousiast te raken. Er kan dan nog zó veel gebeuren.''
De mooiste tijd van het jaar hebben
de meeste tuinders alweer achter de rug.
Met man en macht hebben ze de vruchten
geplukt van hun inspanningen jaarrond.
Rijpe pruimen en hazelnoten, geurige
kruiden en zoete appels en peren beland
den in kisten, kratten en manden om te
worden verwerkt tot een langer houdbaar
product. Met liefde gemaakt, zeggen de
tuinders zelf.
Dat klinkt romantischer dan het is: ge
wassen verbouwen in de vollegrond houdt
ook risico's in. Er kan zó veel misgaan. Als
Ester Korteland van Landwinkel De Heer
lijkheid het suzuki-fruitvliegje aantreft in
haar boomgaard van anderhalve hectare
bijvoorbeeld, kan ze er een pruimenoogst
vol larven aan overhouden. Een zwerm
vogels kan zomaar de bloemenvelden van
kwekerij Het Blauwe Huis onderpoepen.
En hazelnootteler Harm Tuenter heeft het
nakijken als - beschermde - roeken zijn
zesduizend hazelaars leegpikken.
Toch werken de bevlogen telers stug
door, al slinkt hun aantal. Ons land telt
nog 4458 bedrijven die traditiegetrouw in
de vollegrond werken - dus buiten de kas.
Dat is de helft minder dan twintig jaar gele
den. Heel voorzichtig lijkt er een opleving
te ontstaan: er zit enige groei in de stads-
landbouw en in kleinschalige, biologische
bedrijven. Zo wordt bijvoorbeeld de noten
teelt groter omdat er meer vraag is naar
plantaardige eiwitten.
TEKST REGIEN KLEIN HEGEMAN FOTO'S JEAN-PIERRE JANS