75 jaar
Bevrijding
Putten komt maar niet los van razzia:
10 NIEUWS
Putten worstelt 75 jaar na dato nog altijd met de erfenis van de
razzia. 660 mannen verdwenen, hun vrouwen en kinderen bleven
achter. 'Het verdriet wordt alleen maar sterker.'
Mijn vader
moet
geweten
hebben dat
hij nooit
meer zou
terugkeren
Hij heeft het voorvoeld,
dat weet ze zeker. 'Zul
je lief zijn voor je moe
der?', stond op het
briefie dat Bartus Lub-
bersen uit de trein
gooide op weg naar Duitsland. ,,Mijn
vader moet geweten hebben dat hij
nooit meer zou terugkeren", zegt
Gerrie Zeegers (84), haar ooghoeken
vochtig. Bartus Lubbersen, een ge
zonde kerel van 32 jaar, hield het na
de razzia van Putten nog acht weken
vol in de hel van Noord-Duitsland,
waar honderden Puttenaren zich in
kampen letterlijk doodwerkten on
der erbarmelijke omstandigheden.
De razzia van Putten, op 2 oktober
1944, geldt als één van de zwartste
bladzijdes uit de Nederlandse oor
logsgeschiedenis. Als wraak voor een
mislukte verzetsdaad voerden de
Duitsers 660 mannen af, honderd
huizen werden platgebrand. Slechts
48 mannen keerden terug. Putten
bleef achter als 'weduwendorp', met
een loodzware erfenis.
Gerrie Zeegers was 9 jaar oud toen
de bezetter de 660 mannen uit het
dorp bijeendreef in een schoolge
bouw. Het zou de laatste keer zijn dat
ze haar vader zag. Vrouwen en kinde
ren moesten zich melden in de Oude
Kerk, het gebouw waar ze voor staat
terwijl ze haar verhaal doet. Ze heeft
er een trauma aan overgehouden. ,,In
de kerk ga ik nog altijd achteraan zit
ten, zodat ik als eerste weg kan.''
De Duitsers lieten de vrouwen en
kinderen gaan, waarna de mannen
vanuit de kerk werden overgebracht
naar het station, de meesten hun
dood tegemoet. ,,Wij mochten ze op
het Marktplein achter de kerk nog
eten brengen, maar vader zag ik daar
niet in die massa. Er hing een heel
nare sfeer, al die Duitsers met gewe
ren. Ik dacht dat ze me dood zouden
schieten.''
Putten staat aan de vooravond van
het moment dat de razzia 75 jaar ge
leden plaatsvond. Op sobere wijze
zal het dorp erbij stilstaan. Hier past
geen muzikaal spektakel met leger
trucks of historische vliegtuigen, zo
als in Arnhem en omgeving. Hier ge
denkt men ingetogen.
Gerrie Zeegers ook. Ze groeide net
als veel andere Puttense meisjes op
zonder vader. Ging je naar een ver
jaardagsfeest, dan waren er vaak al
leen maar tantes. Haar echtgenoot Co
(85) behoedde met een tip zijn vader
voor het onheil, maar verloor wel
drie ooms en een neef van 16. ,,De
meeste kinderen op school hadden
geen vader'', zegt hij. ,,Dat was nor
maal.'' Putten stond in die jaren be
kend als het 'weduwendorp'. Ico
nisch zijn de foto's van de in zwart
geklede weduwen, die al in 1951 in
Noord-Duitsland de graven van hun
geliefden gingen bezoeken.
Taboe
Haar moeder sprak weinig over het
drama, zegt Zeegers. ,,Het was taboe,
hier in Putten. Mensen spraken er
niet graag over.'' Haar moeder was
een vrolijke vrouw, ondanks alles. Ze
hertrouwde nooit. ,,Er waren geen
mannen meer.'' Pas op latere leeftijd
kwam alles eruit. ,,Toen kreeg ze
waanideeën."
Ook Riet Ceelen-Hendriksen (81)
verloor haar vader bij de razzia. Zij
groeide op met twee zussen. Ook
haar moeder trouwde nooit meer.
,,Zij sprak wel over die zwarte okto
berdagen, ging ook naar de herden
kingen.'' Toch brak zij later. ,,Ze heeft
drie keer in een inrichting gezeten.
Was ze in de war. Dan werden wij als
kinderen uitbesteed. Om de tien jaar
kwam het weer naar boven.''
Als oktober in aantocht is, heeft
Ceelen het er zelf ook moeilijk mee.
,,Dan vraag ik de dokter maar om een
pilletje, om wat rustiger te worden'',
zegt ze. ,,In deze tijd van het jaar
komt alles weer op je af.''
Gert van Dompseler, al bijna twin
tig jaar verbonden aan de Stichting
Oktober '44, weet als geen ander hoe
het nog leeft onder de Puttenaren.
Namens de stichting onderhoudt hij
contacten met nabestaanden. Hij
sprak met honderden weduwen,
kinderen en kleinkinderen. Ook
sprak hij met teruggekeerden, zoals
Jannes Priem. Die overleed in 2013 als
laatste overlever van de razzia. ,,De
Puttenaren hadden veel pech'', zegt
Van Dompseler. ,,Toen ze in het na
jaar van 1944 in die kampen aankwa
men, stond de winter voor de deur.
Er was weinig eten en ze moesten
keihard werken.'' De mannen gingen
snel achteruit. ,,Van 90 naar 40 kilo
in een paar weken tijd was niet onge
woon.''
Iemand die toen al vraagtekens
plaatste bij de behandeling van de
gevangenen was Johannes Meyer,
een predikant uit het Noord-Duitse
dorpje Ladelund aan de grens met
Denemarken. Vlak bij zijn kerk was
een werkkamp met meer dan hon
derd gedeporteerde Puttenaren.
Meyer kon niet geloven dat ze alle
maal zware criminelen waren, zoals
hem was verteld door de nazi's. Hij
eiste bij de kampleiding de namen
op van de overleden mannen, gaf ze
een fatsoenlijke begrafenis en voor
kwam zo dat ze in een anoniem mas
sagraf zouden verdwijnen.
Na de oorlog nam hij contact op
met alle Puttense weduwen. Tiental
len gingen al in 1950 per bus 'op pel
grimage' naar Ladelund, om te kijken
waar hun mannen en kinderen be-
graven lagen. In het reisverslag be
schrijven ze de puinhopen in de
Duitse steden, waaraan ze voorbij
trokken. De haat jegens de Duitsers
was toen nog zo groot dat ze weiger
den in Duitsland te overnachten. Dat
deden ze even verderop in Denemar
ken. Vijftien jaar later, tijdens de
tweede pelgrimage, werd de haat
voorzichtig ingeruild voor de eerste
tekenen van verzoening. De Puttense
delegatie overnachtte 'gewoon' bij
gastgezinnen in Ladelund. ,,De haat
is langzaam afgenomen'', weet Van
Dompseler.
Verzoening
Voor Geurt van Wincoop (80), die
zijn vader verloor bij de razzia, was
de verzoening met Duitsers allesbe
halve vanzelfsprekend. Waar dorps
genoten door de jaren heen geregeld
afreisden naar plaatsen als Ladelund
en het voormalige concentratiekamp
Neuengamme, heeft Van Wincoop
dit tot tien jaar geleden uitgesteld. ,,Ik
wilde nooit naar Duitsland. Zeker
niet nadat ik van mijn broer hoorde
dat hij was uitgelachen, toen hij aan
het graf van vader stond.'' De haat zat
nog te diep bij hem. ,,Ooit wilde een
Duitser mij helpen toen ik met een
lekke band langs de kant van de weg
stond. Ik heb hem weggestuurd. Ik
was gewoon nog te boos. Met die ver
zoening had ik niets, half Putten
voelde dat zo in die tijd.''
Het relaas van Van Wincoop is te
kenend voor de wijze waarop Putten
worstelt met de nasleep van het
drama. Ieder deed en doet dat op zijn
eigen manier, ook nu nog. ,,De mees
ten gaan er goed mee om'', zegt Van
Dompseler. ,,Maar er is nog altijd een
groep die zwijgt. Waar de haat nog
heel diep zit. Die mensen zul je niet
tegenkomen bij de herdenkingen.
Ook niet na 75 jaar. Omdat ze het niet
dinsdag 1 oktober 2019
GO
'Een Duitser die me
wilde helpen? Die
heb ik weggestuurd'
Niek Megens
-Gerrie Zeegers,
met portret van
haar vader