Veelvraten, lekkaards en andere smulpapen GIPHARTS KOOKEILAND Als Ronald Giphart niet staat te blancheren, flamberen of pocheren, zit hij wel te computeren. Zijn zoekgeschiedenis vertoont opvallend vaak één bepaalde site. Het woord 'lekker' is, vind ik, een behoorlijk lekker woord. Het rolt althans aan genaam in de mond. Lekkerrrr. Jammer dat de betekenis ervan wat is gedevalueerd, net als de betekenis van het woord 'leuk'. Als mijn vrouw mij een heerlijke maaltijd voorschotelt waarvoor ze uren in de keuken heeft gestaan, en ik reageer met een eenvoudig 'ja, lekker', dan verhoogt dat niet de sfeer. Het woord 'lekker' bestaat in het Nederlands al heel lang, aldus de taalrechercheurs van de onvolprezen etymologie- bank.nl (een site die ik van harte kan aanbevelen). In het jaar 1270 tekende iemand bijvoorbeeld in een oud hand geschreven boek op dat 'geen man en is so lecker als die giene quaden adem heuet', oftewel: 'niemand is zo gulzig als degene die een slechte adem heeft'. Dat was destijds blijk baar de volksmythe: mensen die uit hun mond riekten moesten wel gulzige eters zijn. Lekker betekende toen nog gulzig, maar al snel werd het ook gekoppeld aan het voedsel zelf, in bijvoorbeeld de zin 'als mi gedachte der lecker spise' (uit 1393), oftewel 'toen ik dacht aan dat smakelijke voedsel'. Al veel langer bestond een Oud germaans werkwoord genaamd 'lecken', een variant van het middelnederduitse werkwoord 'likken', oftewel met je tong ergens langsgaan. Volgens een van de etymologen zou de nogal maffe uitdrukking 'lekker is maar een vinger lang' slaan op de lengte van de tong. In vroeger tijden kende het Nederlands ook het woord 'lek- kaard', dat een andere betekenis had dan wat wij heden ten dage onder 'een lekkertje' scharen. Een lekkaard was een gulzig aard, een gretige vreter, een smulpaap, in sommige gevallen zelfs een smeerlap die alleen maar aan de bevrediging van zijn lusten dacht. Een ander woord voor lekkaard of veelvraat werd 'lekkerbeck', een omschrijving die al in 1664 is opgetekend in de betekenis van 'watertanden' (lekkerbek ken). Het is een mooi voorbeeld van hoe met de jaren begrippen en woorden van betekenis kun nen veranderen. Wij kennen in onze tijd het zo genoemde 'lekkerbekje': gebak ken of gefrituurde gepaneerde visfilet. Waarschijnlijk - ik kom er niet achter - zou de naam na de Tweede Wereldoorlog zijn bedacht door iemand van een viskraam in IJmuiden. Er is overigens ook een Vlaamse variant van het lekker- bekkie: opgerolde ingelegde haring, die men daar eet met ui en een tartaarsaus. Een gerecht wat dan bij ons weer een 'rol- mops' heet. Ook lekkerrrr, maar je moet er niet te gulzig van eten wil je geen 'quaden adem' krijgen. 36 Eten FOTOSHODYCAREMAN

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2019 | | pagina 124